Wijziging Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 1985

21 december 2000

Nr. TRCJZ/2000/15279

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 1, derde lid, van Beschikking nr. 2000/764/EG van de Europese Commissie van 29 november 2000 betreffende het testen van runderen op boviene spongiforme encefalopathie en tot wijziging van Beschikking 98/272/EG inzake epizoötiebewaking ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 305) en artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op artikel 68 van de Veewet;

Besluit:

Artikel I

Aan artikel 2, eerste lid, van de Regeling uitvoer vers vlees en vleesbereidingen 19851 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

y. het vlees mag niet afkomstig zijn van runderen, ouder dan dertig maanden, die niet met een van de in bijlage IV, deel A, van Beschikking 98/272/EG genoemde goedgekeurde sneltests zijn onderzocht of waarvan de uitslag van genoemde sneltest positief is.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

1 Stcrt. 1984, 252; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 december 2000, Stcrt. 243.

Toelichting

Op grond van Beschikking nr. 2000/764/EG van de Europese Commissie van 29 november 2000 betreffende het testen van runderen op boviene spongiforme encefalopathie en tot wijziging van Beschikking 98/272/EG inzake epizoötiebewaking ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 305) zijn de EU-lidstaten verplicht om vanaf 1 januari 2001 runderen, ouder dan 30 maanden, op alle noodslachtplaatsen te onderwerpen aan een snelle BSE-test. Vanaf 1 juli 2001 of zoveel eerder indien de testcapaciteit daartoe toereikend is, zijn de lidstaten verplicht om alle runderen, ouder dan 30 maanden, bij de slacht te testen op aanwezigheid van BSE. De Nederlandse overheid heeft de capaciteit om alle runderen, ouder dan 30 maanden, te testen op 1 januari 2001 voorhanden. Onderhavige regeling strekt ertoe de verplichting om al deze runderen op BSE te testen, voor de exportslachterijen in regelgeving om te zetten. Consequentie van de verplichting is dat het vlees van niet-geteste runderen en van runderen, die positief reageren op de snelle test, niet in intracommunautaire handelsverkeer mogen worden gebracht en niet naar derde landen geëxporteerd mogen worden. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport past de regelgeving op grond van de Vleeskeuringswet aan teneinde deze verplichting voor de slachterijen, die produceren voor de Nederlandse markt, te doen gelden.

De omstandigheid dat de testcapaciteit in Nederland aanwezig is, leidt ertoe dat Nederland buiten de reikwijdte valt van de verordening van de Europese Commissie houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt. Deze verordening ziet op de in principe verplichte opkoop van alle runderen, ouder dan 30 maanden, die niet getest zijn op BSE. Aangezien in Nederland de fysieke mogelijkheid voorhanden is om alle runderen, ouder dan 30 maanden, te testen, is er geen reden om niet-geteste runderen op te kopen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven