Bijzonder reglement Hoge Raad

Bijzonder reglement betreffende de tijdstippen waarop de zittingen van de Hoge Raad der Nederlanden worden gehouden

Artikel 1

1. Behalve in de maanden juli en augustus vinden de gewone terechtzittingen plaats:

a. van de Eerste Kamer op vrijdag te 10.00 uur,

b. van de Tweede Kamer op dinsdag te 12.00 uur,

c. van de Derde Kamer op woensdag te 10.00 uur en

d van de Vierde Kamer op van geval tot geval door de president vast te stellen tijdstippen.

2. Behalve in de maanden juli en augustus vinden de gewone terechtzittingen waarop de rol van de Eerste Enkelvoudige Kamer en de rol van de Derde Enkelvoudige Kamer worden gehouden, plaats op vrijdag te 10.00 uur.

3. De gewone terechtzittingen waarop de rol van de Tweede Enkelvoudige Kamer wordt gehouden, vinden plaats op dinsdag te 12.00 uur.

Artikel 2

1. In afwijking van het in artikel 1 bepaalde vinden er geen gewone terechtzittingen plaats op de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen, de dagen tussen de tweede Kerstdag en de Nieuwjaarsdag, de nationale feestdag (5 mei) en de dag waarop de verjaardag des Konings wordt gevierd.

2. De president kan, bij een met inachtneming van art. 88 lid 2 van Reglement I bekend te maken besluit, in overeenstemming met de procureur-generaal bepalen dat er evenmin gewone terechtzittingen plaatsvinden op dagen die ingevolge art. 3 lid 3 van de Algemene Termijnenwet zijn gelijkgesteld met de in lid 1 van dat artikel genoemde dagen.

Artikel 3

De griffie is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.00 uur, of zoveel langer als de terechtzittingen duren.

Artikel 4

1. In afwijking van het in artikel 3 bepaalde is de griffie niet geopend op de in art. 2 bedoelde dagen.

2. De griffie is echter wel geopend op de dagen tussen de tweede Kerstdag en de Nieuwjaarsdag.

Artikel 5

1. In de maanden juli en augustus vinden de gewone terechtzittingen plaats:

a. van de Eerste Kamer op de tweede vrijdag in juli te 10.00 uur en op de tweede vrijdag in augustus te 10.00 uur,

b. van de Tweede Kamer op dinsdag te 12.00 uur,

c. van de Derde Kamer op de tweede vrijdag in juli te 10.00 uur en op de tweede vrijdag in augustus te 10.00 uur.

2. In de maanden juli en augustus vinden de gewone terechtzittingen waarop de rol van de Eerste Enkelvoudige Kamer en de rol van de Derde Enkelvoudige Kamer worden gehouden, plaats op de tweede vrijdag in juli te 10.00 uur en op de tweede vrijdag in augustus te 10.00 uur.

3. Op al deze zittingen kunnen uitspraken van elk der Kamers worden gedaan.

Artikel 6

Het Bijzonder Reglement betreffende de tijdstippen waarop de zittingen van de Hoge Raad worden gehouden dat op 1 januari 1999 in werking is getreden vervalt bij de inwerkingtreding van dit reglement.

Artikel 7

Dit reglement treedt in werking op 1 september 2001.

Aldus vastgesteld door de Hoge Raad der Nederlanden in zijn Algemene Vergadering van 11 juni 2001.

Toelichting

Bij besluit van de Algemene Vergadering van de Hoge Raad van 11 juni 2001 is onder meer artikel 1 lid 2 van het Bijzonder reglement gewijzigd en is een nieuw lid 3 toegevoegd. De wijziging treedt in werking op 1 september 2001.

De wijziging van lid 2 houdt verband met de inwerkingtreding van de Gerechtsdeurwaarderderswet (Wet van 26 januari 2001, Stb. 70) op (streefdatum) 15 juli 2001, waarbij het Deurwaardersreglement vervalt en daarmee de regeling betreffende het dienst doen van de deurwaarder ter rolle en de vergoeding daarvoor ten laste van partijen. Het werd gewenst geacht dat ook na in de inwerkingtreding van de Deurwaarderswet ter rolzitting zowel van de Burgerlijke Kamer als van de Belastingkamer een deurwaarder dienst doet. De Hoge Raad zal de kosten daarvan voor zijn rekening nemen. Uit een oogpunt van kostenbesparing worden de rolzittingen van de Burgerlijke Kamer en die van de Belastingkamer gecombineerd.

De vaststelling van nieuw lid 3 vloeit voort uit de Wet van 1 oktober 1998, Stb. 591, i.w.g. op 1 juni 1999. Bij deze wet is door een wijziging van art. 438 van het Wetboek van strafvordering bij de Hoge Raad de enkelvoudige kamer voor strafzaken ingevoerd. Het thans vigerend reglement bevat nog geen bepaling over de terechtzittingen van de Tweede Enkelvoudige Kamer. Het nieuw artikel 1 lid 3 voorziet daarin.

Zoals blijkt uit het gewijzigde lid 2 van art. 1, vervalt vanaf dit tijdstip derhalve de rolzitting van de Derde Enkelvoudige Kamer op woensdag, en worden de zaken van de Derde Kamer die bij dagvaarding worden aangebracht, op vrijdag uitgeroepen in aansluiting op de rol van de Burgerlijke Kamer. Op deze rolzitting zullen ook schriftelijke toelichtingen in zaken van de Derde Kamer die niet bij dagvaarding zijn aangebracht, kunnen worden overhandigd en zullen uitspraken in die zaken worden gedaan.

De zitting van de Derde Kamer blijft gehandhaafd op woensdag te 10.00 uur. In voorkomend geval kan in zaken van de Derde Kamer, die niet bij dagvaarding zijn aangebracht (belastingzaken), op deze zitting ook enkelvoudig uitspraak worden gedaan.

's-Gravenhage, 6 juli 2001.

De griffier,

Jhr. mr. W. van Nispen tot Sevenaer.

Naar boven