De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Besluit:
Artikel 1
Er is een Begeleidingscommissie voor het Bureau voor Medicinale Cannabis.
De commissie heeft tot taak, het op 1 maart 2000 bij het Ministerie van
VWS ingestelde Bureau voor Medicinale Cannabis te ondersteunen en begeleiden.
Artikel 2
Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij
de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter
kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van
ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht
geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover enig wettelijk
voorschrift hem/haar tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering
van dit besluit tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 3
1. In de begeleidingscommissie worden de volgende personen benoemd:
de heer mr. G.C.M. Bogers, beleidsmedewerker van de Directie Geestelijke
Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Maatschappelijke Opvang, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
mevrouw dr. H.M. van den Dungen, senior-inspecteur in algemene dienst
voor Klinisch Onderzoek voor de Gezondheidszorg;
de heer A.A. de Goei, afgevaardigde van HIV-vereniging Nederland en diens
plaatsvervanger;
de heer drs. J.B. Polee;
de heer F. Kingma, afgevaardigde van MS-vereniging Nederland;
de heer dr. R.J.J.Ch. Lousberg, senior-inspecteur voor Opiumwetzaken voor
de Gezondheidszorg;
de heer drs. J.H. van Meer, apotheker en farmacognost, Universiteit Utrecht;
de heer prof. dr. J.M. Minderhoud, neuroloog.
2. De heer drs. P.H.B. Pennekamp, Directeur-Generaal Welzijn & Sport
van het Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport wordt benoemd tot
lid, tevens voorzitter.
3. Tot secretaris wordt benoemd: de heer drs. W.K. Scholten, apotheker
en hoofd van het Bureau voor Medicinale Cannabis.
4. Aan de vergadering van de begeleidingscommissie kan worden deelgenomen
door vertegenwoordigers van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport.
5. Aan de vergadering kan tevens worden deelgenomen door anderen dan bovengenoemde
personen die door de begeleidingscommissie daartoe zijn uitgenodigd.
Artikel 4
De niet-ambtelijke leden van de commissie als bedoeld in artikel 1 ontvangen
een vacatiegeld, alsmede een vergoeding voor reis- en verblijfkosten volgens
de regelen voor dienstreizen die gelden voor rijksambtenaren.
Artikel 5
Deze regeling, waarvan afschrift wordt verzonden aan de Algemene Reken-kamer,
treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2000.