2 maart 2001
Nr. 04/2001
Centraal Nautisch Beheer/Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam
De directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer, tevens
Rijkshavenmeester, maakt het volgende bekend:
Met ingang van 26 januari 2001 is de Zuidersluis te IJmuiden na renovatie
weer in gebruik genomen.
Afmetingen van de Zuidersluis:
• lengte tussen de stopstrepen: 103,70 m
• lengte tussen de penanten: 101,00 m
• breedte tussen de penanten: 18,05 m
• breedte in de sluiskolk op NAP-niveau: 21,50 m
• breedte in de sluiskolk op NAP-5,80 m: 20,60 m
• minste breedte op de sluisvloer: 17,60 m
• drempeldiepte: NAP-7,85 m
• brug over buitenhoofd in gesloten stand: NAP+6,60 m.
Minste waterdiepten in de toeleidingskanalen:
1. Diepte Zuider Buitentoeleidingskanaal bedraagt: NAP-7,90 m
2. Diepte Zuider Binnentoeleidingskanaal bedraagt: NAP-6,90 m
3. Kanaalpeil is NAP-0,50 m.
Toegestane grootste afmetingen van de te schutten schepen:
1. Zeevaart
• lengte: 95,00 m
• breedte: 17,00 m
• diepgang: 5,80 m*
2. Binnenvaart
• lengte: 100,00 m
• breedte: 17,70 m
• diepgang: 5,80m*
* Bij een waterstand van NAP-1,10 m of minder in het Zuider Buitentoeleidingskanaal
en of NAP-0,50 m of minder in het Zuider Binnentoeleidingskanaal, dient de
maximale toegestane diepgang verminderd te worden met het verschil tussen
de werkelijke en de eerder genoemde waterstanden van respectievelijk NAP-1,10
m en NAP-0,50 m.
Bolders:
De Zuidersluis is in de kolk en op de muur voorzien van bolders ten behoeve
van recreatievaart, binnenvaart en zeevaart. In verband met de geringe breeksterkte
van de bolders voor de recreatievaart mag de beroepsvaart slechts gebruik
maken van de grotere voor hen bestemde bolders.
Vastmakers:
Zeevaart alsmede grote zeegaande jachten met een lengte van 25 m of meer,
dienen bij het schutten door de Zuidersluis van daartoe bekwaam personeel
(vastmakers) gebruik te maken.
Tevens kan de sluismeester in situaties waarin hij dat nodig acht, het
gebruik van vastmakers ook voor overige scheepvaart verplichten.