Intrekking Besluit liquiditeitenbeheer uitvoeringsinstellingen etc.
en nadere regelgeving
Besluit intrekking Besluit liquiditeitenbeheer uitvoeringsinstellingen,
verrekeningen Lisv-fondsen met uitvoeringsinstellingen en afdrachten uitvoeringsinstellingen
aan College voor zorgverzekeringen en intrekking nadere regelgeving
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen;
Gelet op de artikelen 97 en 97j Werkloosheidswet, 27, derde lid, Toeslagenwet,
65, tweede lid, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en
artikel 43, vierde lid, onder d, Organisatiewet sociale verzekeringen 1997,
Besluit:
Artikel I
Het Besluit liquiditeitenbeheer uitvoeringsinstellingen, verrekeningen
Lisv-fondsen met uitvoeringsinstellingen en afdrachten uitvoeringsinstellingen
aan College voor zorgverzekeringen wordt ingetrokken.
Artikel II
Het Besluit verrekening voorschotbedragen tussen Lisv en Cadans, het Besluit
verrekening voorschotbedragen tussen Lisv en GAK, het Besluit verrekening
voorschotbedragen tussen Lisv en GUO, het Besluit verrekening voorschotbedragen
tussen Lisv en SFB en het Besluit verrekening voorschotbedragen tussen Lisv
en USZO worden ingetrokken.
Artikel III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Amsterdam, 19 december 2001.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.
Toelichting
Met Besluit van 15 december 1999 heeft het Lisv regels gesteld over het
liquiditeitenbeheer van de uitvoeringsinstellingen, over het verrekeningenverkeer
tussen de Lisv-fondsen en de uitvoeringsinstellingen en over de afdrachten
van de uitvoeringsinstellingen aan het College voor zorgverzekeringen.
Deze regels zijn gedeeltelijk gebaseerd op specifieke bevoegdheden in
de sv-wetten (WW, TW en Wajong) en gedeeltelijk gebaseerd op een algemene
bevoegdheid in de Osv 1997 om instructies aan de uvi's te geven (art. 43 Osv
1997). Deze laatste bevoegdheid hangt samen met de opdrachtgevende rol van
het Lisv. Met ingang van 1 januari 2002, de datum van inwerkingtreding van
de wet suwi, vervalt de algemene instructiebevoegdheid. De specifieke bevoegdheden
blijven gehandhaafd. Hierdoor ontvalt een gedeelte van de wettelijke basis
aan de door het Lisv gestelde regels.
Op grond van het Besluit van 15 december 1999 heeft het Lisv per uitvoeringsinstelling
en na overleg met de desbetreffende uitvoeringsinstelling regels gesteld over
de bevoorschottingsdata. Ook deze verliezen hun juridische basis.
Daarnaast verliezen de Lisv-regels hun betekenis, aangezien de wet geïntegreerd
middelenbeheer per 1 januari 2002 van toepassing wordt op het gehele UWV.
Dit heeft tot gevolg dat vrijwel alle middelen van het UWV terecht komen in
de rekeningcourant met het Ministerie van Financiën. Thans is de wet
niet van toepassing op de uitvoeringsinstellingen. Wel leidt de genoemde regelgeving
van het Lisv ertoe dat de middelen die de uitvoeringsinstellingen verkrijgen,
zoveel mogelijk in de rekeningcourant tussen het Lisv en het Ministerie van
Financiën komen en dat de middelen die bij de uitvoeringsinstellingen
uitstaan, relatief beperkt zijn.
Vanwege de genoemde redenen worden het Besluit van 15 december 1999 en
de daarop gebaseerde Lisv-besluiten per uitvoeringsinstelling ingetrokken.
Amsterdam, 19 december 2001.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.