Wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging nieuwe organisatie Rijksluchtvaartdienst (programmaleiders)

5 december 2000

Nr. DGRLD/DLB/L 00.420154

De directeur-generaal Rijksluchtvaartdienst,

Gelet op de artikelen 6 en 7, vierde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging nieuwe organisatie Rijksluchtvaartdienst1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

1. Van de aan de directeur-generaal Rijksluchtvaartdienst krachtens artikel 5, eerste lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat verleende bevoegdheid wordt ondermandaat verleend aan de navolgende functionarissen, werkzaam bij de directie Luchtvaartbeleid:

a. het hoofd van het Bureau Managementondersteuning,

b. de managers door de directeur van de directie Luchtvaartbeleid belast met de verantwoordelijkheid voor een of meer programma's of expertisegroepen, en

c. de functionarissen door de directeur van de directie Luchtvaartbeleid belast met de leiding van een programma.

B

In artikel 10, eerste lid, wordt `artikel 6, eerste lid, onder a en b,' vervangen door: artikel 6, eerste lid, onder a tot en met c,.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal en diens plaatsvervanger, de diensthoofden en de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 5 december 2000.
De directeur-generaal Rijksluchtvaartdienst,
F.L. Bussink.

1 Stcrt. 2000, 83.

Toelichting

In de organisatie van de Directie luchtvaartbeleid nemen de programmaleiders - dit zijn de functionarissen die inhoudelijk verantwoordelijk zijn voor de verwezenlijking van het in een programma begrepen takenpakket - een belangrijke plaats in. Het is voor een goede uitoefening van hun functie gewenst dat zij mandaat, volmacht en machtiging verkrijgen.

Het onderhavige besluit strekt er toe hen deze bevoegdheden met ingang van 1 januari 2001 te verlenen.

De directeur-generaal Rijksluchtvaartdienst,

F.L. Bussink.

Naar boven