Mandaatbesluit aan Directie (procesbevoegdheid)

Havenschap Moerdijk

Het Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk;

Gelet op artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997 en de Wet gemeenschappelijke regelingen;

In aanmerking genomen het delegatiebesluit van de Raad van Bestuur d.d. 7 december 2000, bij welk besluit het recht om beroep in te stellen en het recht om bezwaar in te brengen is gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur;

Besluit:

Artikel 1

a. In dit besluit wordt onder mandateren verstaan: de bevoegdheid om in naam van het Dagelijks Bestuur besluiten te nemen.

b. In dit besluit wordt onder de afkorting `GRHM' verstaan: de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997.

Artikel 2

De in artikel 3 van dit besluit genoemde bevoegdheden te mandateren aan de directie van het Havenschap Moerdijk en bij afwezigheid van de directie aan haar plaatsvervanger.

Artikel 3

Aan de Directie wordt de bevoegdheid gemandateerd, indien ingevolge wettelijk voorschrift aan het Havenschap of aan het bestuur van het Havenschap hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, beroep in te stellen of bezwaar in te brengen, onder de voorwaarde, dat de uitoefening van deze bevoegdheid geschiedt ter uitvoering van de in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk omschreven taken en bevoegdheden van het Havenschap.

Aldus besloten te Moerdijk op 7 december 2000.

Het Dagelijks Bestuur.

Naar boven