Vaststelling bedrag nominaal deel eindejaarsuitkering 2001

15 november 2001

AD2001/U96224

Directie Personeelsmanagement Rijksdienst

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 20a, eerste lid, onder b, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984,

Besluit:

Artikel 1

1. Het nominaal bedrag van de eindejaarsuitkering voor het jaar 2001 bedraagt:

- f 16,48 (= € 7,48) per maand voor het tijdvak van 1 januari tot 1 april;

- f 40,22 (= € 18,25) per maand voor het tijdvak van 1 april tot en met 31 december.

2. De ambtenaar voor wie de arbeidsduurfactor minder dan 1 bedraagt, ontvangt het nominale bedrag naar evenredigheid van de overeengekomen werktijd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

Dit besluit zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
De directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
M.J. van Rijn.

Toelichting

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2000-2001 is overeengekomen dat er een nominale eindejaarsuitkering zal worden ingevoerd. De financiering van de nominale eindejaarsuitkering vindt plaats vanuit de besparing als gevolg van de bevriezing per 1 januari 2000 van de ziektekostentegemoetkoming als bedoeld in het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel. In artikel 20a, eerste lid, onderdeel b, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 is bepaald dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dit bedrag vaststelt.

Deze nominale eindejaarsuitkering is een bruto bedrag. Dit bedrag zal de komende jaren afhankelijk van de besparing in het desbetreffende jaar telkenmale worden vastgesteld. De ambtenaar die een dienstverband in deeltijd vervult, ontvangt een uitkering evenredig aan de overeengekomen arbeidsduur.

Bij gedeeltelijke doorbetaling van het salaris wegens bijvoorbeeld langdurige ziekte of ouderschapsverlof verandert de nominale eindejaarsuitkering niet. Voor deelnemers aan de PAS-regeling wordt uitgegaan van de werktijd zoals die bestond direct voorafgaand aan deelname aan die regeling. De aanspraak op de nominale eindejaarsuitkering wordt per maand opgebouwd.

De nominale eindejaarsuitkering wordt niet toegekend aan het gewezen burgerlijk rijkspersoneel, dat als zodanig een wachtgeld of een daarmee overeenkomende betaling geniet. Deze nominale eindejaarsuitkering zal wel worden opgenomen in de berekeningsbasis voor toekomstige wachtgelders en overeenkomstige uitkeringen.

Naar boven