Besluit draagvolgorde onderscheidingen

15 augustus 2002

Nr. KNO/2002/1494

De Kanselier der Nederlandse Orden,

Overwegende dat het wenselijk is het bij zijn besluit van 8 mei 2001 vastgestelde Besluit draagvolgorde onderscheidingen te herzien;

Gelet op de instemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 13 augustus 2002, nr. BK02/84166 en de instemming van de minister van Defensie d.d. 14 augustus 2002 nr. DO 065/2002002546;

Besluit:

Vast te stellen het herziene Besluit draagvolgorde onderscheidingen.

Artikel 1

Indien een persoon de hem toegekende Koninklijke of ministeriële onderscheidingen draagt, dan worden deze gedragen in de in artikel 2 aangegeven volgorde, waarbij de onderscheiding met het laagste rangnummer wordt gedragen het dichtst bij het hart.

Artikel 2

De volgorde waarin onderscheidingen worden gedragen, luidt als volgt:

stcrt-2002-166-p25-SC36097-1.gifstcrt-2002-166-p25-SC36097-2.gifstcrt-2002-166-p25-SC36097-3.gifstcrt-2002-166-p25-SC36097-4.gifstcrt-2002-166-p25-SC36097-5.gif

In aanvulling op bovengenoemde onderscheidingen kunnen achtereenvolgens worden gedragen:

E. Onderscheidingen van Nederlandse particuliere organisaties, zoals de medaille van het Carnegie Heldenfonds en het Vierdaagsekruis;

F. Onderscheidingen van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties;

G. Buitenlandse onderscheidingen (in de volgorde van de graden van hoog naar laag; bij meerdere onderscheidingen in dezelfde graad wordt de alfabetische volgorde van de Franse benamingen van de desbetreffende landen aangehouden; bij meerdere onderscheidingen in eenzelfde graad van een bepaald land, wordt de in dat land gebruikelijke rangorde aangehouden).

Artikel 3

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.

2. Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 15 augustus 2002.
De Kanselier der Nederlandse Orden,
R. Spiekerman van Weezelenburg.

Naar boven