Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren (RFTDD)

30 mei 2002

nr. P/2002002680

Afdeling Arbeidsvoorwaarden

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op:

- artikel 86 aanhef en onder b. van het Algemeen militair ambtenarenreglement;

- artikel 45 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;

Besluit:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bevoegde autoriteit

de bevelhebber onderscheidenlijk de functionaris als bedoeld in artikel 45 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;

b. belanghebbende

de militair bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, ten1°, van het Algemeen militair ambtenarenreglement en de ambtenaar in de zin van artikel 1 van het burgerlijk ambtenarenreglement defensie, tenzij hij op non-activiteit is gesteld of hem buitengewoon verlof van lange duur is verleend, die in verband met zijn Turkse nationaliteit ingevolge Turks recht verplicht is zijn militaire dienstplicht in Turkije te vervullen;

c. afkopen

het betalen door belanghebbende van een geldsom aan de Turkse overheid ter afkoop van een deel van zijn Turkse militaire dienstplicht.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen en voorwaarden

Artikel 2. Voorzieningen

Aan de belanghebbende die toestemming van de Turkse overheid heeft verkregen zijn dienstplicht in Turkije af te kopen kan door de bevoegde autoriteit éénmalig een renteloze lening van ten hoogste € 6000 worden verleend alsmede 20 werkdagen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging.

Artikel 3. Voorwaarden

1. De in artikel 2 genoemde renteloze lening en het buitengewoon verlof worden op aanvraag van de belanghebbende militair verleend, nadat deze, te rekenen vanaf de datum waarop hij de initiële opleiding met gunstig gevolg heeft afgesloten, tenminste één jaar onafgebroken in dienst is bij het ministerie van Defensie en als zodanig goed functioneert.

2. De in artikel 2 genoemde renteloze lening en het buitengewoon verlof worden op aanvraag van de belanghebbende burgerambtenaar verleend, nadat deze, te rekenen vanaf de datum waarop de proeftijd eindigt, tenminste één jaar onafgebroken in dienst is bij het ministerie van Defensie en als zodanig goed functioneert.

3. Het buitengewoon verlof wordt verleend voor de gevraagde periode, tenzij gewichtige redenen van dienstbelang zich hiertegen verzetten.

4. De renteloze lening is uitsluitend bestemd voor het door belanghebbende bij de Turkse overheid afkopen van de militaire dienstplicht alsmede voor de betaling van de met het volgen van de militaire basistraining verband houdende reis-, verblijf- en verzekeringskosten.

5. Het buitengewoon verlof is uitsluitend bestemd om de belanghebbende in de gelegenheid te stellen de met zijn militaire dienstplicht verband houdende basistraining in Turkije te volgen.

Hoofdstuk 3 Aanvraag, verplichtingen bij terugkeer en afwikkeling renteloze lening

Artikel 4. Aanvraag

1. De aanvraag om verlof en de renteloze lening dient tenminste 6 maanden voor het begin van de gewenste verlofperiode bij de commandant/

hoofd van dienst te worden ingediend.

2. Belanghebbende is verplicht bij zijn aanvraag de volgende documenten te voegen:

a. kopieën van door de Turkse overheid uitgegeven documenten, waaruit de volgende informatie blijkt:

1°. het oproepen van belanghebbende tot het vervullen van de militaire basistraining;

2° de begin- en einddatum van de militaire basistraining;

3° het bedrag in euro's van de aan de Turkse overheid te betalen afkoopsom Turkse dienstplicht;

b. een door belanghebbende ondertekende opgave van zijn verblijfplaats of verblijf- plaatsen gedurende zijn verblijf in Turkije, alsmede de wijze waarop hij gedurende dit verblijf naar verwachting schriftelijk en telefonisch bereikbaar is;

c. een door belanghebbende ondertekende verklaring naar het in de bijlage bij deze regeling gevoegde model.

3. De commandant/hoofd van dienst voorziet de in het tweede lid onder a. genoemde kopieën van zijn waarmerk en stuurt de aanvraag, samen met de overige door belanghebbende te voegen documenten, ter behandeling door naar de bevoegde autoriteit.

Artikel 5. Verplichtingen bij terugkeer

1. Na terugkeer van belanghebbende bij zijn diensteenheid is hij verplicht onverwijld de volgende documenten te overleggen:

a. een door de Turkse overheid afgegeven bewijsstuk waaruit blijkt dat hij zijn Turkse militaire dienstplicht heeft vervuld;

b. een door een beëdigde vertaler opgemaakte vertaling van het onder a. genoemde bewijsstuk.

2. De commandant/hoofd van dienst voorziet het in het eerste lid onder a. genoemde bewijsstuk van zijn waarmerk en stuurt dit, samen met de in het eerste lid onder b. genoemde vertaling, naar de bevoegde autoriteit.

Artikel 6. Afwikkeling renteloze lening

1. De fiscale consequenties van het verstrekken van de renteloze lening komen voor rekening van belanghebbende.

2. De renteloze lening dient in maximaal 48 maandelijkse opeenvolgende termijnen van ten minste € 125,00 te worden terugbetaald. De eerste termijnbetaling dient in de eerste maand volgend op de einddatum van het verleende buitengewoon verlof plaats te vinden.

3. Terugbetaling van de renteloze lening vindt plaats door middel van een inhouding van het termijnbedrag op de maandelijkse salarisbetaling;

4. Bij ontslag van de belanghebbende dient hij de restschuld ineens terug te betalen.

5. Bij overlijden van de belanghebbende vervalt de restschuld.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7. Nadere administratieve regels

Ter uitvoering van deze regeling kan de bevoegde autoriteit nadere administratieve regels stellen.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2002.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren (RFTDD).

Deze regeling zal in de MP 31-108 en MP 33-205 worden opgenomen en in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De Staatssecretaris van Defensie,H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Algemeen

Elke Turkse man, waar ook ter wereld, is tot zijn 39e dienstplichtig. Het afstand doen van de Turkse nationaliteit is mogelijk doch de meeste Turken zien daar van af. De motieven daarvoor zijn van emotionele en praktische aard. Zo hechten Turken bijzonder sterk aan het behoud van hun nationaliteit. Voorts is men als niet-Turk bij familiebezoek visumplichtig, zijn er beperkingen aan het grondbezit in Turkije en kunnen zich erfrechtelijke complicaties voordoen. Tenslotte heeft het feit dat men als Turkse man de militaire dienstplicht heeft vervuld een voor Turken zwaarwegende culturele betekenis.

Wetgeving in 1992 door Turkije leidde er toe dat de Nederlandse dienstplicht als vrijstellingsgrond voor de Turkse dienstplicht werd beschouwd. Het opschorten in 1996 door Nederland van de opkomstplicht had echter tot gevolg dat alle Turkse Nederlanders die Turks dienstplichtig zijn de dienstplicht in Turkije moeten vervullen. Verzoeken van de Nederlandse regering aan de Turkse om vervulling van actieve dienst als BBT-militair in de Nederlandse krijgsmacht als ontheffingsgrond te laten gelden voor de vervulling van de Turkse dienstplicht zijn niet gehonoreerd. De Turkse wet biedt daar geen mogelijkheid toe. Beroepsmilitair zijn is volgens de Turkse regering niet hetzelfde als dienstplicht vervullen. Daarnaast wil de Turkse regering onderdanen in het buitenland niet anders behandelen dan onderdanen in het eigen land.

Turkije houdt dus vast aan de vervulling in Turkije van de dienstplicht door Turken die elders wonen. Dit houdt in dat zij naar Turkije moeten komen om 18 maanden in dienst te gaan. Bij het Turkse consulaat in Nederland kan elke 2 jaar, tot het bereiken van de leeftijd van 39 jaar, uitstel worden aangevraagd. Het is ook mogelijk, tot de leeftijd van 39 jaar, 17 maanden dienstplicht af te kopen. In dat geval volgt de dienstplichtige 4 weken basisopleiding in Burdur (TR) en betaalt hij een bedrag van € 5112 aan de Turkse overheid. De gedachte achter deze afkoopsom is dat men ook op financiële wijze aan de Turkse landsverdediging kan bijdragen. Om voor de afkoopregeling in aanmerking te komen moet de dienstplichtige 6 maanden van tevoren een aanvraag indienen voor de gewenste opkomstdatum waarbij hij kan kiezen uit vier lichtingen, te weten januari, april, juni of oktober. De precieze data wisselen per lichting. De meeste Turkse mannen in Nederland maken om praktische en financiële redenen gebruik van de afkoopregeling.

Op 31 oktober 2001, tijdens de behandeling van de Defensiebegroting 2002, is de Tweede Kamer toegezegd dat voorzieningen zullen worden getroffen voor Nederlandse militairen die, doordat zij tevens over de Turkse nationaliteit beschikken, Turks dienstplichtige zijn. Daarbij is aangegeven dat aansluiting zou worden gezocht bij de standaardregeling die de Raad voor Hoofdcommissarissen (RHC) voor politie-ambtenaren heeft getroffen (Handelingen TK 2001-2002, nr. 17 1095 en 17 1109). Met het treffen van de onderhavige regeling wordt deze toezegging nagekomen. Tevens wordt daarmee uitvoering gegeven aan een deel van de motie Zijlstra c.s. Daarin wordt de regering verzocht met initiatieven te komen gericht op de oplossing van dit probleem, in kaart te brengen in welke andere gevallen de dubbele natio- naliteit tot deze problemen leidt en de kamer hierover te berichten (TK 2001-2002, 28 000 X, nr. 11).

De regeling

Voor deze regeling heeft de standaardregeling van de RHC model gestaan. Dat houdt in dat Defensie steun biedt aan de defensie-ambtenaar die zijn Turkse nationaliteit wenst te behouden, in verband daarmee verplicht is zijn militaire dienstplicht in Turkije te vervullen en gebruik wil maken van de afkoopregeling. De overwegingen die aan de regeling voor defensiebelanghebbenden ten grondslag liggen zijn dat het vrijwel onmogelijk is aan de Turkse dienstplicht te ontkomen en dat Defensie zich ook voor allochtone ingezetenen als een aantrekkelijk werkgever wil profileren. De Turkse dienstplicht mag geen reden zijn om Defensie te verlaten en voor de sollicitant mag de Turkse dienstplicht geen reden zijn af te zien van een aanstelling bij Defensie. Aldus beoogt deze regeling bij te dragen aan de werving en het behoud van personeel.

De in deze regeling getroffen voorzieningen zijn vermeld in artikel 2 en bestaan uit het verlenen van 20 werkdagen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging en het verstrekken van een renteloze lening van ten hoogste € 6000. Dit bedrag is uitsluitend en primair bestemd voor het voor een bedrag van 5112 euro afkopen van de Turkse dienstplicht. De rest van het bedrag moet worden aangewend ter bestrijding van reis- verblijf- en verzekeringskosten. Het feit dat de belanghebbende militair buitengewoon verlof geniet houdt onder meer in dat bij een niet tijdige terugkeer bij zijn Nederlandse diensteenheid het Nederlandse militair straf- en tuchtrecht van toepassing is. Het doorlopen van de bezoldiging gedurende het buitengewoon verlof borgt dat in beginsel alle uit de aanstelling voortvloeiende aanspraken blijven bestaan. Bij ziekte van een belanghebbende tijdens en na zijn verblijf in Turkije, ongeacht de oorzaak, zullen geen uitsluitingen op het gebied van doorbetaling, geneeskundige verzorging etc. plaatsvinden. Met betrekking tot eventuele arbeidsongeschiktheid, ontstaan tijdens het verrichten van Turkse militaire dienst, moet hij er rekening mee houden dat er in beginsel geen aanspraak op de WAO bestaat (Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990, artikel 4b). Voor dit risico zal belanghebbende moeten terugvallen op door de Turkse overheid getroffen voorzieningen. Het staat hem vrij daarboven een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Tenslotte zal belanghebbende geen aanspraak kunnen maken op de voor Nederlandse militairen getroffen voorzieningen uit hoofde van bedrijfsongeval en invaliditeit. In een nog uit te geven voorlichtingsbrochure zal op deze aspecten worden gewezen.

Naast de duur van de basistraining moet rekening worden gehouden met de reisduur van Nederland naar Burdur v.v. (Burdur ligt ± 600 km ten zuidoosten van Istanbul in zuidwest Turkije). Voorts met de duur van de voorbereiding en afwikkeling ter plaatse. Belanghebbende kan in verband daarmee vakantieverlof opnemen. De hoofdregel voor het verlenen van het buitengewoon verlof is vastgelegd in het derde lid van artikel 3. Als belanghebbende aan alle voorwaarden voldoet die de regeling stelt, wordt het buitengewoon verlof voor de gevraagde periode verleend, tenzij gewichtige redenen van dienstbelang zich daartegen verzetten. Bij gewichtige redenen van dienstbelang kan worden gedacht aan de operationele inzet van belanghebbende of de noodzakelijke bijdrage die hij daaraan uit hoofde van zijn functie moet leveren, het vaar-, oefen- of opleidingsprogramma of de noodzakelijke bijdrage die hij daaraan uit hoofde van zijn functie moet leveren, een functieverandering en de wens van de commandant/hoofd van dienst de door belanghebbende gevraagde verlofperiode zoveel mogelijk te laten samenvallen met de voor de eenheid vastgestelde verlofperiode. In de gevallen waarin gewichtige redenen van dienstbelang zich verzetten tegen het gedurende de gevraagde periode verlenen van verlof, zal door de bevoegde autoriteit, zoveel mogelijk in overeenstemming met de wensen van belanghebbende, tot een andere, beter passende, periode moeten worden besloten. De in het eerste lid van artikel 4 vastgestelde termijn van 6 maanden strekt in verband daarmee tot bescherming van zowel de belangen van de organi- satie als die van belanghebbende.

In artikel 2, eerste lid is bepaald dat het bedrag van de renteloze lening ten hoogste € 6000 bedraagt. Dit houdt in dat belanghebbende ook een lager bedrag kan aanvragen. In beide gevallen vult hij de in bijlage gevoegde verklaring in (artikel 4, tweede lid, onderdeel c.), en levert hij deze in bij zijn aanvraag. Terugbetaling van de lening vindt plaats in maximaal 48 opeenvolgende maandelijkse termijnen door inhouding op het salaris van tenminste € 125 (artikel 6, tweede en derde lid). Een renteloze lening van € 6000 is volgens dit aflossingsschema in 4 jaar terugbetaald.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Net als bij de politie, is besloten de regeling open te stellen voor de gehele populatie, d.w.z. voor in beginsel alle Turks-dienstplichtige defensie-ambtenaren: burgerambtenaren en beroepsmilitairen. Uitgezonderd zijn de reservist die onder de wapenen is, de defensie-ambtenaar die op non-actief is gesteld en de defensie-ambtenaar die reeds om andere redenen met buitengewoon verlof van lange duur is.

Artikel 3, vierde en vijfde lid

In deze leden is de bestemming van de in artikel 2 genoemde voorzieningen onderstreept. Indien de belanghebbende de renteloze lening en het buitengewoon verlof voor een ander doel aanwendt, is het bedrag van de openstaande schuld direct opeisbaar en dient het ten onrechte genoten buitengewoon verlof te worden verrekend met het openstaande verloftegoed. Indien dat niet mogelijk is kan de geldswaarde van het ten onrechte genoten verlof aan de belanghebbende in vordering worden gebracht.

Artikel 6, eerste lid

Uit artikel 59 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 blijkt dat het rentevoordeel voor leningen als deze moet worden belast. In punt 17.29 van de Handleiding loonbelasting, premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen 2002, heeft de Belastingdienst het normpercentage rentevoordeel voor 2002 op 4.5% gesteld. Het te belasten rentevoordeel voor 2002 is dus 4.5% over de som van de (rest)schuld. Dit betekent dat het belastbaar loon van de belanghebbende met het op basis daarvan gevonden bedrag moet worden verhoogd. De hogere loonheffing die daarvan het gevolg is veroorzaakt een negatief inkomenseffect. Als uitgegaan wordt van een renteloze lening van € 6000 (t.b.v. afkoopsom en reis-, verblijf- en verzekeringskosten), een aflossingstermijn van 48 maanden ad. € 125 per maand en 4.5% rentebijtelling (fiscale norm 2002), moet het te fiscaliseren bedrag in jaar 1 € 239,06 zijn, in jaar 2 € 171,56, in jaar 3 € 104,06 en in jaar 4 € 36,56. Voor een matroos 1 met een bruto maandsalaris van € 1474,79 alsmede een soldaat 1 met een bruto maandsalaris van € 1310,52, beiden met salarisnummer 2, is dat op netto jaarbasis een negatief inkomenseffect van ruwweg € 115 in jaar 1, € 81 in jaar 2, € 58 in jaar 3, en € 14 in jaar 4. Het totale negatieve inkomenseffect over 4 jaar is dan ruwweg € 268.

De Staatssecretaris van Defensie,

H.A.L. van Hoof.

Bijlage

stcrt-2002-112-p10-SC34997-1.gif
Naar boven