Wijziging Regeling landbouwgrond Meststoffenwet

18 december 2000

Nr. TRCJZ/2000/15135

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 53, onderdelen a en i, van de Meststoffenwet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling landbouwgrond Meststoffenwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1' geplaatst.

2. Aan onderdeel c van het eerste lid wordt na `bij het bedrijf in gebruik is' toegevoegd: of betreffende natuurterrein dat anders dan op grond van de gebruikstitels genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel w, van de wet bij het bedrijf in gebruik is.

3. In onderdeel d van het eerste lid vervalt `of een bedrijf voert waarop artikel 38 van de wet van toepassing is' en wordt na `landbouwgrond als bedoeld in artikel 2' ingevoegd: of natuurterrein als bedoeld in artikel 2a.

4. Na het eerste lid wordt het volgende lid wordt toegevoegd:

2. Deze regeling berust op de artikelen 53, onderdelen a en i, van de wet.

B

In de aanhef van artikel 2 vervalt `, behoudens artikel 38, eerste lid, onderdeel a, van de wet,'.

C

Na artikel 2 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 2a

Voor de toepassing van hoofdstuk IV wordt in zoverre in afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel w, van de wet onder de bij het bedrijf behorende oppervlakte grond ook gerekend natuurterrein dat daadwerkelijk bij het bedrijf in het kader van een normale bedrijfsvoering in gebruik is en ter zake waarvan overeenkomstig artikel 3 een grondgebruiksverklaring is opgesteld en bij het Bureau Heffiongen is ingediend.

D

In het derde lid van artikel 3 wordt `landbouwgrond' vervangen door: grond.

E

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt na `de grond als bedoeld in artikel 2, onderdeel c' ingevoegd: of het natuurterrein als bedoeld in artikel 2a.

2. In de laatste volzin wordt `artikel 2' vervangen door: artikel 2 of artikel 2a.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

1 Stcrt. 1997, 248; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 21 augustus 2000, Stcrt. 2000, 160.

Toelichting

De onderhavige wijzigingsregeling van de Regeling landbouwgrond Meststoffen strekt er allereerst toe te regelen dat natuurterrein dat bij een bedrijf in gebruik is op grond van een grondgebruiksverklaring voor de toepassing van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet - waarin het stelsel van regulerende mineralenheffingen is neergelegd - wordt gerekend tot de bij het bedrijf behorende oppervlakte grond. Deze voorziening was neergelegd in de Tijdelijke vrijstellingsregeling natuurterrein Meststoffenwet die met ingang van 1 januari 2001 is komen te vervallen. Op basis van het met ingang van 1 januari 2001 inwerking getreden artikel 53, onderdeel i, van de Meststoffenwet wordt thans een vergelijkbare voorziening in de Regeling landbouwgrond Meststoffenwet opgenomen. Achtergrond van de voorziening is dat het voorkomt dat bedrijven in het kader van een beheersovereenkomst natuurterrein in gebruik hebben anders dan op basis van eigendom, een beperkt zakelijk gebruiksrecht of een pachtovereenkomst, en dat ook deze terreinen door het bedrijf worden bemest. In die situatie is het wenselijk dat deze grond meetelt voor de bepaling van het toelaatbare verlies van het desbetreffende bedrijf.

De regeling heeft voorts betrekking op een aantal technische wijzigingen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven