Convenant tussen Nederland en Aruba inzake export en handhaving socialeverzekeringsuitkeringen

9 april 2001

Nederland en Aruba,

Wensend de rechtmatige betaling van socialeverzekeringsuitkeringen naar elkaars grondgebied te garanderen,

Wensend de samenwerking tussen de beide landen op het terrein van de sociale verzekeringen te bevorderen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. Voor de toepassing van dit Convenant wordt verstaan onder:

a. `Convenantsluitende Partijen': Nederland en Aruba;

b. `grondgebied': met betrekking tot Nederland het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa; met betrekking tot Aruba het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Aruba;

c. `bevoegde autoriteit': met betrekking tot Nederland de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; met betrekking tot Aruba de Minister belast met Sociale Zaken;

d. `bevoegd orgaan': met betrekking tot Nederland voor wat betreft de takken van sociale verzekering genoemd onder artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b en c: het Landelijk instituut sociale verzekeringen p/a Gak Nederland bv; voor wat betreft de takken van sociale verzekering genoemd onder artikel 2, eerste lid, onderdelen d, e en f: de Sociale Verzekeringsbank; met betrekking tot Aruba: de Sociale Verzekeringsbank, dan wel de rechtsopvolger van genoemde organen;

e. `wetgeving': de wetgeving die betrekking heeft op de in artikel 2 genoemde takken van sociale verzekering;

f. `uitkering': iedere uitkering of ieder pensioen ingevolge de wetgeving;

g. `uitkeringsgerechtigde': iedere aanvrager van of gerechtigde op een uitkering;

h. `gezinslid': iedere persoon ten behoeve van wie recht op uitkering kan bestaan;

i. `wonen': normaal verblijven;

j. `verblijven': tijdelijk verblijven.

2. Elke term die niet in het Convenant is omschreven heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die wordt toegepast.

Artikel 2. Materiële werkingssfeer

Dit Convenant is van toepassing:

1. met betrekking tot Nederland, op de Nederlandse wetgeving betreffende de volgende takken van sociale verzekering:

a. uitkeringen in geval van ziekte en moederschap;

b. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor werknemers;

c. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor zelfstandigen;

d. ouderdomspensioenen;

e. nabestaandenuitkeringen;

f. kinderbijslagen;

2. met betrekking tot Aruba, op de Arubaanse wetgeving betreffende de volgende takken van sociale verzekering:

a. uitkeringen in geval van ziekte en moederschap;

b. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor werknemers;

c. ouderdomspensioenen;

d. nabestaandenuitkeringen.

Artikel 3. Personele werkingssfeer

Tenzij in dit Convenant anders is bepaald, is dit Convenant van toepassing op iedere uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid voorzover hij woont of verblijft op het grondgebied van één der Convenantsluitende Partijen.

Artikel 4. Export van uitkeringen

Beide Convenantsluitende Partijen bevorderen wettelijke bepalingen in te trekken dan wel geen wettelijke bepalingen te treffen die de betaling van een uitkering beperken uitsluitend wegens het feit dat een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid op het grondgebied van de andere Convenantsluitende Partij woont of verblijft.

Artikel 5. Identificatie

1. Ten behoeve van de vaststelling van het recht op uitkering of de rechtmatigheid van een betaling krachtens de wetgeving van één van de Convenantsluitende Partijen, identificeert het bevoegde orgaan in wiens grondgebied betrokkene woont of verblijft de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid aan de hand van een officieel identiteitsbewijs. Een officieel identiteitsbewijs is een paspoort of ieder ander geldig identiteitsbewijs afgegeven op het grondgebied waar betrokkene woont of verblijft.

2. Het bevoegde orgaan stelt het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij ervan in kennis dat de identiteit van de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid naar behoren is vastgesteld door het een gewaarmerkte kopie van het identiteitsbewijs te zenden.

Artikel 6. Verificatie van aanvragen en betalingen

1. Voor de toepassing van dit artikel:

a. omvat `gegevens' ten minste gegevens met betrekking tot identiteit, adres, leefsituatie, werk, onderwijs, inkomen, gezondheidstoestand, overlijden en detentie;

b. betekent `instantie' iedere organisatie bevoegd met betrekking tot de informatie, bedoeld in onderdeel a, en omvat onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, belastingdiensten, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiekantoren.

2. Met betrekking tot de aanvraag om of de rechtmatigheid van de betaling van een uitkering verifieert het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij, op verzoek van het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij, de gegevens met betrekking tot een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid. Indien noodzakelijk wordt de verificatie samen met de instanties uitgevoerd. Het bevoegde orgaan zendt een verklaring van de verificatie alsmede een gewaarmerkt afschrift van de relevante documenten aan het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij.

3. Niettegenstaande het tweede lid, informeert het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij, zonder voorafgaand verzoek daartoe en voorzover mogelijk, het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij over iedere verandering in de gegevens met betrekking tot een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid.

4. De bevoegde organen van de Convenantsluitende Partijen kunnen zich rechtstreeks tot elkaar en tot de instanties wenden, alsmede tot een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid, of een vertegenwoordiger van betrokkene.

5. Voor de toepassing van dit Convenant verlenen de instanties hun goede diensten en handelen zij alsof het de toepassing van hun eigen wetgeving betreft. De administratieve hulp verleend door de instanties is kosteloos. Niettemin kunnen de bevoegde autoriteiten van de Convenantsluitende Partijen overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden.

Artikel 7. Medische onderzoeken

1. Op verzoek van het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij zal het medisch onderzoek van een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid die woont of verblijft op het grondgebied van de andere Convenantsluitende Partij verricht worden door het bevoegde orgaan van laatstgenoemde Convenantsluitende Partij.

2. Voor de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid gebruikt het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij de medische rapporten en administratieve gegevens die door het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij zijn verstrekt. Niettemin behoudt het bevoegde orgaan van eerstgenoemde Convenantsluitende Partij het recht een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid op te roepen teneinde een medisch onderzoek door een arts van zijn keuze of op zijn grondgebied te ondergaan.

3. Indien een uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid is opgeroepen om een medisch onderzoek te ondergaan en hij meent dat hij om medische redenen niet in staat is zich te begeven naar het grondgebied van de andere Convenantsluitende Partij, informeert hij het bevoegde orgaan van die Convenantsluitende Partij onmiddellijk onder overlegging van een medische verklaring, afgegeven door een arts die daartoe is aangewezen door het bevoegde orgaan op wiens grondgebied hij woont of verblijft. Deze verklaring omvat de medische redenen voor de ongeschiktheid tot reizen alsmede de verwachte duur hiervan.

4. De kosten van medisch onderzoek alsmede, indien van toepassing, de reis- en verblijfskosten zijn voor rekening van het bevoegde orgaan op wiens verzoek het onderzoek is uitgevoerd.

Artikel 8. Verrekening

Wanneer het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij op grond van de wetgeving een beslissing ter zake van aan een uitkeringsgerechtigde onverschuldigd betaalde uitkering heeft genomen waartegen in die Convenantsluitende Partij geen rechtsmiddelen meer kunnen worden aangewend, kan dit bevoegde orgaan aan het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij die uitkeringen aan deze uitkeringsgerechtigde is verschuldigd, verzoeken het onverschuldigd betaalde bedrag en de in verband hiermee eventueel verschuldigde administratieve boete in te houden op de door laatstgenoemd bevoegd orgaan aan de betrokkene verschuldigde achterstallige of toekomstige betalingen. Laatstgenoemd bevoegd orgaan houdt het bedrag in op de wijze en binnen de grenzen als bepaald in diens van toepassing zijnde nationale wetgeving en maakt het ingehouden bedrag over aan het bevoegde orgaan dat de vorderingen heeft.

Artikel 9. Weigering, schorsing, intrekking

Overeenkomstig het bepaalde in de wetgeving van de Convenantsluitende Partijen, kan het bevoegde orgaan van een Convenantsluitende Partij de uitkering weigeren, schorsen of intrekken, indien

a. de uitkeringsgerechtigde onderzoeken niet ondergaat of inlichtingen niet verstrekt als bedoeld in de artikelen 5 en 7, leden 2 en 3, van dit Convenant binnen een periode van drie maanden; of

b. het bevoegde orgaan van de andere Convenantsluitende Partij nalaat informatie te verstrekken of onderzoeken uit te voeren als bedoeld in de artikelen 5, 6, tweede lid, en 7, eerste lid, van dit Convenant binnen een periode van drie maanden.

Artikel 10. Gegevensbescherming

De mededeling of het gebruik van persoonlijke gegevens voor socialezekerheidsdoelen op grond van dit Convenant dan wel voor andere dan socialezekerheidsdoeleinden is slechts mogelijk met goedkeuring van de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid dan wel overeenkomstig andere garanties neergelegd in de van toepassing zijnde nationale wetgeving.

Artikel 11. Informatievoorziening en wederzijdse hulp

1. De bevoegde autoriteiten van de Convenantsluitende Partijen verstrekken elkaar zo spoedig mogelijk:

a. inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van dit Convenant getroffen maatregelen, en

b. inlichtingen met betrekking tot alle wijzigingen in hun wetgeving welke van invloed kunnen zijn op de uitvoering van dit Convenant.

2. De bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van de Convenantsluitende Partijen zijn elkaar bij de toepassing van dit Convenant behulpzaam als betrof het de toepassing van hun eigen wetgeving.

3. Voor de betaling van een uitkering kunnen de bevoegde organen gebruik maken van elkaars administratieve en technische infrastructuur terzake van de betaling van uitkeringen. Indien zij daartoe besluiten dienen de nadere voorwaarden voor het gebruik van elkaars administratieve en technische infrastructuur terzake van de betaling van uitkeringen vastgelegd te worden in een tussen de betrokken organen te sluiten overeenkomst.

4. De in het tweede lid bedoelde hulp en het in het derde lid bedoelde gebruik van elkaars infrastructuur voor betalingen is in beginsel kosteloos. De bevoegde organen kunnen echter overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden.

Artikel 12. Implementatie

De bevoegde organen van de Convenantsluitende Partijen kunnen met elkaar nadere overeenkomsten sluiten waarin onder meer wordt vastgelegd op welke wijze en volgens welke procedures de administratieve en medische controle plaatsvindt.

Artikel 13. Geschillenbeslechting

Geschillen tussen de bevoegde organen van beide Convenantsluitende Partijen inzake de toepassing van dit Convenant worden in onderling overleg beslecht.

Artikel 14. Inwerkingtreding

1. De Convenantsluitende Partijen geven elkaar schriftelijk kennis van de voltooiing van hun respectieve juridische of constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding van dit Convenant.

2. De bevoegde organen geven beide Convenantsluitende Partijen schriftelijk kennis van hun instemming met de uitvoering van dit Convenant.

3. Dit Convenant treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van de laatste van de in het tweede lid bedoelde kennisgevingen, met dien verstande dat dit Convenant niet eerder in werking treedt dan de eerste dag volgend op de datum van de laatste van de in het eerste lid bedoelde kennisgevingen.

Artikel 15. Beëindiging

Dit Convenant kan te allen tijde worden beëindigd door de andere Convenantsluitende Partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen. In geval van beëindiging blijft dit Convenant van kracht tot het einde van het kalenderjaar volgende op het jaar waarin de andere Convenantsluitende Partij de opzegging heeft ontvangen.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Convenant hebben ondertekend.

Gedaan in tweevoud te Den Haag, op 9 april 2001, in de Nederlandse taal.

Voor Nederland,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,J.F. Hoogervorst.
Voor Aruba,
De Minister van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Cultuur en Sport,
namens deze,
L.G. Beke-Martinez MD.

Toelichtende nota

1. Algemeen

1.1. Wet beperking export uitkeringen

Op 1 januari 2000 zijn de Wet beperking export uitkeringen (Wet van 27 mei 1999, Stb. 250) en de Wijzigingswet beperking export uitkeringen (Wet van 22 december 1999, Stb. 594) in werking getreden. Op grond van deze wetten heeft de verzekerde geen recht op een socialeverzekeringsuitkering gedurende de periode dat hij, of degene ten behoeve van wie de uitkering wordt verstrekt, niet in Nederland woont. Deze exportbeperking geldt niet, indien de betrokkene woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op uitkering kan bestaan. Achtergrond van deze wetgeving is de omstandigheid dat de rechtmatigheid van de socialeverzekeringsuitkeringen die over de grens worden verstrekt, niet afdoende kan worden gewaarborgd. De uitvoeringsorganen beschikken dikwijls niet over de mogelijkheden om buiten Nederland de voor de uitvoering van de sociale verzekeringen noodzakelijke verificaties en controles te verrichten zoals die ook in Nederland plaatsvinden. Het doel van de Wet beperking export uitkeringen is om de rechtmatigheid van de uitkeringen te verbeteren door de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten over de grens te versterken. Het middel hiertoe is om met de landen waar Nederlandse uitkeringen worden betaald, bij verdrag afspraken te maken die ten aanzien van dat land de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten, en daardoor de rechtmatigheid van de uitkeringen, verbeteren. Op grond van de wet kunnen uitkeringen alleen worden geëxporteerd naar landen waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten met handhavingsafspraken als hiervoor bedoeld. Met de Nederlandse Antillen en Aruba kan Nederland staatsrechtelijk gezien geen verdrag sluiten. De Wet beperking export uitkeringen maakt bij algemene maatregel van bestuur een uitzondering op de exportbeperking mogelijk voor uitkeringsgerechtigden die in de Nederlandse Antillen of in Aruba wonen. Het Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen (Stb. 1999, 600) bepaalt dat in deze landen in ieder geval tot 1 januari 2003 recht op uitkering bestaat. Vanaf 1 januari 2003 bestaat slechts recht op uitkering indien deze landen met Nederland een convenant met handhavingsafspraken hebben gesloten.

1.2. Handhavingsafspraken

Het convenant met Aruba voorziet in de handhavingsafspraken die noodzakelijk zijn in het licht van de Wet beperking export uitkeringen. Deze afspraken zijn erop gericht om verificatie en controle mogelijk te maken ten aanzien van de volgende aspecten die van belang zijn voor de uitvoering van de socialeverzekeringswetten:

- identiteit

- in leven zijn

- leefvorm

- inkomen van de betrokkene

- inkomen van de partner

- samenloop van uitkeringen

- arbeidsongeschiktheid

- bestaan/leeftijd/inkomen/onderwijs van het kind

- detentie

De uitvoeringsorganen hebben kenbaar gemaakt dat dit convenant voldoende basis vormt om het handhavingsdoel van de Wet beperking export uitkeringen te bereiken. Op grond van het convenant wordt de exportbeperking ten aanzien van Aruba dan ook niet ingevoerd.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat definities van in het convenant gebruikte begrippen.

Artikel 2

In dit artikel is voor beide landen de wetgeving opgenomen die onder de materiële werkingssfeer van het convenant vallen. Voor Nederland zijn dit de sociale verzekeringswetten waarop de exportbeperking van de Wet beperking export uitkeringen betrekking heeft. Voor de Toeslagenwet (TW) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) geldt een wettelijk exportverbod. Deze wetten vallen daarom niet onder de werkingssfeer van het convenant. Evenmin onder de werkingssfeer van het convenant vallen de loonbetalingen waarop de werknemer recht heeft bij ziekte (artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek). De Wet beperking export uitkeringen ziet op uitkeringen en niet op (contractuele) verplichtingen op grond van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 3

In dit artikel is geregeld wie onder de personele werkingssfeer van het convenant vallen. Voor de toepassing van de Nederlandse wetgeving dienen onder gezinsleden te worden begrepen de partner in verband met de partnertoeslag op grond van de Algemene ouderdomswet (AOW), de halfwees in verband met de halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw), en het kind in verband met de kinderbijslag op grond van de Algemene kinderbijslagwet (AKW).

Artikel 4

Op grond van artikel 21, eerste lid, van het Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen, kan het recht op uitkering in Aruba vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip ligt niet eerder dan 1 januari 2003. Op grond van het convenant verplicht Nederland zich om geen gebruik te maken van deze mogelijkheid om ten aanzien van Aruba de exportbeperking in te voeren.

Artikel 5

Dit artikel regelt de identificatie van de betrokkene in verband met de vaststelling van zijn uitkeringsrechten of de beoordeling van de rechtmatigheid van betalingen aan hem.

Artikel 6

De in dit artikel opgenomen bepalingen bieden de rechtsbasis voor de verificatie van de gegevens zoals hiervoor vermeld onder punt 1.2, en het gegevensverkeer tussen de betrokken instanties.

Artikel 7

Dit artikel bevat specifieke bepalingen over de medische controle van de uitkeringsgerechtigde of degene die een uitkering aanvraagt.

Artikel 8

Dit artikel strekt ertoe de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen alsmede opgelegde boeten te vergemakkelijken door middel van verrekening van uitkeringen.

Artikel 9

Op grond van dit artikel hebben de uitkeringsorganen de bevoegdheid om de uitkering te weigeren, te schorsen of in te trekken bij niet (tijdige) nakoming door betrokkene van de informatieverplichting of de verplichting om onderzoeken te ondergaan. Bovendien wordt de uitkeringsorganen de bevoegdheid gegeven om de uitkering te weigeren of te schorsen, indien het orgaan in het andere land niet (tijdig) de informatie verstrekt waarom wordt verzocht, of nalaat (tijdig) een onderzoek uit te voeren. Voor de toepassing van deze bepalingen is nadere wetgeving vereist.

Artikel 10

Dit artikel regelt de bescherming van persoonlijke gegevens die in het kader van het convenant worden uitgewisseld.

Artikel 11

Dit artikel bevat een informatieverplichting voor de bevoegde autoriteiten en de verplichting elkaar behulpzaam te zijn bij de uitvoering van het convenant.

Artikel 12

Op basis van dit artikel kunnen de bevoegde organen nadere overeenkomsten met elkaar sluiten voor de implementatie van het convenant.

Artikel 14

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het convenant. Het tweede lid van het artikel bepaalt dat de bevoegde organen elkaar schriftelijk in kennis stellen van hun instemming met de uitvoering van het convenant. Hiertoe hebben de bevoegde organen op 9 april 2001 een protocol ondertekend.

Naar boven