Wijziging pensioenreglement Stichting pensioenfonds ABP

17 mei 2001

AB2001/U70026

Directoraat-Generaal Management en Personeelsbeleid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering ABP;

Gezien het verzoek van de Stichting Pensioenfonds ABP van 9 mei 2001, gedaan mede namens sociale partners in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid tot plaatsing in de Staatscourant;

Maakt het volgende bekend:

Wijziging van de pensioenaanspraken van overheidswerknemers, gewezen overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen, alsmede hun daarmee samenhangende verplichtingen in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van de Wet privatisering ABP, betreffende:

A. het per 1 juni 2001 onderbrengen van de militaire pensioenen bij ABP;

B. het van toepassing worden van de Werkloosheidswet op de overheidswerknemers;

C. de wijziging van de indexeringsfrequentie per 1 januari 2001;

D. het ongedaan maken van het per 1 juli 1999 in werking getreden besluit tot halvering van de overlijdensuitkering;

E. de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag voor degenen aan wie na 1 januari 2001 een pensioen wordt toegekend;

F. de invoering per 1 juni 2001 van het product ABP ExtraPensioen.

Het pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds ABP wordt als volgt gewijzigd:

Artikel A

Artikel 1.1

In onderdeel c wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 1.2

In het zesde lid wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 2.4

In het derde lid wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 2.5

Het vierde lid wordt gewijzigd als volgt:

4. Met inachtneming van het bepaalde in de pensioenovereenkomst, bedoeld in artikel 4 WPA, kunnen de aanspraken op ouderdomspensioen van degene die na 31 mei 2001 deelnemer wordt in de zin van dit reglement, worden beperkt. De deelnemer, bedoeld in de vorige volzin zal schriftelijk op de hoogte worden gesteld van een besluit tot het beperken van de aanspraken op ouderdomspensioen.

Artikel 5.1

In het eerste lid, onderdelen c en e wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 5.1a

In het eerste lid, onderdelen c en d wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 5.7

In het tweede lid, onderdeel c wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 6.2

Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

2. In afwijking van het eerste lid geldt voor de deelnemer:

a. die recht heeft op een invaliditeitspensioen, als berekeningsgrondslag de in artikel 8.3, eerste lid,bedoelde berekeningsgrondslag;

b. die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidspensioen, als berekeningsgrondslag de berekeningsgrondslag van het arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen (Stb. 2001, nr 140).

18c

18c komt te luiden: Overgangsrecht in verband met de toetreding van het militair personeel per 1 juni 2001

Artikel 18c.1

In de onderdelen a en b wordt `31 december 1999' gewijzigd in `31 mei 2001'. In onderdeel c wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 18c.2

Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

1. Als pensioengeldige tijd wordt in aanmerking genomen de diensttijd gelegen voor 1 juni 2001, die in aanmerking zou zijn genomen indien op 31 mei 2001 een pensioen ingevolge de Amp-wet zou zijn toegekend.

Artikel 18c.3

In het vierde lid wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 18c.4

In het eerste lid wordt `1 januari 2000' gewijzigd in `1 juni 2001'.

Artikel 18c.5

Het zevende lid, onderdeel a wordt gewijzigd als volgt:

7. a. Indien ter zake van het overlijden van een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde voor 1 juni 2001 krachtens het nabestaandenreglement recht is ontstaan op een toeslag op het nabestaandenpensioen of op het bijzonder nabestaandenpensioen waarop op 31 mei 2001 de niveaugarantie, bedoeld in artikel 29, tweede lid van het nabestaandenreglement van toepassing is, wordt deze toeslag gehandhaafd op het laatstelijk voor 1 juni 2001 vastgestelde niveau;

Artikel 18c.6

Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

1. Indien ter zake van het overlijden van een deelnemer of gepensioneerde voor 1 juni 2001 recht is ontstaan op een toeslag op het partnerpensioen of het bijzonder partnerpensioen krachtens artikel 16b van het nabestaandenreglement, wordt deze toeslag met ingang van 1 juni 2001 vervangen door de toeslag, bedoeld in artikel 7.4b.

Artikel 18c.7

Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid bedraagt per pensioentellend jaar waarin sprake is van samenval een percentage van de franchise. Het percentage, bedoeld in de vorige volzin wordt vastgesteld door voor de situatie, bedoeld in het eerste lid:

a. onderdeel a, 1 procent van tweemaal het AOW-pensioen waarop een gehuwde op 1 juni 2001 recht heeft, uit te drukken in een percentage van de op 1 juni 2001 geldende franchise, bedoeld in artikel 4.2.

b. onderdeel b, 2 procent van tweemaal het AOW-pensioen waarop een gehuwde op 1 juni 2001 recht heeft, uit te drukken in een percentage van de op 1 juni 2001 geldende franchise, bedoeld in artikel 4.2.

Het vierde lid wordt gewijzigd als volgt:

4. In afwijking van de voorgaande leden wordt de toeslag op een pensioen dat is ingegaan voor 1 juni 2001 vastgesteld op de vermindering van het inbouwbedrag die als gevolg van de in het eerste lid bedoelde omstandigheden op dat moment plaatsvond. Deze toeslag wordt uitgedrukt in een percentage van de op 1 juni 2001 geldende franchise, bedoeld in artikel 4.2.

Artikel 18c.8

Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid bedraagt per pensioentellend jaar waarin sprake is van samenval een percentage van de franchise. Het percentage, bedoeld in de vorige volzin wordt vastgesteld door 0,525% van de franchise bedoeld in artikel F11a van de Amp-wet aan te passen naar het niveau op 31 mei 2001 en vervolgens uit te drukken in een percentage van de op 1 juni 2001 geldende franchise, bedoeld in artikel 4.2.

Artikel 18c.10

Artikel 18c.10 wordt gewijzigd als volgt:

De som van de toeslagen, bedoeld in de artikelen 18c.7, 18c.8 en 18c.9 bedraagt per pensioentellend jaar in totaal, in geval een deelnemer die voor de AOW:

a. als ongehuwd wordt aangemerkt, een percentage van de op 31 mei 2001 geldende franchise, dat overeenkomt met twee procent van het AOW-pensioen waarop een ongehuwde op 31 mei 2001 recht heeft;

b. als gehuwd wordt aangemerkt, een percentage van de op 31 mei 2001 geldende franchise, dat overeenkomt met twee procent van tweemaal het AOW-pensioen waarop een gehuwde op 31 mei 2001 recht heeft.

Artikel 18c.12

Peildatum bij recht op pensioen met ingang van een datum gelegen in de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 wordt gewijzigd als volgt:

Peildatum bij recht op pensioen met ingang van een datum gelegen in de periode van 1 juni 2001 tot en met 31 december 2001

Artikel 18c.12 wordt gewijzigd als volgt:

Indien het recht op een ouderdoms- of nabestaandenpensioen is ontstaan in de periode van 1 juni 2001 tot en met 31 december 2002 wordt in afwijking van artikel 6.2 als berekeningsgrondslag aangemerkt de pensioengrondslag die zou zijn vastgesteld indien het pensioen met toepassing van de Amp-wet bij een ontslag dan wel bij het beëindigen van een ontslaguitkering per 1 juni 2001 zou zijn toegekend.

Artikel 19.5

Dit reglement met bijlagen, in werking getreden op 1 januari 1996, laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 januari 2001, is gewijzigd met ingang van 1 juni 2001.

Artikel B

Artikel 1.1

Na onderdeel dd wordt een nieuw onderdeel ee toegevoegd, luidende:

ee. Stichting FVP: de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering.

Na artikel 1.2 wordt een nieuw artikel 1.2a toegevoegd, luidende:

Artikel 1.2a

1. Voor de deelnemer met recht op een ontslaguitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d of f, geldt indien de ontslaguitkering is ingegaan voor 1 april 2001 als deeltijdfactor de breuk waarvan:

a. de teller wordt gevormd door het feitelijk bedrag van het salaris voor datum ontslag; en

b. de noemer gelijk is aan het salaris dat in de dienstverhouding bij de betrokken werkgever in een gelijksoortige betrekking bij een volledige werktijd gebruikelijk is.

2. Het bepaalde in artikel 1.2 vijfde lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer met recht op een ontslaguitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d of f, indien de ontslaguitkering is ingegaan voor 1 april 2001.

Na het nieuwe artikel 1.2a wordt een nieuw artikel 1.2b toegevoegd, luidende:

Artikel 1.2b

Voor de deelnemer met recht op een ontslaguitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d of f, wordt indien de ontslaguitkering is ingegaan op of na 1 april 2001 de mate van pensioenopbouw gerelateerd aan de omvang van het recht op ontslaguitkering.

Artikel 1.3

Onder vernummering van onderdeel f tot g wordt een nieuw onderdeel f toegevoegd luidende:

f. een bovenwettelijke uitkering toegekend ter zake van werkloosheid ontstaan door ontslag uit een dienstverhouding bij een aangesloten werkgever;

Artikel 2.2

Het derde lid wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 2.2, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

3. Ten aanzien van de deelnemer die een ontslaguitkering geniet wordt als aangesloten werkgever aangemerkt, de werkgever uit wiens dienst de werknemer met recht op een ontslaguitkering is ontslagen.

Artikel 3.1

Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt een nieuw zevende lid ingevoegd luidende:

7. In afwijking van het bepaalde in het voorafgaande lid wordt voor de deelnemer met recht op een ontslaguitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdelen d of f, onder inkomen verstaan het tot een jaarbedrag herleide bedrag van het vaste salaris voor datum ontslag uit de dienstverhouding bij de betrokken werkgever, vermeerderd met de vakantie-uitkering over dat salaris en de vaste toelagen, bedoeld in het tweede lid. Dit salaris wordt telkenmale per 1 januari aangepast overeenkomstig de wijziging van de salarissen in de betreffende sector. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6.1

Het derde lid wordt gewijzigd als volgt:

3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer die recht heeft op

a. een ontslaguitkering bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d;

b. een ontslaguitkering bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f, die eindigt op de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt;

c. een suppletie die eindigt op de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Na artikel 16.1 wordt een nieuw artikel 16.1a toegevoegd, luidende:

Artikel 16.1a

Gedurende de tijd waarover de deelnemer, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, een bijdrage van de Stichting FVP ontvangt wordt de deelneming aanvullend voortgezet bij nader door het bestuur te stellen regels.

Artikel C

Artikel 12.1

Het tiende lid wordt gewijzigd als volgt:

10. De aanpassingen, bedoeld in het eerste lid, en de uitkeringen, bedoeld in het negende lid, vinden in beginsel slechts met ingang van 1 januari plaats en zijn gebaseerd op de bezoldigingswijzigingen en de uitkeringen die zich tot en met die datum hebben voorgedaan.

Artikel D

Artikel 7.10

Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een gepensioneerde wordt aan de partner van wie hij niet duurzaam gescheiden leefde, een uitkering toegekend ten bedrage van het pensioen van die gepensioneerde over een tijdvak van twee maanden (overlijdensuitkering).

Artikel E

Na artikel 5a.7 wordt een nieuw artikel 5a.8 toegevoegd, luidende:

Artikel 5a.8

1. Indien recht is ontstaan op flexibel pensioen na 31 december 2000 heeft de fpu-gepensioneerde, gedurende de periode waarin artikel 6, tweede lid van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen van toepassing is, recht op een toeslag ter grootte van 1,9% van dat pensioen, met een maximum van f 1.745 per jaar. Wanneer de som van deze toeslag en de toeslag, bedoeld in artikel 10.a van het Reglement flexibel pensioen en uittreden (fpu) het in de eerste volzin bedoelde maximum overschrijdt, wordt de in de eerste volzin bedoelde toeslag beperkt tot zodanig deel van dat maximum, als overeenkomt met de verhouding van het flexibel pensioen enerzijds ten opzichte van de som van flexibel pensioen, basisuitkering en aanvullende uitkering anderzijds.

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid is geen pensioen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel w.

Na artikel 7.5b wordt een nieuw artikel 7.5c toegevoegd, luidende:

Artikel 7.5c

1. Indien recht is ontstaan op partnerpensioen of bijzonder partnerpensioen na 31 december 2000 heeft de partner of bijzondere partner die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, gedurende de periode waarin artikel 6, tweede lid van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen van toepassing is, recht op een toeslag ter grootte van 1,9% van dat pensioen, met een maximum van f 1.745 per jaar.

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid is geen pensioen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel w.

Na artikel 7.9 wordt een nieuw artikel 7.9a toegevoegd, luidende:

Artikel 7.9a

1. Indien recht is ontstaan op wezenpensioen na 31 december 2000 heeft de wees, gedurende de periode waarin artikel 6, tweede lid van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen van toepassing is, recht op een toeslag ter grootte van 1,9% van dat pensioen, met een maximum van f 1.745 per jaar.

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid is geen pensioen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel w.

Na artikel 8.10 wordt een nieuw artikel 8.11 toegevoegd, luidende:

Artikel 8.11

1. Indien recht is ontstaan op invaliditeitspensioen na 31 december 2000 heeft de deelnemer, gedurende de periode waarin artikel 6, tweede lid van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen van toepassing is, recht op een toeslag ter grootte van 1,9% van dat pensioen, met een maximum van f 1.745 per jaar.

2. De toeslag, bedoeld in het eerste lid is geen pensioen als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel w.

Artikel F

Na artikel 16.5 wordt een nieuw artikel 16.6 toegevoegd, luidende:

ABP ExtraPensioen

Artikel 16.6

1. De werknemer kan er voor kiezen om bij te sparen voor een uitkering in aanvulling op het flexibel pensioen en/of het ouderdomspensioen, voor zover dit past binnen de Regeling taakafbakening pensioenfondsen ingevolge artikel 13, vijfde lid van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en is toegestaan binnen de Wet op de loonbelasting 1964. De uitkering, bedoeld in de vorige zin, is pensioen in de zin van de Pensioen- en Spaarfondsenwet.

2. Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid bepaalt de werknemer de hoogte van de inleg.

3. De inleg, bedoeld in het tweede lid, rendeert op basis van het ABP-rendement waarbij het bestuur jaarlijks de inhouding bepaalt op het rendement ten behoeve van de kostendekking.

4. Het totale saldo, zijnde de som van de inleg en het rendement, bedoeld in het derde lid, wordt aan de hand van door het bestuur nader vast te stellen aanwendingsfactoren op het moment van pensionering, overlijden of ontslag niet gevolgd door waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder, omgezet in een periodieke uitkering in aanvulling op, respectievelijk in een aanspraak op flexibel pensioen, ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen.

5. Bij aanwending, bedoeld in het vierde lid, dan wel bij afkoop bedoeld in de artikelen 11.1,11.2 en 11.5 is het totale saldo, bedoeld in het vierde lid, minimaal gelijk aan de som van de ingelegde bedragen.

6. De uitkering, bedoeld in het vierde lid, wordt aangepast conform het percentage dat resulteert uit de toepassing van het bepaalde in artikel 12.1.

7. Het bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot ABP ExtraPensioen.

Artikel E

1. De wijziging, bedoeld in artikel A, treedt in werking met ingang van 1 juni 2001 of een ander bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen vastgesteld tijdstip.

2. De wijzigingen, bedoeld in de artikelen B, C en D, treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
M.J. van Rijn.

Naar boven