Bestuursreglement werkwijze College sanering ziekenhuisvoorzieningen

Bestuursreglement met betrekking tot de werkwijze van het College sanering ziekenhuisvoorzieningen als bedoeld in artikel 2m, lid 3 jo 2b lid 1 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen

Hoofdstuk I: Definities

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. De Wet: de Wet ziekenhuisvoorzieningen

b. Het Besluit: Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg zoals bedoeld in artikel 18b lid 4 van de Wet;

c. Het College: College sanering ziekenhuisvoorzieningen, als bedoeld in artikel 2m, lid 1 van de Wet;

d. Leden: degenen die door de minister zijn benoemd op grond van artikel 2m, lid 3 jo artikel 2a lid 2 van de Wet;

e. De voorzitter: degene die als zodanig door de minister is benoemd op grond van artikel 2m, lid 3 jo artikel 2a, lid 2, van de Wet. De voorzitter is lid van het College;

f. De vice-voorzitter: degene die door het College als zodanig is aangewezen;

g. De directeur: de directeur, genoemd in artikel 6 van het reglement;

h. Waarnemer: degene die door het College is uitgenodigd namens het Ministerie van VWS, dan wel het College voor zorgverzekeringen, vergaderingen bij te wonen;

i. Gemachtigde: een persoon, aangewezen door het College, conform artikel 3, lid 1 van het Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg;

j. Liquidatiebegroting: een door de instelling voor gezondheidszorg op te stellen begroting, inhoudende de mogelijk als lasten terzake van sanering te bestempelen kosten over een kalenderjaar;

k. Commissies: de krachtens artikel 2m, lid 3 jo artikel 2b, lid 2, van de Wet ingestelde commissies;

l. Secretariaat: het geheel van het ingevolge artikel 2m, lid 3 jo artikel 2c van de Wet benoemde personeel.

Hoofdstuk II: Taak

Artikel 2

Het College heeft tot taak: het verrichten van datgene, dat het College bij of krachtens de Wet is opgedragen, waaronder:

• beslissingen omtrent het verlenen van goedkeuring betreffende het verhuren, vervreemden of aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen of terreinen, of delen daarvan, door een ziekenhuisvoorziening, alsmede beslissen omtrent het storten van een boekresultaat bij verkoop in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten;

• het vaststellen van de financiële gevolgen van sanering;

• het verstrekken van subsidie ter voorziening in de financiële gevolgen van de sanering:

• het houden van toezicht op de sanering;

• het verrichten van datgene dat het College bij of krachtens de Wet ambulancevervoer is opgedragen;

• het verrichten van datgene dat het College bij of krachtens enige andere wet wordt opgedragen.

Hoofdstuk III: Werkwijze

Artikel 3

Het College wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.

Artikel 4

1. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de vice-voorzitter in alle bevoegdheden van de voorzitter;

2. Bij ontstentenis van de voorzitter en de vice-voorzitter neemt het in leeftijd oudste lid het voorzitterschap waar en treedt in alle bevoegdheden van de voorzitter.

Artikel 5

Het College kan krachtens artikel 2m, lid 3 jo artikel 2b, lid 2 van de Wet commissies instellen, aan welke bepaalde taken kunnen worden opgedragen.

Het College bepaalt de taak en het aantal leden van deze commissie, benoemt de leden, en wijst een voorzitter aan of laat de aanwijzing van een voorzitter aan de commissie zelf over. Een commissie regelt zelf haar werkzaamheden, tenzij anders bepaald door het College. Het College is te allen tijde bevoegd de commissie op te heffen.

Hoofdstuk IV: Secretariaat

Artikel 6

Het College doet zich bijstaan door een secretariaat.

Het secretariaat wordt geleid door de directeur.

Artikel 7

1. De directeur dient de door het College verstrekte instructies in acht te nemen.

2. Bij de uitoefening van zijn functie onderhoudt de directeur regelmatig contact met de voorzitter. Hij verstrekt daarbij alle inlichtingen omtrent de lopende werkzaamheden van het secretariaat.

3. De directeur heeft tot taak zorg te dragen voor het tijdig uitvoeren, respectievelijk doen uitvoeren, van verplichtingen en besluiten van het College en de voorbereiding hiervan.

4. De directeur legt jaarlijks uiterlijk in de aprilvergadering van het College een concept-jaarverslag inclusief financiële verantwoording en rechtmatigheidsverantwoording, alsmede een doelmatigheidsverantwoording aan het College voor als bedoeld in artikel 2f en 2g lid 1 van de Wet.

Artikel 8

De directeur is bevoegd tot het doen van uitgaven, binnen het raam van de begroting, nadat deze begroting conform artikel 2e van de Wet de instemming van de minister heeft verkregen mits:

a. het College rechtens tot betaling is gehouden;

b. de verschuldigdheid blijkt uit de bescheiden;

c. het College niet heeft bepaald dat machtiging zijnerzijds is vereist alvorens tot uitgaven van een begrotingspost kan worden overgegaan.

Artikel 9

1. De directeur draagt zorg voor een goede financiële administratie die zodanig wordt ingericht dat omtrent de staat van baten en lasten en omtrent de vermogenstoestand van het College te allen tijde een volledig overzicht kan worden verkregen.

2. De directeur biedt jaarlijks uiterlijk in de augustusvergadering van het College een conceptbegroting aan, zoals bedoeld in artikel 2e van de Wet.

Hoofdstuk V: Vergaderingen van het college

Artikel 10

1. Het College bestaat uit zeven leden.

2. De oproep tot een vergadering geschiedt schriftelijk door de directeur, met inachtneming van een termijn van tenminste vijf werkdagen, de dag der oproep en die der vergadering niet meegerekend. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan deze termijn worden teruggebracht tot drie dagen.

3. Indien hij zulks nodig acht kan de voorzitter, buiten het vergaderrooster om, als bedoeld in artikel 13 van dit reglement, een extra vergadering doen bijeenroepen.

4. De voorzitter roept een extra vergadering uit als drie leden bij hem daartoe een met redenen omkleed verzoek indienen. Bij het uitschrijven van een dergelijke vergadering worden de termijnen, genoemd in lid 2, in acht genomen.

5. Bij de oproep wordt mededeling gedaan van de plaats van vergaderen, de agenda en worden de bijbehorende stukken meegezonden.

6. a. De vergaderingen van het College zijn openbaar, tenzij het College besluit in beslotenheid te vergaderen. In ieder geval zal in beslotenheid worden vergaderd indien één of meer van de volgende onderwerpen aan de orde zijn:

- onderwerpen die aan de privacy van personen raken;

- onderwerpen die bedrijfsgevoelige gegevens betreffen; aangelegenheden die als gevolg van de openbare behandeling personen en/of instellingen onevenredig in hun belangen kunnen benadelen;

- onderwerpen die nog niet voldoende zijn voorbereid ten behoeve van de openbare behandeling en interne aangelegenheden van het College als bedrijf en werkgever.

b. Vergaderingen worden als regel bijgewoond door de directeur en (aangewezen) secretariaatsmedewerker(s).

c. De voorzitter kan besluiten personen, niet zijnde leden of medewerkers van het secretariaat, uit te nodigen vergaderingen geheel of gedeeltelijk bij te wonen.

d. Personen, genoemd in lid 6 onder b en c zijn uitgesloten van stemming.

Artikel 11

1. Bij verhindering tot het geheel of gedeeltelijk bijwonen van een vergadering geven de leden hiervan tijdig kennis aan het secretariaat.

2. Om aan stemmingen te kunnen deelnemen dienen de leden op de presentielijst hun handtekeningen te hebben geplaatst.

Artikel 12

1. Van het verhandelde in de vergadering wordt door het secretariaat een verslag gemaakt.

2. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering behandeld en, al dan niet gewijzigd, vastgesteld en vervolgens ondertekend door de voorzitter van de vergadering.

Artikel 13

Het College vergadert volgens een vergaderrooster dat jaarlijks uiterlijk in de maand november voor het volgende kalenderjaar wordt vastgesteld.

Artikel 14

De voorzitter van het College leidt de vergaderingen.

Artikel 15

1. Besluiten worden genomen bij meerderheid der uitgebrachte stemmen. Een blanco stem telt mee bij het totaal der uitgebrachte stemmen.

2. Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten dienen tenminste drie leden aanwezig te zijn.

3. Ieder der leden heeft één stem.

4. Een onderwerp dat ter behandeling op de agenda staat komt in stemming, indien de voorzitter zulks nodig oordeelt of één der aanwezige leden dit verzoekt. Over niet geagendeerde onderwerpen kan niet worden beslist, tenzij hiertoe in de vergadering met algemene stemmen van de aanwezige leden wordt besloten.

5. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij één der aanwezige leden om een schriftelijke stemming vraagt. Ook over personen wordt mondeling gestemd, tenzij een der aanwezige leden om een schriftelijke stemming vraagt. Bij staken der stemmen beslist de voorzitter, zowel bij mondelinge als schriftelijke stemming. De voorzitter brengt als laatste zijn stem uit.

6. Ter beoordeling van de voorzitter kan in voorkomende gevallen bij handopsteking worden gestemd.

Artikel 16

1. In spoedeisende gevallen kunnen besluiten worden genomen door schriftelijke raadpleging van de leden van het College. De voorzitter bepaalt de termijn waarop de stemming wordt gesloten, doch deze termijn kan niet korter zijn dan een periode die tenminste vijf werkdagen omvat, gerekend vanaf de dag na de dag van verzending van de stukken. Het voorstel is aangenomen, als de meerderheid der leden zich binnen de gestelde termijn voor het voorstel uitspreekt.

2. Indien tenminste één lid zich tegen het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste lid verzet, dient dat lid daarvan schriftelijk kennis te geven binnen de gestelde termijn. Het voorstel zal alsdan in de eerstvolgende vergadering worden behandeld.

Artikel 17

Het College kan instemmen met een door de instelling voor gezondheidszorg ingediende liquidatiebegroting. Over de instemming met deze begroting wordt het College voor Zorgverzekeringen gehoord. Het College verleent de directeur mandaat om in voorkomende gevallen een beslissing tot bevoorschotting te nemen, mits het bedrag van de bevoorschotting het in de liquidatiebegroting genoemde bedrag niet te boven gaat.

Artikel 18

Ondertekening van besluiten geschiedt namens het College door de voorzitter en/of de directeur. Het College kan hieraan beperkingen stellen.

Artikel 19

In alle geschillen omtrent stemmingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter van de vergadering.

Hoofdstuk VI: Commissies

Artikel 20

1. Het College stelt de commissie aanstelling gemachtigden in die het College adviseert over het toelaten van een daartoe door de commissie geschikt geacht persoon tot de kring der gemachtigden.

2. De commissie vergadert volgens oproep door de voorzitter.

3. De commissie bestaat uit drie personen. De voorzitter en de directeur maken deel uit van deze commissie. De derde persoon is afkomstig uit het College.

4. De directeur draagt zorg voor het doorgeleiden van het toelatingsadvies aan het College.

5. Tenzij het College anders besluit wordt over de besluitvorming van de toelating tot de kring der gemachtigden als bedoeld in lid 1 in beslotenheid vergaderd.

Hoofdstuk VII: Horen inzake bezwaarschriftprocedure

Artikel 21

1. De voorzitter van het College, al dan niet bijgestaan door de directeur, hoort belanghebbenden overeenkomstig de artikelen 7:2 tot en met 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Het verslag van het horen wordt aan belanghebbenden en aan het College gezonden.

3. Het College neemt op basis van het verslag een beslissing.

Hoofdstuk VIII: Mandatering

Artikel 22

Het College stelt een mandateringsregeling vast, waarin het in ieder geval aangeeft welke bevoegdheden namens het College door de directeur worden uitgeoefend. In de mandateringsregeling kan het College tevens bepalen dat de directeur in de bij de mandateringsregeling aan te geven gevallen bevoegd is ondermandaat te verlenen.

Hoofdstuk IX: Wijziging reglement

Artikel 23

1. Wijziging van dit reglement kan slechts geschieden bij instemming van de meerderheid van het vereiste aantal leden, zoals bepaald in artikel 15, lid 2, van dit reglement.

2. De voorgestelde wijziging van het reglement wordt volledig in de oproep tot de vergadering opgenomen.

3. Een wijziging als in het eerste lid van dit artikel bedoeld behoeft de goedkeuring van de minister.

4. Een wijziging treedt in werking twee dagen na de datum van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

Hoofdstuk X: Slotbepaling

Artikel 24

1. In alle gevallen waarin deze regels niet voorzien, en in alle geschillen over de uitleg van deze regels, beslist het College.

2. Deze regels treden in werking twee dagen na de datum van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

Dit bestuursreglement is conform artikel 2b, lid 1, door het College vastgesteld in de vergadering van 26 januari 2000 en opnieuw vastgesteld in de vergadering van 28 februari 2001.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 13 juli 2001 de gewijzigde regels goedgekeurd, conform artikel 2b, lid 4, van de Wet.

Naar boven