Regeling Rekenmethodiek Rijksgebouwendienst

18 december 2000

Nr. 450.2000.140068

Rijksgebouwendienst Directie Huisvestingsbeleid

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 10, tweede lid, van het Besluit Rijksgebouwendienst 1999;

Besluit:

Artikel 1

De methodiek ter bepaling van de gebruiksvergoeding, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Besluit Rijksgebouwendienst 1999 voor objecten die niet behoren tot het objectenbestand als bedoeld in paragraaf 01.06 van de bijlage bij de Regeling methodiek gebruiksvergoeding Rijksgebouwendienst wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 2

Deze regeling heeft geen gevolg voor:

a. een overeenkomst die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling tussen de dienst en een afnemer tot stand is gekomen, of

b. een door de dienst uitgebrachte offerte waarvan de geldigheidstermijn op de datum van inwerkingtreding van deze regeling nog niet is verstreken,

indien sprake is van een door de afnemer afgegeven of af te geven garantie voor het afsluiten van een interne verhuurovereenkomst waarvan de gebruiksvergoeding is berekend op basis van uitgangspunten die afwijken van de uitgangspunten, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001, en werkt terug tot en met 1 januari 1999.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Rekenmethodiek Rijksgebouwendienst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Rijnstraat 8, `s-Gravenhage.

`s-Gravenhage, 18 december 2000.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.W. Remkes.

Naar boven