Mandaat aanwijzing ambtenaar Gezondheids- en Welzijnswet dieren

14 april 2000

Nr. TRCJZ/2000/1745II

Directie Juridische Zaken

De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Regeling aanwijzing ambtenaren bestrijding besmettelijke dierziekten;

Besluit:

Artikel 1

1. Aan de plaatsvervangend directeur, de kringdirecteuren en de plaatsvervangend kringdirecteuren van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de directeur te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de artikelen tweede lid, 21, eerste lid, 24, 25, derde lid, 29, eerste lid, 30, tweede lid, artikel 88, eerste lid, 101, tweede lid, en 104, tweede en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

2. Aan de crisismanager rundertuberculose van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, drs. H. Moser, wordt mandaat verleend om namens de directeur te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de artikelen 21, eerste lid, 24, 25, derde lid, 29, eerste lid, 30, tweede lid, artikel 88, eerste lid, 101, tweede lid, en 104, tweede en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren terzake van de bestrijding van rundertuberculose, runderbrucellose en endemische runderleucose.

Artikel 2

Aan het hoofd en de teamleiders van de Afdeling rechtsbescherming en andere juridische zaken van de directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wordt mandaat verleend om namens de directeur te beslissen en stukken te ondertekenen inzake de artikelen 21, eerste lid, 24, 25, derde lid, 29, eerste lid, 30, tweede lid, artikel 88, eerste lid, 101, tweede lid, en 104, tweede en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, betreffende:

a. beslissingen op bezwaarschriften, indien de gegrondverklaring, de ongegrondverklaring of de niet-ontvankelijkverklaring geschiedt overeenkomstig het advies van de Commissie voor de bezwaarschriften;

b. beslissingen op bezwaarschriften, indien over de te nemen beslissing op het bezwaarschrift geen advies is ingewonnen van de Commissie voor de bezwaarschriften;

c. de beslissing tot verdaging van een beslissing op een ingediend bezwaarschrift;

d. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

e. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van beslissingen, betrekking hebbend op aan betrokkenen toekomende referentiehoeveelheden mest;

f. verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter;

g. het instellen van hoger beroep tegen uitspraken van de bestuursrechter in gedingen, waarin de directeur partij was.

Artikel 3

1. De ondertekening, bedoeld in artikel 1, luidt:

‘De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,

voor deze,

de plaatsvervangend directeur/kringdirecteur/plaatsvervangend kringdirecteur/crisismanager rundertuberculose van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,’

2. De ondertekening, bedoeld in artikel 2, luidt:

‘De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,

voor deze,

het hoofd rechtsbescherming/de teamleider rechtsbescherming van de directie Juridische Zaken,’.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.


‘s-Gravenhage, 14 april 2000.
De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,
P. Cloo.

Toelichting

Als gevolg van een wijziging van de Regeling aanwijzing ambtenaren bestrijding besmettelijke dierziekten is de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 19, tweede lid, 21, eerste lid, 24, 25, derde lid, 29, eerste lid, 30, tweede lid, artikel 88, eerste lid, 100, 101, tweede lid, en 104, tweede en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd). Daarbij is in artikel 2, tweede lid, van die regeling aan de directeur de bevoegdheid gegeven om ambtenaren van het Ministerie van LNV mandaat te verlenen de in genoemde artikelen opgenomen bevoegdheden namens de directeur uit te oefenen.

Met onderhavig besluit wordt aan de mogelijkheid van mandaat invulling gegeven overeenkomstig de wijze die bij de toelichting bij de wijziging van de Regeling aanwijzing ambtenaren bestrijding besmettelijke dierziekten is geschetst. Geen mandaat is verleend voor de artikelen 19, tweede lid, en 100 van de Gwwd, nu deze bepalingen geen bevoegdheden in het leven roepen.

De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees,

P. Cloo.

Naar boven