Wijziging Regeling paraveterinairen
9 augustus 2002
Nr. TRCJZ/2001/12356
Directie Juridische Zaken
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op de artikelen 4, 8, 11 en 14 van het Besluit paraveterinairen;
Besluit:
Artikel I
De Regeling paraveterinairen1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. besluit: Besluit paraveterinairen;
b. aangewezen opleiding: op grond van artikel 2, onderdeel b, van het
besluit aangewezen opleiding;
c. examen: examen bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van het besluit;
d. kandidaat: degene die een examen gaat afleggen, aflegt of heeft afgelegd;
e. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
f. bevoegd gezag: bestuur van de onderwijsinstelling;
g. leerplan fysiotherapie bij dieren: leerplan, neergelegd in bijlage
I bij deze regeling.
B
Het opschrift `Paragraaf 1. Eisen voor aanwijzing in de zin van artikel
2, onderdeel b, van het besluit' wordt vervangen door: Paragraaf 1. Aanwijzing
in de zin van artikel 2, onderdeel b, van het besluit.
C
Na artikel 2 wordt een nieuw artikel 2a toegevoegd, luidende:
Artikel 2a
Als opleiding bedoeld in artikel 2, onder b, van het besluit wordt aangewezen:
het Innovatie- en Praktijkcentrum Dierlijke sectoren te Barneveld.
D
Hoofdstuk III komt te luiden:
Hoofdstuk III Transplanteren en winnen van embryo's
Artikel 15
De kwalificaties, dan wel de combinatie van deelkwalificaties als genoemd
in artikel 6 van het besluit, omvatten tenminste:
1. voor zover het betreft het overzetten van embryo's, de volgende deelkwalificaties:
a. Verzorgen kunstmatige inseminatie;
b. Verzorgen spermawinning;
c. Adviseren vruchtbaarheid en voortplanting, en
d. Verzorgen embryotransplantatie.
2. voor zover het betreft het winnen van embryo's, de volgende deelkwalificaties:
a. Verzorgen kunstmatige inseminatie;
b. Verzorgen spermawinning;
c. Adviseren vruchtbaarheid en voortplanting;
d. Verzorgen embryotransplantatie, en
e. Verzorgen embryo-/ eicelwinning.
Artikel 16
Tot het examen voor het transplanteren van embryo's, genoemd in artikel
15, wordt toegelaten hij die ten genoege van de examencommissie, bedoeld in
artikel 7.4.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, aantoont tenminste
3000 eerste inseminaties bij runderen te hebben uitgevoerd.
Artikel 17
Tot het examen voor het winnen van embryo's, genoemd in artikel 15, wordt
toegelaten hij die ten genoege van de examencommissie, bedoeld in artikel
7.4.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, aantoont dat hij:
a. geslaagd is voor het examen voor het transplanteren van embryo's, genoemd
in artikel 16;
b. tenminste een jaar als embryotransplanteur heeft gewerkt, en
c. tenminste 1000 embryo's heeft getransplanteerd.
E
Hoofdstuk IV komt te luiden:
Hoofdstuk IV Dierenartsassistent
Artikel 18
De kwalificatie, dan wel de combinatie van deelkwalificaties als genoemd
in artikel 9, eerste lid, van het besluit, omvat tenminste:
a. Voeren (gezelschaps)dieren;
b. Verzorgen (gezelschaps)dieren;
c. Begeleiden voortplanting (gezelschaps)dieren;
d. Nemen van hygiënische maatregelen;
e. Anatomie/Fysiologie/Pathologie;
f. Instrumentenleer/Desinfectie/Pathologie;
g. Algemene assistentie en ziekenverzorging;
h. Zoötechniek en gezondheidsleer;
i. Laboratoriumwerkzaamheden;
j. Radiologie;
k. Eerste hulp (paraveterinair);
l. Algemene en plaatselijke verdoving, en
m. Beheren medicijnen.
F
Een nieuw hoofdstuk V wordt toegevoegd, luidende:
Hoofdstuk V Toelating
Artikel 19
1. Een verzoek om een toelating als bedoeld in artikel 14, eerste lid,
van het besluit, wordt gedaan door het indienen van een volledig en naar waarheid
ingevuld formulier overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model.
2. Het formulier wordt ter beschikking gesteld door de Kringdirecteur
van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) binnen wiens kring
degene die toelating verzoekt zijn werkzaamheden als paraveterinair in hoofdzaak
uitoefent of beoogt uit te oefenen.
3. Het formulier dient vergezeld te gaan van bewijsstukken waaruit blijkt
dat degene die om toelating verzoekt, is toegelaten tot de uitoefening der
diergeneeskunde, bedoeld in de artikelen 2, 5, 9, 13 en 13a van het besluit.
Artikel 20
1. De minister draagt er zorg voor dat embryotransplanteurs en dierenartsassistenten
die werkzaam zijn op het gebied van de diergeneeskunde worden ingeschreven
in een register van praktiserende embryotransplanteurs, onderscheidenlijk
een register van dierenartsassistenten.
2. Inschrijving vindt niet plaats zolang de betrokkene krachtens een onherroepelijk
geworden rechterlijke of tuchtrechtelijke beslissing de bevoegdheid tot de
uitoefening van het beroep van embryotransplanteur dan wel dierenartsassistent
mist.
3. Een inschrijving wordt doorgehaald indien de betrokkene in de in het
tweede lid genoemde omstandigheid is komen te verkeren dan wel anderszins
is opgehouden werkzaam te zijn als embryotransplanteur dan wel dierenartsassistent.
4. Het register wordt beheerd door de Rijksdienst voor de keuring van
Vee en Vlees (RVV) en is openbaar.
G
Hoofdstuk V wordt vernummerd tot hoofdstuk VI.
H
Artikel 40 vervalt.
I
De artikelen 41 en 42 worden vernummerd tot 21 en 22.
J
De bijlagen II en III vervallen.
K
1. Een nieuwe bijlage wordt toegevoegd, met als opschrift: Bijlage II
bij de Regeling paraveterinairen.
2. De bijlage, bedoeld in het eerste lid, bevat het registratieformulier
dat ter inzage ligt bij de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij.
Artikel II
De Regeling aanwijzing opleidingen paraveterinairen2 wordt
ingetrokken.
Artikel III
De Regeling aanmelding toelating paraveterinairen3 wordt ingetrokken.
Artikel IV
De Bewijsstukken overgangsregeling fysiotherapie bij dieren4
wordt ingetrokken.
Artikel V
Deze regeling treedt in werking op dezelfde datum als waarop de wijziging
van het Besluit paraveterinairen in werking treedt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 9 augustus 2002.
De Staatssecretaris van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij,B.J. Odink.
1 Regeling van 24 februari 1994, Stcrt. 45.
2 Regeling van 27 januari 1996, Stcrt. 21, laatstelijk gewijzigd
bij regeling van 29 juni 1998, Stcrt. 122.
3 Regeling van 27 november 1991, Stcrt. 235.
4 Regeling van 9 juli 1992, Stcrt. 134.
Toelichting
1. Algemeen
Deze regeling sluit aan op de wijzigingen in het Besluit paraveterinairen
(Stb. 2002, 353). De wijzigingen in het Besluit houden in dat voor enkele
opleidingen niet langer de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
onderwijsinstellingen aanwijst die deze verzorgen, maar dat de minister de
eindtermen voor de opleidingen vaststelt. Het gaat daarbij om de opleidingen
dierenartsassistent paraveterinair, embryowinner en embryowinner/ -transplanteur.
De wijzigingen houden tevens in dat niet langer krachtens de Wet op de
uitoefening van de diergeneeskunde (WUD) regels worden gesteld met betrekking
tot de genoemde opleidingen. In plaats daarvan gaan de opleidingen deel uitmaken
van het algemene stelsel van beroepsonderwijs, dat geregeld is bij de Wet
educatie en beroepsonderwijs (WEB).
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A (Artikel 1)
Enkele begripsbepalingen komen te vervallen omdat de desbetreffende begrippen
uit de regeling verdwijnen. Verder zijn de begripsbepalingen voorzien van
letters en zijn enkele technische verbeteringen aangebracht.
Onderdeel C (Artikel 2a)
De bevoegdheid van de minister om opleidingen aan te wijzen, vervalt grotendeels.
De enige opleiding waarvoor deze bevoegdheid in stand blijft, is die voor
fysiotherapie voor dieren. Dit is een opleiding op het niveau van hoger beroepsonderwijs
en valt om die reden niet onder de nieuwe kwalificatiestructuur KS2000+. Deze
aanwijzing vindt plaats in het nieuwe artikel 2a dat in de plaats komt van
de Regeling aanwijzing opleidingen paraveterinairen. Artikel II van onderhavige
regeling bepaalt dat de genoemde regeling wordt ingetrokken.
Onderdeel D (Hoofdstuk III)
De tekst van artikel 15 is die van het vervallen artikel 19. De overige
onderwerpen die in dit hoofdstuk geregeld werden, vervallen omdat ze nu in
KS2000+ geregeld worden.
De kwalificatie embryotransplanteur/-winner geeft recht op toelating tot
het beroepsmatig uitoefenen van dat vak.
De teksten van de artikelen 16 en 17 zijn overgenomen uit het huidige
artikel 20 van de regeling. Voor de overzichtelijkheid is het artikel in twee
artikelen gesplitst. De examencommissie die erin bedoeld wordt, is de examencommissie
van de onderwijsinstelling die de desbetreffende opleiding verzorgt. Deze
commissie wordt geregeld in artikel 7.4.5 van de WEB.
Onderdeel E (Hoofdstuk IV)
Artikel 18 bepaalt welke deelkwalificaties een dierenartsassistent behaald
moet hebben. Degene die in het bezit is van deze deelkwalificaties, heeft
ingevolge het besluit recht op toelating tot het beroep van dierenartsassistent.
Onderdeel F (Hoofdstuk V)
Dit hoofdstuk wordt toegevoegd bij deze regeling en bevat regels omtrent
toelating tot de beroepsuitoefening van embryotransplanteurs, -winners en
dierenartsassistenten. Artikel 19 stelt regels over het formulier waarmee
iemand een verzoek kan doen om toegelaten te worden tot de beroepsuitoefening
van embryotransplanteur, -winner of dierenartsassistent. Dit artikel komt
in de plaats van de Regeling aanmelding toelating paraveterinairen.
Het formulier dat als bijlage bij de Bewijsstukken overgangsregeling paraveterinairen
was gevoegd, wordt nu als nieuwe bijlage II bij deze regeling gevoegd. Het
formulier bevat nu ook de vraag naar de nationaliteit van de aanvrager.
Artikel 20 stelt een register in van beroepsbeoefenaars, naar analogie
van het register van dierenartsen zoals vastgelegd in artikel 10 van de WUD.
Het formulier dat in de nieuwe Bijlage II wordt opgenomen, is een aangepaste
versie van het bestaande registratieformulier dat door de Kringdirecteuren
van de RVV wordt uitgegeven. Met de genoemde aanpassing van het formulier
wordt uitvoering gegeven aan de vereisten van Richtlijnen 89/48/EEG (PbEG
L 19) en 92/51/EEG (PbEG L 209) betreffende het algemeen stelsel van erkenning
van beroepskwalificaties.
Onderdelen J en K (Bijlagen)
De vervallen Bijlage II bij de Regeling paraveterinairen bevatte het leerplan
embryotransplantatie, behorende bij de artikelen 15 tot en met 29 van de regeling.
Nu de inhoud van het onderwijs wordt overgelaten aan de betrokken instellingen
en de minister slechts de eindtermen vaststelt, zoals voorgeschreven door
de WEB, komt deze bijlage te vervallen. Hetzelfde geldt voor de vervallen
Bijlage III bij de Regeling paraveterinairen. Hierin stond het leerplan dierenartsassistent,
behorende bij de artikelen 30 tot en met 44 van de regeling. Deze vervalt
om dezelfde reden als bijlage II.
Tenslotte is de indeling van hoofdstukken in paragrafen vervallen, omdat
door deze wijziging de regeling sterk wordt ingekort en een nadere onderverdeling
niet meer nodig is.
Artikel III
De Regeling aanmelding toelating paraveterinairen is gebaseerd op artikel
14 van het besluit, dat bepaalt dat de minister nadere regels kan stellen
omtrent de wijze van toelating tot een paraveterinair beroep. Van die bevoegdheid
wordt thans gebruik gemaakt in hoofdstuk V dat bij onderhavige regeling aan
de Regeling paraveterinairen wordt toegevoegd.
Artikel IV
De Bewijsstukken overgangsregeling fysiotherapie bij dieren is gebaseerd
op artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het besluit. Deze regeling wordt
ingetrokken om twee redenen. Ten eerste is deze overgangsregeling inmiddels
uitgewerkt. Ten tweede dient de regeling te worden ingetrokken omdat artikel
13 van het besluit, waarvan de overgangsregeling een uitwerking is, geheel
is herzien bij de wijziging van het besluit en als gevolg daarvan geen materiële
grondslag meer vormt voor de regeling.
Deze wijzigingen dienen ter uitvoering van wijzigingen in het Besluit
paraveterinairen. Daarom treden beide tegelijk in werking.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
B.J. Odink.