Bekendmaking aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden en vergunninghouders
Bekendmaking van de Staatssecretaris van Justitie ingevolge artikel
60b, tweede lid van de Huisvestingswet en artikel 2, tweede lid van de Wet
gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf
28 september 2000
Nr. 5053164/00/DVB
De Staatssecretaris van Justitie,
Gelet op artikel 60b, tweede en vierde lid, van de Huisvestingswet en
artikel 2, tweede en vierde lid, van de Wet gemeentelijke zorg voor houders
van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf;
Maakt bekend:
1. Het totale aantal verblijfsgerechtigden in wier huisvesting in de periode
van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2001 naar verwachting zal dienen te
worden voorzien bedraagt, onverminderd de eerdere verplichting als bedoeld
in artikel III, vijfde lid, van de Wet tot wijziging van de Huisvestingswet
van 30 maart 1995 (Stb. 159), en eerdere verplichtingen als bedoeld in artikel
60b, eerste lid, van de Huisvestingswet, 3.100.
2. Het totale aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode
van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2001 naar verwachting zal dienen te
worden voorzien bedraagt, onverminderd de eerdere verplichting als bedoeld
in artikel 2, eerste lid van de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een
voorwaardelijke vergunning tot verblijf, 1.700.
's-Gravenhage, 28 september 2000.
De Staatssecretaris van
Justitie,M.J. Cohen.
Toelichting
Op basis van mijn Bekendmaking inzake het verwachte aantal verblijfsgerechtigden
en vergunninghouders in het 2e en 3e kwartaal van 2000 (Stcrt. 65, 31 maart
2000) en de circulaire van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid
en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 8 mei 2000 (CIM2000/64019) werd er van uitgegaan dat in die periode in
de huisvesting van 3.500 verblijfsgerechtigden en 1.600 vergunninghouders
voorzien diende te worden.
Thans is de taakstellingsperiode van het tweede kwartaal van 2000 afgesloten
en die van het derde kwartaal van 2000 bijna afgerond en kan worden bezien
in hoeverre het werkelijk aantal verblijfsgerechtigden en vergunninghouders
overeenkomt met de verwachtingen zoals die leefden ten tijde van mijn bovengenoemde
Bekendmaking. Uit deze vergelijking blijkt dat in deze periode het werkelijk
aantal verblijfsgerechtigden 2.790 en het werkelijk aantal vergunninghouders
1.450 heeft bedragen. Dit betekent dat het totale aantal verleende statussen
en vergunningen in het 2e en 3e kwartaal van 2000 achter is gebleven bij de
prognose.
Zoals gebruikelijk wordt bij het berekenen van de nieuwe taakstellingen
rekening gehouden met het verschil tussen de taakstelling en het werkelijk
aantal statusverleningen in de voorafgaande taakstellingsperiode. De gemeenten
zullen in een circulaire van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid
en de Staatssecretaris van VROM over de huisvestingstaakstellingen uitgebreid
op de hoogte gebracht worden.