Vergoedingsregeling Commissie Toekomst Overheidscommunicatie

26 april 2000

Nr. 00M383578

Kabinet van de Minister-President

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

Gelet op het Instellingsbesluit Commissie Toekomst Overheidscommunicatie;

Besluit:

Artikel 1

De voorzitter van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie ontvangt een vergoeding per vergadering van f 560,-.

Artikel 2

De overige leden van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie ontvangen een vergoeding per vergadering van f 420,-.

Artikel 3

De leden hebben overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland recht op vergoedingen wegens reis- en verblijfskosten.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 27 april 2000.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 april 2000. De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
W. Kok.

Toelichting

Bij koninklijk besluit van 26 april 2000, nr. 00.002813, is de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie ingesteld. De commissie is een tijdelijk adviescollege in de zin van artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges. Taak van de commissie is om de regering in het licht van ontwikkelingen op het terrein van beleidsontwikkeling, de informatie- en communicatietechnologie, het medialandschap en de journalistiek te adviseren over toekomstige doelen, functies, coördinatie en organisatie van de overheidscommunicatie. In de toelichting op het instellingsbesluit wordt uitvoerig op de precieze taakopdracht ingegaan. Op grond van artikel 3 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges worden de vergoedingen per vergadering voor leden van adviescolleges bij ministeriële regeling vastgesteld. Als maximumvergoeding per vergadering geldt voor de voorzitter ten hoogste f 560,- en voor de overige leden ten hoogste f 420,-. Gezien de zwaarte van de adviestaak en de vereiste deskundigheid van de leden, wordt voor de voorzitter en de leden van onderhavige commissie de maximumvergoeding gerechtvaardigd geacht.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok.