De Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie, genaamd Luchtverkeersleiding
Nederland, doet ingevolge artikel 64, eerste lid, Luchtverkeersreglement,
mededeling van het volgende besluit, genomen in overeenstemming met de Minister
van Defensie:
VFR-vliegen beneden de minimum VFR-vlieghoogte, buiten
aaneengesloten bebouwing alsmede boven aaneengesloten bebouwing
Aan de gezagvoerders die in het bezit zijn van een bewijs van bevoegdheid
als verkeers- of beroepsvlieger, van de Cessna 150, 172, 310 en Partenavia,
in gebruik bij Special Air Services B.V. , wordt vanaf heden tot en met 31
december 2001, t.b.v.:
1. de opsporing van milieudelicten;
2. de opsporing en lokalisering van branden alsmede de begeleiding van
de brandweer naar de brand, in schriftelijke opdracht van de Commandant van
het betrokken brandweerkorps;
3. het verzamelen van gegevens welke kunnen dienen als bewijsmateriaal
betreffende eventuele, tijdens de onder 1 en 2 vermelde activiteiten, geconstateerde
delicten;
4. het maken van foto-, film- en video-opnamen,
van de Cessna 150 en 172 vrijstelling verleend om VFR-vluchten uit te
voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, buiten aaneengesloten bebouwing,
en van de Cessna 310 en Partenavia vrijstelling verleend om VFR-vluchten uit
te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, boven aaneengesloten bebouwing,
t.b.v. de opsporing van milieudelicten en het vergaren van bewijsmateriaal
tijdens deze vluchten.
(LVNL-1001513; bezwaartermijn loopt tot 31 januari 2001)
Desgewenst kan een afschrift van bovenstaand besluit worden aangevraagd
bij: Luchtverkeersleiding Nederland, Postbus 75200, 1117 ZT Luchthaven Schiphol.