Instellingsbeschikking Commissie Economie

12 september 2001

VO/BOB/36694

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Besluit:

Artikel 1 Instelling commissie

Er is een commissie economie, hierna te noemen: de commissie.

Artikel 2 Taak

1. De commissie heeft tot taak om uiterlijk 1 augustus 2002 een eenmalig advies uit te brengen over de hoofdlijnen van de gewenste aard en inhoud van het vak economie in de bovenbouw van vwo en havo. Deze hoofdlijnen moeten de grondslag kunnen vormen van een daarop gebaseerde uitwerking tot examenprogramma's in een latere fase.

2. De commissie besteedt in elk geval aandacht aan:

a. de functies en doelstellingen van het vak;

b. de mede daaruit vast te stellen hoofdbenaderingen en hoofdonderwerpen van het vak;

c. de relatie met andere vakken, waaronder in elk geval management en organisatie en wiskunde;

d. de relatie met de basisvorming;

e. de benaderingswijzen in het vak: de oriëntatie, de mate van abstractie en het theoretisch gehalte;

f. het onderscheid tussen vwo en havo;

g. de studeerbaarheid van het programma, binnen het gegeven aantal studielasturen;

h. een indicatie van het te bereiken niveau.

Artikel 3 Samenstelling

De commissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid en acht overige leden.

1. Voorzitter, tevens lid van de commissie is prof. dr. C.N. Teulings te Amstelveen.

Leden van de commissie zijn:

- drs. M. Borghols te Leiden;

- prof. dr. E.E.C. van Damme te Tilburg;

- prof. dr. F.J.H. Don te Den Haag;

- drs. H. Goudsmit te Warmond;

- dr. S.J. Keuning te Amsterdam;

- prof. dr. H.A. Keuzenkamp te Amsterdam;

- drs. D. Klarenbeek te H.I. Ambacht;

- drs. A.L.T. Wels te Veldhoven.

2. De commissie wordt ondersteund door twee secretarissen:

- drs. J.P. Voorend te Breukelen en

- dr. H.P. van Dalen te Gouda.

3. De beraadslagingen van de commissie worden bijgewoond door een waarnemer namens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

- drs. R.J. Offerein te Den Haag.

4. De voorzitter, leden en secretarissen zijn benoemd op grond van hun inhoudelijke deskundigheid op het gebied van de economie. Zij leveren hun bijdrage zonder last of ruggespraak en met inachtneming van het vertrouwelijke karakter van het interne beraad van de commissie.

Artikel 4 Vergoedingen

De voorzitter, leden en secretarissen van de commissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en reis- en verblijfkosten.

De voor de Stichting voor de Leerplanontwikkeling (SLO) geldende regeling voor reis- en verblijfkosten is van toepassing tenzij er andere afspraken zijn gemaakt.

Artikel 5 Intellectueel eigendom

Tussentijdse rapporten van de commissie alsmede het uiteindelijke advies zijn eigendom van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap-pen.

Artikel 6 Beheer stukken

1. Het beheer van de stukken van de commissie geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen van het beheersreglement van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

2. Na opheffing van de commissie wordt het archief overgedragen aan de centrale archiefbewaarplaats van bovengenoemd ministerie.

Artikel 7 Bekendmaking

Deze beschikking wordt geplaatst in het blad Uitleg van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 8 Inwerkingtreding en duur

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2001. Deze beschikking eindigt op 1 augustus 2002.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beschikking wordt aangehaald als Instellingsbeschikking Commissie Economie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,K.Y.I.J. Adelmund.

Toelichting

Het huidige examenprogramma economie vwo en havo is op 1 augustus 1998 in werking getreden. Het programma werd destijds niet geheel vernieuwd maar er werd aansluiting gezocht bij hetgeen goed bruikbaar was in het daaraan voorafgaande programma.

Anno 2001 wordt o.a. in het vakdossier van de SLO geconstateerd dat het huidige programma feitelijk verouderd is. Wat betreft de inhoud van het vak spelen daarbij nog meer problemen zoals te weinig samenhang, vooral voor leerlingen die een deelvak hebben gekozen te theoretisch, te breed, te weinig diepgang en te weinig maatschappelijk gerelateerd. De verhouding tussen de vakken economie 1 en economie 1,2 is problematisch.

Dit alles is voldoende reden om een commissie in het leven te roepen die een fundament weet te leggen voor een vernieuwd examenprogramma economie.

Naar boven