Regeling aanvullende ICT-vergoedingen 2000 vmbo groen

29 november 2000

Nr. TRCJZ/2000/14061

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 2.2.3, derde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 85a en 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. instelling: agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de school voor voorbereidend beroepsonderwijs die uitsluitend landbouwonderwijs verzorgt;

b. ICT: informatie- en communicatietechnologie;

c. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

1. Het bevoegd gezag van een instelling heeft aanspraak op een aanvullende vergoeding voor het gebruik van ICT, ten behoeve van kwaliteitsverbetering en innovatie van het onderwijs.

2. De vergoeding bedraagt f 161,- per leerling.

3. Voor de aanvullende vergoeding wordt uitgegaan van:

a. het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1999 stond ingeschreven bij het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs-groen;

b. het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1998 stond ingeschreven bij beroepsopleidende leerweg;

c. 35% van het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1998 stond ingeschreven bij de beroepsbegeleidende leerweg.

4. Ingeval van samenvoeging van twee of meer instellingen wordt voor de vaststelling van de aanvullende vergoeding uitgegaan van de som van de leerlingen van de betreffende instellingen.

Artikel 3

1. De minister zendt het bevoegd gezag van een instelling uiterlijk 31 december 2000 een beschikking omtrent de vaststelling van de aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 2.

2. Voor de toekenning van de aanvullende vergoeding behoeft het bevoegd gezag van de instelling geen aanvraag in te dienen.

3. Betaling van de aanvullende vergoeding vindt uiterlijk 31 december plaats.

Artikel 4

Het bevoegd gezag van de instelling verantwoordt de besteding van de aanvullende vergoeding afzonderlijk in de jaarrekening van de instelling met inachtneming van de hierop van toepassing zijnde voorschriften.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende ICT-vergoedingen 2000 voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs groen.

`s-Gravenhage, 29 november 2000.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de directeur-generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
C.J. Kalden.

Toelichting

Informatie- en communicatietechnologie (ICT) neemt een steeds belangrijker plaats in onze samenleving in. Ook het bedrijfsleven vraagt steeds meer naar afgestudeerden die vaardig zijn met ICT-apparatuur en -toepas-singen. De maatschappelijke omgeving vraagt scholen te werken met nieuwe technologieën. Daarom heeft ICT een belangrijke plaats in de kwalificatiestructuur en de examenprogramma's vmbo. Leerlingen komen in hun omgeving ook steeds vaker in aanraking met computers. ICT kan dan ook een belangrijke bijdrage leveren aan het onderwijsleerproces en biedt bij uitstek mogelijkheden om leerlingen in eigen tempo en zelfstandig te laten werken. Bovendien kan ICT zorgen voor verbetering van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het onderwijs.

In verband met het bovenstaande is in het Regeerakkoord tot het jaar 2002 een incidenteel bedrag van f 670 miljoen beschikbaar gesteld voor de integratie van ICT in het onderwijs. Dit bedrag wordt omgezet in een structureel bedrag. In het uitwerkingsplan `Onderwijs on line. Verbindingen naar de toekomst', is uiteengezet hoe deze extra middelen worden ingezet (Kamerstukken 1998-1999, 25 733, nr.30). Dit plan is goedgekeurd door de Staten-Generaal. In 2000 zijn aanvullende middelen beschikbaar gekomen, die het mogelijk maken de in `Onderwijs on Line. Verbindingen naar de toekomst' genoemde bedragen per leerling aanmerkelijk te verhogen. Een groot deel van de extra ICT-middelen is bestemd voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs, voor instellingen in de beroeps- en volwasseneneducatie en voor de lerarenopleidingen. Voor een deel gaan deze middelen rechtstreeks naar deze scholen en instellingen. Een ander deel wordt gebruikt om scholen aan te sluiten op een landelijk kennisnet, om de ontwikkeling van methoden en educatieve software te stimuleren en voor deskundigheidsbevordering en samenwerking tussen scholen. Ook worden modellen ontwikkeld voor het beheer van ICT-voorzieningen in de school.

Met deze regeling wordt een aan-vullende vergoeding ter beschikking gesteld aan AOC's en aan de Vereniging tot bevordering van het Land- en Tuinbouwonderwijs op Voorne, Putten en Rozenburg te Brielle, beter bekend als de Annahoeve. Dit is de enige school voor voorbereidend beroepsonderwijs die uitsluitend landbouwonderwijs verzorgt. De aanvullende vergoeding bedraagt in 2000 vanwege een incidentele verhoging f 161,- per leerling. Voor de vaststelling van de aanvullende vergoeding voor de beroepsbegeleidende leerweg wordt uitgegaan van 35% van het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1998 stond ingeschreven. De vergoeding is bestemd voor onder andere de aanschaf van computers, printers, interne netwerken, software, servers en andere ICT-apparatuur, alsmede voor het onderhoud en beheer daarvan. Voorts kan de vergoeding besteed worden aan de coördinatie van ICT-activiteiten en aan scholing van vooral het onderwijzend personeel op het ICT-terrein. Vanaf augustus 2002 zal de vergoeding voor ICT in de reguliere bekostiging worden opgenomen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:

de directeur-generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C.J. Kalden.

Naar boven