De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Besluit:
Artikel 1
1. Er is een ITO-Raad.
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voert regelmatig
overleg met de ITO-Raad over de instelling en de werkzaamheden van het agentschap
ITO. In voorkomend geval wordt het overleg mede gevoerd met de Minister van
Justitie. Er wordt in ieder geval overleg gevoerd over:
a. de inrichting op hoofdlijnen van het agentschap ITO;
b. de benoeming van leden van de directie van het agentschap ITO;
c. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening;
d. de meerjareninvesteringen;
e. de tariefstructuur van het agentschap ITO;
f. de plaats van vestiging van het agentschap ITO en
g. de kwaliteit van de dienstverlening door het agentschap ITO.
3. Het overleg vindt tenminste tweemaal per jaar plaats.
4. Het overleg wordt bijgewoond door de algemeen directeur van het agentschap
ITO.
5. Tot secretaris van het overleg wordt benoemd de directiesecretaris
van het agentschap ITO.
Artikel 2
In de ITO-Raad hebben in ieder geval zitting:
1. Als leden:
a. drs. Ch. Leeuwe, korpsbeheerder van de het regionale politiekorps Flevoland,
namens het Korpsbeheerdersberaad, voorzitter;
b. mr. H.J. Bolhaar, fungerend hoofdofficier van justitie te `s-Hertogenbosch,
namens het openbaar ministerie, lid;
c. A.J. Meijboom, korpschef van het regionale politiekorps Twente, namens
de Raad van Hoofdcommissarissen, lid;
d. J.G. Rietveld, voormalig directeur IBM, lid;
e. mr. E.A. Kleijnenberg, lid van de Raad van Bestuur van Goudse Verzekeringen,
lid;
f. drs. M.M. Frequin, plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie
van Justitie, lid;
g. brigade-generaal J.A. de Jong, directeur Beleidsvoorbereiding en Beheer
Koninklijke marechaussee, lid;
h. H.H. Jonker, burgemeester van de gemeente Hendrik Ido Ambacht, namens
de VNG, lid;
i. ing. S.T.M. van Riel, commandant van de Regionale Brandweer Flevoland
en Almere, namens het College Commandanten van Regionale Brandweren, lid.
2. Als adviserend lid: drs. J.C. Goet, directeur Veiligheid, Informatiebeleid
en Projecten, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 3
1. De tijdens het in artikel 1 bedoelde overleg door de leden van de ITO-Raad
ingenomen standpunten worden schriftelijk vastgelegd en betrokken bij de besluitvorming
door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de desbetreffende
onderwerpen.
2. Indien bij de besluitvorming wordt afgeweken van deze standpunten,
wordt de ITO-Raad daarvan onverwijld en onder opgave van redenen ingelicht.
Artikel 4
1. De ITO-Raad stelt een reglement vast over zijn werkwijze.
2. De ITO-Raad kan ter ondersteuning van zijn werkzaamheden een klantenraad
in het leven roepen.
Artikel 5
Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 29 april 1998, Stcrt. 1998, 95, tot instelling van een IT-Raad in oprichting
vervalt.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit ITO-Raad.
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.