Wijziging Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal 2000

14 september 2000

GZB/VVB 2102243

Directie Gezondheidsbeleid Voeding en Veterinair Beleid

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 2, zevende lid, van de Destructiewet;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2 van de Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal 20001 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1.' geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De onderdelen d en e zijn niet van toepassing indien de in die onderdelen genoemde delen van de desbetreffende slachtdieren afkomstig zijn uit Nieuw-Zeeland.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E. Borst-Eilers.

1 Stcrt. 2000, 122, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 4 september 2000 (Stcrt. 170).

Toelichting

Deze regeling wijzigt de Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal 2000. Het Scientific Steering Committee van de Europese Commissie heeft op 6 juli 2000 een advies uitgebracht over het geografische risico van Bovine Spongiforme Encefalopathie (BSE). In dit advies wordt Nieuw-Zeeland ingedeeld in de categorie landen waarvan het uiterst onwaarschijnlijk is dat runderen zijn besmet met BSE. Daarom worden schedels, met inbegrip van de hersenen en de ogen, de tonsillen en het ruggenmerg van geslachte runderen, schapen en geiten ouder dan één jaar en de milt van geslachte schapen en geiten niet langer aangewezen als gespecificeerd hoog-risico-materiaal indien ze afkomstig zijn uit Nieuw-Zeeland.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven