Aanpassing bedragen Vergoedingenbesluit Nationale Ombudsman
26 augustus 2002
Nr. CW2002/U82484
Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 5 van het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman;
Besluit:
Artikel 1
Ten aanzien van de verzoekschriften die zijn ontvangen in de periode 1
september 2001 tot en met 31 augustus 2002 worden de bedragen, genoemd in
artikel 2 van het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman, aangepast als
volgt:
a. de vergoeding, verschuldigd krachtens artikel 2, eerste lid, van dat
besluit bedraagt € 960 per verzoekschrift;
b. de vergoeding, verschuldigd krachtens artikel 2, tweede lid, onder
a, van dat besluit bedraagt € 2.979 per verzoekschrift;
c. de vergoeding, verschuldigd krachtens artikel 2, tweede lid, onder
b, van dat besluit bedraagt € 202 per verzoekschrift.
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,J.W.
Remkes.
Toelichting
Op grond van artikel 1b van de Wet Nationale ombudsman kunnen bestuursorganen
van provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen
worden aangewezen waarop de Wet Nationale ombudsman van toepassing is. Het
Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman regelt de vergoedingen die de
betrokken provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen
verschuldigd zijn ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het beschikbaar
stellen van de externe klachtvoorziening bij de Nationale ombudsman. De bedragen
zijn berekend op basis van de gemiddelde tijd en capaciteit die de Nationale
ombudsman in de behandeling van verzoekschriften steekt (principe van kostendekkendheid).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt elk jaar
vast hoeveel een betreffende provincie, gemeente, waterschap of gemeenschappelijke
regeling in totaal aan vergoedingen is verschuldigd. Daarbij wordt uitgegaan
van de periode van 1 september van het vorige jaar tot en met 31 augustus
van het lopende jaar.
Artikel 5 van het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman bepaalt
dat de in dat besluit genoemde bedragen jaarlijks bij ministeriële regeling
worden aangepast. De wijze waarop de aanpassing van de in het Vergoedingenbesluit
Wet Nationale ombudsman genoemde bedragen geschiedt, is in artikel 5, eerste
lid, van dat besluit als volgt geregeld: overeenkomstig het door het Centraal
Bureau voor de Statistiek in het kader van de Nationale Rekeningen vastgestelde
prijsindexcijfer van de consumptie van de overheid van de activiteit algemeen
bestuur, volgens de jaar-op-jaarmethode. Het prijsindexcijfer 2001 ten opzichte
van 2000 is 5,1%. Dat betekent dat de bedragen zoals die gelden voor de periode
1 september 2000 tot en met 31 augustus 2001 moeten worden vermenigvuldigd
met 1,051.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W. Remkes.