Regeling omschrijving kleinschalige woonvoorzieningen

4 juni 2002

nr. DGB/ZVG-2288315

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 1, tweede lid, onder a, van het Besluit aanwijzing inrichtingen Wet ziekenhuisvoorzieningen;

Besluit:

Artikel 1

Als kleinschalige woonvoorziening voor gehandicapten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder D en E, van het Besluit aanwijzing inrichtingen Wet ziekenhuisvoorzieningen, worden beschouwd:

a. zelfstandige woningen,

dat wil zeggen woningen die naast één of meer privé-vertrekken een eigen voordeur, een eigen keuken, een eigen toilet en een eigen badkamer hebben;

b. die een beperkte omvang hebben,

dat wil zeggen dat zij huisvesting bieden aan ten hoogste 6 personen;

c. met ten hoogste twaalf personen per postcode,

dat wil zeggen dat zij samen met andere zodanige woonvoorzieningen in een gebied met dezelfde postcode aan niet meer dan twaalf personen huisvesting bieden; en

d. buiten het instellingsterrein,

dat wil zeggen dat zij niet zijn gelegen op het terrein van een zwakzinnigeninrichting, van een inrichting voor zintuiglijk gehandicapten of van de Stichting Het Dorp.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatstcourant waarin zij geplaatst wordt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,M. Vliegenthart.

Toelichting

Bij wijziging van het Besluit aanwijzing inrichtingen Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb.2002, 309) zijn kleinschalige woonvoorzieningen ten behoeve van gehandicapten uitgezonderd van het regime van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV). Wat onder kleinschalige woonvoorzieningen moet worden verstaan, wordt in deze regeling omschreven. De omschrijving is in samenwerking met de veldpartijen tot stand gekomen.

De omschrijving geeft inhoud aan het stimuleren van het wonen van gehandicapten in woningen die zoveel mogelijk voldoen aan `gewoon wonen in de wijk'. De criteria daarvoor zijn opgesteld aan de hand van uitgebreide veldervaringen met de WZV en in samenwerking met de veldpartijen.

Hieruit bleek dat gewoon wonen in de wijk vorm krijgt wanneer er voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden. Die randvoorwaarden zijn in de drie onderdelen van de omschrijving vervat.

Kleinschalige woonvoorzieningen zijn zelfstandige woningen, waarin een huishouden gevoerd kan worden. De beoogde groepsgrootte in het gehandicaptenbeleid is sinds 1996 maximaal 6; dit wordt als maximumomvang van een `gewoon' huishouden acceptabel geacht.

Op wijkniveau kijkende blijkt dat het aantal mensen met een handicap in de wijk, dat door de wijk geaccepteerd wordt, tussen de 10 en 12 ligt. Daar clusteren met 12 eenvoudiger is dan clusteren met 10 personen (gezien de groepsgrootte van maximaal 6 personen) en om de ruimte voor instellingen in de gehandicaptenzorg te vergroten, is voor 12 personen in de wijk gekozen.

Voor het begrip wijk is hier uitgegaan van een postcode.

Om `gewoon wonen in de wijk' verder te verduidelijken is in de omschrijving nog toegevoegd dat kleinschalige woonvoorzieningen niet gerealiseerd dienen te worden op hoofdlocaties of oorspronkelijke terreinen van de instellingen voor gehandicaptenzorg.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Vliegenthart.

Naar boven