A. de Jager benoemd tot lid van de Eerste Kamer

Besluit van de voorzitter van het centraal stembureau ter benoeming van een lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats in dat orgaan (Nr. KR 2000/62373)

De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

Gezien de bij hem op 23 maart 2000 ingekomen brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van 22 maart 2000 houdende mededeling dat de heer H. Wiegel, wonende te Diever, ontslag neemt als lid van dat orgaan met ingang van 31 maart 2000;

Overwegende:

dat blijkens het besluit van het centraal stembureau van 27 mei 1999 de heer H. Wiegel was gekozen op stel gelijkluidende lijsten nr. 1;

dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten de rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden:

F. Korthals Altes te Rotterdam, aangezien hij reeds lid is van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

H. Wiegel te Diever, aangezien het zijn vacature betreft;

D.J.D. Dees te Breda, L. Ginjaar te Burgh-Haamstede, N.H. van den Broek-Laman Trip te Heemstede, W.F. van Eekelen te Den Haag, H.M. Dupuis te Voorschoten, M.E. Bierman-Beukema toe Water te Heemstede, M.J. Varekamp te Naaldwijk, L. Hilarides te Drachten, F.M. Roscam Abbing-Bos te Rijswijk, U. Rosenthal te Rotterdam, P.J.H.M. Luijten te Amsterdam, P. Swenker te Hoogland, E.M. Kneppers-Heynert te Sauwerd, J. Rensema te Hoorn, L.M. de Beer te Vlaardingen, N.G. Ketting te Huizen, J.J. van Heukelum te Tynaarlo, aangezien zij reeds lid zijn van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

dat, gelet op artikel W 1 van de Kieswet thans voor benoeming in aanmerking komt de heer A. de Jager, wonende te Waddinxveen;

verklaart dientengevolge, A. de Jager, wonende te Waddinxveen, benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.


’s-Gravenhage, 1 april 2000.
F.J.W.M. van Dooren, voorzitter.

Naar boven