Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2002, 166 pagina 16 | Overig |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2002, 166 pagina 16 | Overig |
30 augustus 2002
Nr. TRCJZ/2002/9573
Directie Juridische Zaken
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 64 van de Wet bodembescherming;
Gelezen het advies van de Technische commissie bodembescherming;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder grasland en bouwland hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Meststoffenwet, en wordt verstaan onder niet-beteelde grond hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen.
Van het verbod, gesteld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen, wordt vrijstelling verleend in de periode van 1 september tot en met 15 september 2002 voor:
a. het gebruik van dierlijke meststoffen op grasland, gelegen in de gebieden die zijn aangegeven op de kaarten in bijlage I bij het Besluit gebruik meststoffen,
b. het gebruik van dierlijke meststoffen op bouwland, gelegen in de gebieden die zijn aangegeven op de kaarten in bijlage I bij het Besluit gebruik meststoffen, indien op het moment van gebruik van dierlijke mest op die grond een gewas wordt geteeld, en
c. het gebruik van dierlijke meststoffen op niet-beteelde grond, gelegen in de gebieden die zijn aangegeven op de kaarten in bijlage I bij het Besluit gebruik meststoffen, indien deze grond uiterlijk acht dagen na het gebruik van de dierlijke meststoffen gelijkmatig is ingezaaid of beplant met een gewas.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling gebruik dierlijke meststoffen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Artikel 4 van het Besluit gebruik meststoffen (hierna: Bgm) verbiedt het gebruik van dierlijke meststoffen in de periode van 1 september tot en met 31 januari op de zand- en lössgronden, die zijn aangewezen op de bij het Bgm behorende kaarten. Dit verbod is gesteld ter bescherming van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater, mede ter uitvoering van richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, (PbEG L 375/1), hierna: de Nitraatrichtlijn.
De overvloedige regenval in augustus van dit jaar heeft het gebruik van dierlijke meststoffen in delen van het zand- en lössgebied vrijwel onmogelijk gemaakt. Om agrariërs in de getroffen gebieden toch de gelegenheid te geven hun gronden te bemesten, heb ik, in overeenstemming met de Staatssecretaris van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, besloten voor de periode van 1 tot en met 15 september 2002 van dit verbod vrijstelling te verlenen.
De vrijstelling geldt voor grasland, bouwland en niet-beteelde grond in het zand- en lössgebied. Voor bouwland geldt daarbij de eis dat het gebruik van dierlijke meststoffen in de genoemde periode alleen is toegestaan indien op de desbetreffende percelen op het moment van aanwending van de meststoffen een gewas wordt geteeld.
Voor het gebruik van dierlijke meststoffen op niet-beteelde grond wordt hier de eis gesteld dat op deze grond uiterlijk acht dagen na aanwending van de meststoffen een gewas wordt ingezaaid. Deze eis komt overeen met artikel 6b, eerste en tweede lid, dat betrekking heeft op het gebruik van mest op steile hellingen.
Naarmate het seizoen verstrijkt wordt de opname van mineralen door het gewas geleidelijk minder. Meststoffen die later in het seizoen worden aangewend, worden daardoor minder goed benut. Op grond hiervan is voor zand- en lössgronden als algemene regel gesteld dat na 1 september geen dierlijke meststoffen mogen worden gebruikt. Gezien het belang om agrariërs in dit geval ruimte te geven alsnog mest te gebruiken, wordt deze datum met deze vrijstelling twee weken opgeschoven. Milieukundig is hiertegen slechts beperkt bezwaar. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat het gaat om grond waar een gewas mineralen kan opnemen en dat de vrijstelling slechts voor een beperkte periode wordt gegeven.
Overeenkomstig artikel 64 van de Wet bodembescherming is advies gevraagd aan de Technische commissie bodembescherming. De Technische commissie bodembescherming heeft positief geadviseerd.
Ingevolge artikel 12, derde lid, van de Nitraatrichtlijn is de tekst van de onderhavige regeling aan de Commissie medegedeeld.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
C.P. Veerman.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2002-166-p16-SC36099.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.