Aanbeveling ingevolge artikel 21 van de Wet waardering onroerende zaken

De Waarderingskamer,

Gelet op:

artikel 4, tweede lid, 20, tweede lid, en 21 van de Wet waardering onroerende zaken en op artikel 7, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken;

Overwegende:

- dat in de eerste acht weken van 2001 WOZ-beschikkingen genomen moeten worden;

- dat de kwaliteit van de bepaalde waarden en van de daaraan ten grondslag liggende gegevens door of namens het college van burgemeester en wethouders vooraf gecontroleerd moet zijn;

- dat het college van burgemeester en wethouders van die controle doet blijken door het inzenden van een rapportage over de kwaliteitsanalyse van alle taxaties;

- dat die rapportage bij de Waarderingskamer ingediend behoort te zijn vóór of op 1 oktober 2000;

- dat de gemeente Nederlek op 30 januari 2001 nog niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen terzake;

- dat de Waarderingskamer mede in verband met de belangen van de afnemers van de waardegegevens die kwaliteitsrapportage moet beoordelen;

- dat tussen 30 januari 2001 en 26 februari 2001 voor de Waarderingskamer en de gemeente onvoldoende tijd resteert om een zorgvuldige beoordeling af te ronden respectievelijk de bevindingen van die beoordeling in de gemeentelijke administratie te verwerken;

- dat niet is gebleken van voor deze gemeente geldende feiten of omstandigheden die zodanig bijzonder zijn dat het verzuim verschoonbaar is;

Stelt vast:

dat het college van burgemeester en wethouders van Nederlek nalatig is gebleven bij het nakomen van de wettelijke verplichtingen en het geven van uitvoering aan de verantwoordelijkheden die aan het college zijn opgedragen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken,

Besluit:

het college van burgemeester en wethouders van Nederlek aan te bevelen:

1. ervoor zorg te dragen dat de desbetreffende gemeente-ambtenaar zijn bevoegdheid om in de periode tussen 1 januari 2001 en 26 februari 2001 WOZ-beschikkingen te verzenden niet zal gebruiken dan nadat de controle door de gemeente en het toezicht door de Waarderingskamer op de uitvoering van de waardebepaling naar de waardepeildatum 1 januari 1999 naar behoren is afgewikkeld en het college kennis heeft genomen van, en uitvoering heeft gegeven aan, de bevindingen van de Waarderingskamer;

2. met inachtneming van het gestelde onder 1 de afnemers en de Waarderingskamer onverwijld omtrent de huidige planning en steeds bij wijziging van die planning te informeren terzake van de datum waarop het merendeel van de WOZ-beschikkingen verzonden zullen worden alsmede de datum waarop de desbetreffende gegevens volgens de terzake geldende wettelijke regels aan de afnemers geleverd zullen worden.

Den Haag, 31 januari 2001.
J.A.M. Hendrikx, voorzitter.
J.G.E. Gieskes, secretaris.

Naar boven