Voorziening i.v.m. ontslag Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Besluit nr. 00.001515 houdende voorziening in verband met het ontslag van dr. A. Peper als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 13 maart 2000, kenmerk 00M380651;

Gelet op artikel 43 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Voor het tijdvak dat in de benoeming van een Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na het aan dr. A. Peper verleende ontslag nog niet is voorzien, zal het beheer van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gevoerd door Onze Minister zonder portefeuille, mr. R.H.L.M. van Boxtel.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, is belast met de uitvoering van dit besluit dat zal worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de in dit besluit genoemde, de Hoge Colleges van Staat, de Raad van Ministers, de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en Aruba en de ministeries.


’s-Gravenhage, 13 maart 2000.
Beatrix. De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
W. Kok.

Naar boven