De voorzitter van het centraal stembureau:
Gezien de bij hem op 10 december 2001 ingekomen brief van de voorzitter
van provinciale staten van Zuid-Holland, houdende mededeling dat de heer J.H.
Ekkers , wonende te Vianen, ontslag neemt als lid van dat orgaan.
Overwegende:
dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten
rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden:
J. Nolten, van wie een verklaring is ontvangen dat hij niet in aanmerking
wenst te komen voor benoeming;
E.J. Groosman-van den Brandhof, F.W. van der Dussen, die beiden benoemd
zijn tot lid van de provinciale staten;
J.H. Ekkers, in wiens vacature wordt voorzien;
J. de Reus, van wie een verklaring is ontvangen dat hij niet in aanmerking
wenst te komen voor benoeming;
C.W.P.M. Roemers-de Jong, die benoemd is tot lid van de provinciale staten;
A.J.B. Hubert, van wie een verklaring is ontvangen dat hij niet in aanmerking
wenst te komen voor benoeming;
C.B. Aptroot, F.W. van Gils, die beiden benoemd zijn tot lid provinciale
staten;
T.L.N. Weterings, die inmiddels geen inwoner meer is van de provincie
Zuid-Holland;
R.E. Waterman, J.J. Helder, M.A. Houtzager, H.B. Hieltjes, H.J.J. Bruning,
J.J. Wiegman, die allen benoemd zijn tot lid provinciale staten;
W.C. Voorsluijs-Schermers, van wie een verklaring is ontvangen dat zij
niet in aanmerking wenst te komen voor benoeming;
C.A. Huigen-van Boven, M.C. Groenewegen-Weerman, A.C.M. Kuntze, H.J. Velthoen,
G.A.N.H. Schreuder, J.J. Volmuller, D. van der Plas-van der Plas, C.J.P.M.
van der Maarel, E. Veenstra, S.F. Fekkes, H.A. van Sluys, A.A Aeyelts Averink-Winsemius,
die allen benoemd zijn tot lid provinciale staten;
dat, gelet op artikel W 1 van de Kieswet, thans voor benoeming in aanmerking
komt
de heer J.L. Hartkamp, wonende te Rijswijk;
verklaart dientengevolge de heer J.L. Hartkamp, wonende te Rijswijk, benoemd
tot lid van provinciale staten van Zuid-Holland.