Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

28 oktober 2002

Nr. HDJZ/S&W/2002-2562

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 41, tweede lid, en 42, eerste lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

Artikel I

De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10, vierde lid, onder a, onderdeel 1°, komt te luiden:

1°. de zone gemiddeld een doorsnede heeft van 4 à 4,5 kilometer, tenzij de zone zich in zijn geheel uitstrekt over een dijk, een dam of een tunnel, in welk geval de zone een lengte van 4 à 4,5 kilometer heeft;

B

In bijlage 3, onder A, vervalt:

`14. Interlinertraject 380 Alphen a/d Rijn - Den Haag v.v.

15. Interlinertraject 382 Boskoop - Den Haag v.v.'

C

In bijlage 4 wordt blad 31 Oost van 01-09-1998 vervangen door blad 31 Oost van 15-10-2002, opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

D

In bijlage 4 wordt blad 37 Oost van 01-09-1998 vervangen door blad 37 Oost van 04-11-2002, opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 4 november 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,Roelf H. de Boer.

1 Stcrt. 2000, 245; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 26 juni 2002 (Stcrt. 118).

Toelichting

Deze wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer ziet op een viertal aanpassingen, die hierna artikelsgewijs worden toegelicht.

Artikel I, onderdeel A

De tekst in artikel 10, vierde lid, onder a, wordt aangepast voorzover deze betrekking heeft op de gemiddelde zonegrootte. De te wijzigen formulering gaat uit van zones met een gemiddelde doorsnee van 4 à 4,5 kilometer. Het aanpassen van de tekst heeft ten gevolg dat in de regeling nu expliciet rekening wordt gehouden met het feit dat er in bepaalde gevallen sprake kan zijn van langgerekte zones van 4 à 4,5 kilometer. Voorbeelden hiervan zijn de Afsluitdijk en de dammen in Zeeland.

Artikel I, onderdeel B

Artikel I, onderdeel B, ziet op een wijziging van bijlage 3. De bijlage bevat de gebieden, bedoeld in artikel 6, eerste en derde lid, waarin het strippenkaarttarief niet van toepassing is. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben het verzoek gedaan om de Interliners 380 en 382 uit de bijlage te schrappen met de volgende argumentatie.

Door Connexxion zijn als onderdeel van de praktijkproef Haaglanden nieuwe én bestaande sneldiensten van de merknaam Interliner voorzien. Daarbij past men niet meer het eigen kilometergebonden Interlinertarief toe, maar hanteert men het tarief van het nationaal vervoerbewijs. Er is namelijk gebleken dat het afwijkende tariefsysteem, met name in vervoersrelaties waarbij sprake is van natransport per stedelijk vervoer, tot veel ongemak bij de klant leidt. Het hanteren van het nationaal vervoerbewijs op bovengenoemde (nieuwe) Interlinerverbindingen maakt het mogelijk de kaartintegratie met het aansluitende stads- en streekvervoer tot stand te brengen. Dit heeft naar verwachting een vervoerswervend effect.

Het gevolg van genoemde praktijkproef Haaglanden is dat er zowel sprake is van trajecten die wél, als van trajecten die niet voldoen aan de criteria zoals genoemd in artikel 6 van de regeling. Omdat zowel de concessieverleners als de concessiehouders het onwenselijk achten voor één productgroep binnen Haaglanden twee tariefsystemen te hanteren, wil men het tarief van het nationaal vervoerbewijs zonder enige vorm van toeslag als uitgangspunt nemen en derhalve het hanteren van het aparte Interliner-tarief op de lijnen 380 en 382 beëindigen.

Gelet op het feit dat het nationaal vervoerbewijs doorgaans lagere tarieven kent dan de Interliner, zullen reizigers in het algemeen voordeel hebben van het schrappen van de Interliners 380 en 382 uit de bijlage met gebieden waar het nationaal vervoerbewijs niet geldig is. De concessieverlener heeft het voorstel voorgelegd aan de consumentenorganisaties, die positief hebben gereageerd.

Artikel I, onderdeel C

Op verzoek van de gemeente Hilversum wordt in bijlage 4 van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer blad 31 Oost van 01-09-1998 vervangen door blad 31 Oost van 15-10-2002, opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling. De gemeente Hilversum is daartoe bevoegd vanwege het feit dat deze gemeente ingevolge artikel 20, tweede lid, juncto artikel 120 Wet Personenvervoer 2000 concessieverlener is.

Het verzoek betreft een kleine wijziging van de zonering. Aan het bestaande lijnennet wordt een nieuwe buslijn toegevoegd van Hilversum Kerkelanden, via het ziekenhuis, naar het station van Hilversum. De route van deze buslijn voert langs een halte die zich op de grens van zone 5957 (Nieuw Loosdrecht) bevindt. Hierdoor zouden reizigers op het traject Hilversum Kerkelanden - ziekenhuis genoodzaakt zijn om een extra strip af te stempelen. Omdat echter de extra kosten het voordeel van de rijtijdwinst voor reizigers op dit traject grotendeels teniet doen, wordt op blad 31 Oost de zonegrens verlegd.

Artikel I, onderdeel D

Ingevolge artikel I, onderdeel D, wordt blad 37 Oost van 01-09-1998 vervangen door blad 37 Oost van 4-11-2002. Deze zonewijziging vindt plaats op verzoek van de stadsregio Rotterdam en houdt onder meer verband met de Benelux-metrolijn, die op 4 november 2002 in gebruik wordt genomen. Door deze nieuwe verbinding tussen Rotterdam Marconiplein en Spijkenisse kan er in de toekomst via twee metrolijnen tussen Rotterdam Centrum en Hoogvliet/Spijkenisse worden gereisd. Dit zou betekenen dat een reis via de bestaande Erasmuslijn (via Rotterdam Zuidplein) één zone meer bevat dan een reis via de nieuwe verlengde Calandlijn (via Schiedam en de Beneluxtunnel). Aangezien de te reizen afstand op beide lijnen slechts 800 meter verschilt, ligt het in de rede dat het te betalen tarief op beide lijnen gelijk is. Daarom wordt op blad 37 Oost de grens tussen zone 5319 en zone 5329 naar het oosten verschoven, waardoor zone 5319 niet meer grenst aan zone 5326.

Naast deze verschuiving wordt ook een technische wijziging aangebracht, waardoor de zonegrens tussen de zones 5316 en 5326 oostelijk van de metrolijn wordt gesitueerd zodat de metro de zonegrens niet overschrijdt. Het metrostation Pernis ligt nu in zone 5326.

Teneinde het reizen met het openbaar vervoer voor de instappers bij de stations Pernis en Vijfsluizen aantrekkelijker te maken, is er bovendien voor gekozen hier een zogenaamde overlapzone in te stellen. Dit houdt in dat de zone waarin de reiziger zich bevindt afhankelijk is van de reisrichting.

Voor het metrostation Vijfsluizen betekent dit dat reizigers die richting Schiedam Centrum reizen of daar vandaan komen zich in zone 5319 bevinden. Reizigers die richting Hoogvliet/Spijkenisse reizen of daar vandaan komen, bevinden zich dan in zone 5329.

Voor het busstation en de halte op de busbaan Vlaardingerdijk bij metrostation Vijfsluizen heeft de overlapzone tot gevolg dat de reizigers die richting Rotterdam Centraal Station of richting station Schiedam Centrum reizen of daar vandaan komen zich in zone 5319 bevinden. Reizigers die richting Vlaardingen reizen of daar vandaan komen, bevinden zich dan in zone 5329.

De bushalte op het Schalekampplein ter hoogte van het station Pernis komt ook in de overlapzone te liggen. Dit betekent dat reizigers die richting Botlek/Vondelingenplaat reizen of daar vandaan komen zich in zone 5326 bevinden. Reizigers die van en naar het Zuidplein reizen, bevinden zich dan in zone 5316.

Ten slotte wordt de grens tussen de zones 5311 en 5310 ter hoogte van het Terbregseplein westelijk, langs de A16 tot voorbij de Prinsenlaan gelegd om vervolgens haaks naar het westen aan te sluiten op de huidige zonegrens langs de Prinses Beatrixlaan. De reden hiervoor is dat in het nieuwe busnet een lijn wordt geboden, die van Ommoord via de Bosdreef naar het centrum rijdt. Bij de huidige zonegrenzen reizen reizigers door twee zones, maar men kan bij een reis vanuit Ommoord uitstappen bij een halte die weer in de vertrekzone ligt en andersom. Dit kan tot ongewenste discussies in de voertuigen leiden, die een negatief effect op de sociale veiligheid kunnen hebben. Daarom wordt de grens tussen de zones 5311 en 5310 verlegd. De reizigers blijven door twee zones reizen, maar dat is nu voor hen duidelijk.

Vanwege het feit dat alle zonewijzigingen die de stadsregio Rotterdam heeft verzocht direct gerelateerd zijn aan de Beneluxlijn, die op 4 november 2002 in gebruik wordt genomen, dient dit onderdeel in werking te treden met ingang van dezelfde datum.

Voor de overige onderdelen kan zonder bezwaar bij laatstgenoemde datum van inwerkingtreding worden aangesloten, zodat de regeling in werking treedt op 4 november 2002.

In het slotformulier van de regeling is bepaald dat de bijlagen bij de regeling bekend worden gemaakt door terinzagelegging. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is thans gevestigd aan de Plesmanweg 1-6 te Den Haag. Terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Roelf H. de Boer.

Naar boven