De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling;
Besluit:
Artikel 1
Een aanvraag om subsidie voor projecten als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, onder a of bc, van de Tijdelijke woonzorgstimuleringsregeling, verder
te noemen de regeling, kan worden ingediend vanaf 1 oktober 2002 tot en met
30 november 2002. De aanvraag dient te geschieden door middel van het daartoe
beschikbaar gestelde formulier1, behorende bij de subsidiecategorie
a, respectievelijk bc, en dient gezonden te worden aan het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer DGW/IBS/ Unit bijzondere
regelingen, IPC 230, Postbus 30943, 2500 GX Den Haag.
Artikel 2
Voor de subsidie in de noodzakelijke kosten van de voorbereiding van de
projecten , als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de regeling
is binnen deze tender € 1,5 miljoen beschikbaar
Artikel 3
Voor de subsidie in de noodzakelijke kosten van de realisatie van projecten
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder bc, van deze regeling is binnen
deze tender € 8,5 miljoen beschikbaar.
Artikel 4
In deze tender komen aanvragen voor een subsidie in aanmerking als bedoeld
in de regeling en bij voorrang aanvragen die betrekking hebben op de hieronder
genoemde 4 thema's en de 4 doelgroepen:
De 4 thema's zijn:
a) technologische vernieuwing: deze projecten hebben betrekking
op vernieuwende technologie welke een relatie heeft met zowel wonen, als het
verlenen van zorg en of welzijn/dienstverlening.
b) welzijn en dienstverlening: deze projecten richten zich
op het opzetten van welzijnsdiensten die mensen met een zorgvraag in staat
stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.
c) vraagsturing: projecten binnen dit thema zijn projecten
op basis waarvan de burgers of hun directe vertegenwoordigers kunnen beschikken
over de relevante informatie om de gewenste combinatie op het gebied van wonen,
zorg en welzijn zelf samen te kunnen stellen.
Ook gaat het om projecten, waarbij burgers zelf kunnen bepalen hoe een
concreet project gestalte krijgt, zoals ouder- en cliëntinitiatieven.
d) ontwikkeling van een zorgvriendelijke wijk: projecten binnen
dit thema hebben betrekking op het opzetten van een programma van eisen voor
een zorgvriendelijke wijk in een nieuw te ontwikkelen of bestaande omgeving:
dus een sociaal veilige wijk, die integraal toegankelijk is met levensloopbestendige
woningen en voldoende voorzieningen, naast openbaar vervoer en winkels ook
zorg,- welzijns- en dienstverleningsvoorzieningen, die ook integraal toegankelijk
zijn.
De 4 doelgroepen zijn:
a) (ex)dak- en thuislozen,
b) mensen met een psychische beperking,
c) mensen met een zintuiglijke beperking en
d) dementerenden.
Artikel 5
Voor zover de aanvragen zijn ontvangen binnen de termijn als bedoeld in
artikel 1 van dit besluit en voldoen aan de voorwaarden van de regeling, worden
deze gerangschikt op grond van de vijf criteria, genoemd in artikel 7, eerste
lid van de regeling, waarbij de aanvragen genoemd in artikel 4 van dit besluit
voorrang genieten. Hierbij wordt een afzonderlijke rangschikking gemaakt voor
de aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 2 van dit besluit en een afzonderlijke
rangschikking gemaakt voor de aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel
3 van dit besluit.
Artikel 6
De subsidie wordt toegekend op grond van de rangschikking, bedoeld in
artikel 5 van dit besluit, totdat de in de artikelen 2 en 3 genoemde subsidieplafonds
zijn bereikt.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.