Beleidsvoornemen programma Communicatie
12 december 2001
DCO/OC-855/01
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 1.1.6, 1.1.7, 1.1.8., 1.1.10., 2.4.9. en 2.4.10.
van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken1,
Besluit:
Artikel 1
Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 2.4.9. en 2.4.10. van
de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken geldt voor de periode
van 1 januari tot en met 31 december 2002 voor het programma Communicatie
het volgende beleidsvoornemen:
Het programma Communicatie is erop gericht die communicatieprocessen in
ontwikkelingslanden te bevorderen die de maatschappelijke participatie van
burgers vergroten, enerzijds door de stimulering van vrije nieuwsgaring en
pluriformiteit in meningsuiting en anderzijds door bevordering van het gebruik
van moderne informatie- en communicatietechnologie. Daartoe worden activiteiten
gesubsidieerd - zoveel mogelijk in ontwikkelingslanden zelf - gericht op of
ter bevordering van de training van journalisten, de uitvoering van journalistieke
projecten en de implementatie van ontwikkelingen op het terrein van de communicatie-
en informatietechnologie. Opbouw van institutionele capaciteit op deze terreinen
in ontwikkelingslanden zelf verdient de voorkeur.
Het programma richt zich bij voorkeur op activiteiten in die landen waarmee
structureel wordt samengewerkt (d.w.z. landen op de zgn. 19+32
lijst) en in de landen waarmee wordt samengewerkt op het terrein van `mensenrechten,
vredesopbouw en goed bestuur'3. Daarnaast kunnen activiteiten gesteund
worden die een regionaal of wereldwijd karakter hebben, indien deze op één
of andere wijze gerelateerd zijn aan onderwerpen en landen hierboven aangegeven.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,namens deze,
De
Directeur-Generaal Internationale Samenwerking
R. Keller.
1 Stcrt. 1998, nr. 249.
2 Bangladesh, Benin, Bolivia, Burkina Faso, Egypte, Eritrea,
Ethiopië, Ghana, India, Indonesië, Jemen, Macedonië, Mali,
Mozambique, Nicaragua, Rwanda, Sri Lanka, Tanzania, Uganda, Vietnam, Zambia
en Zuid-Afrika.
3 Albanië, Armenië, Bosnië, Cambodja, Colombia,
El Salvador, Georgië, Guatemala, Guinee-Bissau, Honduras, Kenia, Moldavië,
Namibië, Nepal, China, Pakistan, Zimbabwe en de Palestijnse Gebieden.