Wijziging en verlenging Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater

8 oktober 2001

Nr. BWL/2001101934

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn nr. 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330);

Gelet op de artikelen 4, vijfde en negende lid, en 15a, tweede lid, van de Waterleidingwet;

Besluit:

Artikel I

In de Tijdelijke Regeling legionellapreventie in leidingwater wordt de tabel `Risicokwalificatie als functie van risicofactoren' in bijlage A, paragraaf 5.2, gewijzigd als volgt:

1. De derde rij wordt vervangen door:

stcrt-2001-197-p9-SC31245-1.gif

2. Aan de tabel wordt een voetnoot toegevoegd, luidende:

2 In dit temperatuurstraject wordt de risico-kwalificatie `0' alleen gegeven in de situatie dat het water na die twee dagen ofwel overeenkomstig de gegeven spoeltijd tot een temperatuur van meer dan 60° C verhit wordt, ofwel gedurende een week of langer op een temperatuur onder de 25° C wordt gebracht. Wordt aan deze voorwaarde niet voldaan dan geldt een risico-kwalificatie `-`.

Artikel II

De geldigheidsduur van de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater wordt verlengd tot 15 oktober 2002.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 oktober 2001.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.P. Pronk.

Toelichting

Verlenging

Op 15 oktober 2000 is de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater (Stcrt. 199) in werking getreden. Op grond van artikel 4, negende lid, tweede volzin, van de Waterleidingwet, vervalt deze regeling een jaar nadat zij in werking is getreden (of, indien binnen die termijn een algemene maatregel van bestuur ter vervanging van die regeling in werking is getreden, op het tijdstip waarop die maatregel in werking treedt). Op grond van artikel 4, negende lid, derde volzin, van de Waterleidingwet kan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de termijn bij ministeriële regeling eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen. Deze regeling voorziet met artikel II in deze verlenging. Op grond daarvan wordt de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater met een jaar verlengd, tot 15 oktober 2002. De redenen voor deze verlenging zijn als volgt. In de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater is aan de eigenaars van collectieve leidingwaterinstallaties de verplichting opgelegd om binnen een jaar na inwerkingtreding (voor zorginstellingen: binnen een half jaar) een risicoanalyse uit te voeren en zo nodig een beheersplan op te stellen (dan wel binnen drie maanden daarna herstelmaatregelen te nemen). In de periode tussen 15 oktober 2000 en 15 oktober 2001 is derhalve een begin gemaakt met de uitvoering van de regeling. Omdat het om een nieuwe regeling ging waarvan de invoering de nodige aandacht en begeleiding vergde is er voor gekozen eerst ervaring op te doen met de toepassing ervan in de praktijk, zodat bij het opstellen van een algemene maatregel van bestuur waarin de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater kan worden opgenomen eventuele verbeterpunten direct kunnen worden meegenomen. Op verzoek van de Tweede Kamer zal binnenkort een evaluerend onderzoek van start gaan. Ik heb toegezegd om het rapport daarvan in april 2002 aan de Tweede Kamer aan te bieden. Er wordt naar gestreefd omstreeks die tijd ook het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, waarin de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater wordt opgenomen, gereed te hebben voor behandeling door de Ministerraad en advisering door de Raad van State. Het voornemen is om dat besluit met ingang van uiterlijk 15 oktober 2002 in werking te laten treden.

Wijziging

Gebleken is dat in de tabel `Risicokwalificatie als functie van risicofactoren' in bijlage A, paragraaf 5.2, van de Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater een onduidelijkheid schuilde waar het gaat om de risicobeoordeling bij een bepaald temperatuurtraject in combinatie met een bepaalde tijdsduur. De in artikel I opgenomen wijzigingen strekken tot verduidelijking op dit punt.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk.

Naar boven