Regeling begrotingsbesluiten Provinciale Staten m.b.t. Regeling beëindiging veehouderijtakken

21 december 2001

Nr. TRCJZ/2001/17780

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 22, tweede lid, van de Regeling beëindiging veehouderijtakken;

Deelt mee:

Met betrekking tot de subsidieplafonds, vastgesteld in artikel 3, tweede lid, van het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 28 september 2001, nr. TRCJZ/2001/139321, hebben de Provinciale Staten van de in dat besluit genoemde provincies op de hierna genoemde data een besluit genomen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Regeling beëindiging veehouderijtakken:

- Provinciale Staten van de provincie Gelderland op 16 mei 2001;

- Provinciale Staten van de provincie Limburg op 31 augustus 2001;

- Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant op 9 november 2001;

- Provinciale Staten van de provincie Utrecht op 10 december 2001.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

1 Stcrt. 188, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 oktober 2001, Stcrt. 208.

Toelichting

Bij besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 28 september 2001, nr. TRCJZ/2001/13932 (Stcrt. 188, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 25 oktober 2001, nr. TRCJZ/2001/

15163, Stcrt. 208), zijn voor de aanvraagperiode die liep van 1 oktober tot en met 31 oktober 2001 de volgende subsidieplafonds voor de verlening van subsidies als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (hierna: Rbv) vastgesteld:

- voor de provincie Utrecht: 4 miljoen gulden ofwel 1,82 miljoen euro;

- voor de provincie Gelderland: 22,5 miljoen gulden ofwel 10,21 miljoen euro;

- voor de provincie Noord-Brabant: 100 miljoen gulden ofwel 45,38 miljoen euro;

- voor de provincie Limburg: 30 miljoen gulden ofwel 13,61 miljoen euro.

Het betreft hier de door de provincies te financieren subsidies voor de sloop van bedrijfsgebouwen. Deze plafonds zijn vastgesteld onder voorbehoud van garantstelling van de financiering door de desbetreffende provincies. Bij bovengenoemd besluit is in artikel 3, derde lid, geregeld dat de garantstelling pas definitief wordt als de Provinciale Staten vóór 1 januari 2002 een daartoe strekkend begrotingsbesluit hebben genomen.

In artikel 22, tweede lid, van de Rbv is bepaald dat van deze begrotingsbesluiten mededeling wordt gedaan in de Staatscourant. De onderhavige mededeling strekt daartoe.

Voornoemde begrotingsbesluiten staan overigens los van de besluitvorming die nog moet plaatsvinden binnen de provincies over een ophoging van de plafonds die de financiering van de vergoeding voor de circa 250 hectare aan te slopen oppervlakte van bedrijfsgebouwen van de bij de tweede openstelling aangemelde bedrijven zeker moet stellen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven