Metaal- en Elektrotechnische Industrie

Financiering van Basisopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps)opleidingen, de her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie 2000

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE DE FINANCIERING VAN BASISBEROEPSOPLEIDINGEN (WEB; NIVEAU II), VOORTGEZETTE (BEROEPS)OPLEIDINGEN, HER-, OM- EN BIJSCHOLING, ALSMEDE WERKGELEGENHEID VAN WERKNEMERS IN DE METAAL- EN ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIE

AI Nr. 9311

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Stichting Centraal Secretariaat Metaal- en Elektrotechnische Industrie namens de Vereniging FME/CWM, vereniging van ondernemingen in de Metaal, Kunststof-, Elektronika- en Elektrotechnische Industrie en aanverwante sectoren, als partij te ener zijde mede namens FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond, VHP Metalektro en de Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Financiering van Basisopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps-) opleidingen, de her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 11 december 1998 (Stcrt. 1998, nr. 241), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Financiering van Basisopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps-) opleidingen, de her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 augustus 2000 artikel 3 en bijlage X van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de Financiering van Basisopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps-)opleidingen, de her- om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting zoals deze door partijen zijn gewijzigd en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:

Artikel 3 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 3 Uitvoering

De uitvoering van deze overeenkomst geschiedt volgens het bepaalde in het financieringsreglement Vakopleidingen, het financieringsreglement Cursusactiviteiten, het financieringsreglement Her-, Om- en Bijscholing, het financieringsreglement Voortgezette (beroeps) Opleidingen, het financieringsreglement Praktijkopleiders, het financieringsreglement ESF, het financieringsreglement Studiebaancontract, het reglement Werkgelegenheid Metalektro en het financieringsreglement (nieuwe) Opleidingslocaties die aan deze overeenkomst zijn gehecht en geacht worden daarvan deel uit te maken. De uitvoering is opgedragen aan de Stichting, waarvan de statuten worden geacht deel uit te maken van deze overeenkomst.

De statuten liggen ter inzage ten kantore van de Stichting te Leidschendam.

Voor de (financierings)reglementen zie bijlage P, Q, R, S, T, U, V, W en X."

BIJLAGE X WORDT TOEGEVOEGD EN GELEZEN ALS VOLGT:

„BIJLAGE X FINANCIERINGSREGLEMENT (NIEUWE) „OPLEIDINGS- LOCATIES"

(als bedoeld in artikel 3 van de CAO inzake de financiering van basisberoeps-opleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps-) opleidingen, her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie).

„(Nieuwe) opleidingslocaties" zijn die:

  • na 1 januari 1996 een wijziging hebben ondergaan in de directe binding met de Metaal en Elektrotechnische bedrijfstak dan wel nieuw zijn opgericht en

  • in aanmerking willen komen voor bedrijfstakbijdrage in het kader van de Basisberoepsopleiding van de Stichting O+A, hierna te noemen „nieuwe opleidingslocaties".

Artikel 1 Definities

  • 1. Stichting

  • Stichting Opleiding en Arbeidsmarkt in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie.

  • 2. Werkgever

  • De werkgever als bedoeld in de CAO inzake financiering van basisberoepsopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps) opleidingen, her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie, die valt onder de werkingssfeer.

  • 3. Leerling

  • Degene die een basisberoepsopleiding volgt (WEB niveau II), daartoe een praktijkovereenkomst heeft afgesloten en die bij aanvang van de opleiding de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt.

  • 4. (Nieuwe) Opleidingslocatie

  • Een door de Stichting erkende praktijkopleidingslocatie die:

    • a) voldoet aan de eisen door het Landelijke Orgaan gesteld;

    • b) voldoet aan de inrichtingseisen vermeld in het Reglement Kwaliteitscriteria;

    • c) voor de bestuurlijke samenstelling de instemming heeft van het bestuur O+A met dien verstande dat het uitzendwezen geen deel uitmaakt van het bestuur van de bedoelde opleidingslocatie.

  • 5. Financieringsreglement

  • Het financieringsreglement Vakopleidingen (bijlage P) behorend bij de CAO inzake financiering van basisberoepsopleidingen (WEB; niveau II), voortgezette (beroeps)opleidingen, her-, om- en bijscholing, alsmede werkgelegenheid van werknemers in de Metaal- en Elektrotechnische Industrie.

  • 6. De praktijkovereenkomst (art. 7.2.8 Wet Educatie en Beroepsonderwijs)

  • De praktijkovereenkomst die wordt gesloten tussen de instelling („de Streekschool"), de leerling, en de patroon of de opleidingslocatie. De praktijkovereenkomst dient mede ondertekend te worden door het bestuur van het Landelijk Orgaan.

  • 7. De Leer-arbeidsovereenkomst

  • De leer-arbeidsovereenkomst die wordt gesloten tussen de leerling en de patroon volgens Model 1 behorend bij het financieringsreglement Vakopleidingen (bijlage P), voor 5 dagen per week met de duur van minimaal één jaar.

Artikel 2 Erkenning

  • 1. Om als „nieuwe opleidingslocatie" in aanmerking te kunnen komen voor vergoedingen dient erkenning plaats te vinden door de Stichting.

  • 2. Deze erkenning wordt gegeven indien:

    • a) De bestuurssamenstelling van de „nieuwe opleidingslocatie" de goedkeuring heeft van de Stichting. Vertegenwoordigers van de uitzendbranche kunnen geen deel uitmaken van het bestuur.

    • b) De „nieuwe opleidingslocatie" voldoet aan de vereisten zoals vermeld in het Reglement Kwaliteitscriteria van de Stichting, inclusief het daarin gestelde met betrekking tot de veiligheidscertificering van de leerling.

    • c) De „nieuwe opleidingslocatie" een door het Landelijk Orgaan erkend leerbedrijf is als bedoeld in de WEB.

  • 3. In afwijking van het gestelde in lid 2 kan het bestuur van de Stichting erkenning onthouden om redenen van het bedrijfstakbelang. De erkenning geldt voor de duur van drie jaar.

Artikel 3 Financiering

  • 1. De vergoedingen per leerling zijn overeenkomstig de toekenningen zoals genoemd in artikel 3 lid 2b en artikel 6 lid 1a van het financieringsreglement Vakopleidingen.

  • 2. De leerling kan in aanmerking komen voor de diplomatoeslag conform artikel 4 lid 3 van het financieringsreglement Vakopleidingen.

  • 3. Uitbetaling van de betreffende vergoedingen vindt plaats nadat de leerling het diploma WEB niveau II heeft behaald.

  • 4. Zowel de werkgever/patroon als de opleidingslocatie kunnen in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde vergoedingen mits aan de voorwaarden van artikel 4 is voldaan.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. Na het behalen van het diploma gaat de leerling een arbeidsovereenkomst aan met een werkgever uit de Metaal- en Elektrotechnische bedrijfstak voor de duur van tenminste één jaar.

  • 2. De datum van ingang van de arbeidsovereenkomst als bedoeld onder 1 is maximaal één jaar na de datum van het behalen van het diploma door de betrokken leerling

  • 3. Uitbetaling van de vergoedingen vindt pas plaats nadat na de maximale proeftijd de arbeidsovereenkomst is voortgezet.

  • 4. Verstrekking van de patroonsvergoeding vindt plaats aan de werkgever uit de Metaal- en Elektrotechnische bedrijfstak waarmee een leer-arbeidsovereenkomst voor minimaal één jaar is afgesloten, op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten met een maximum van de in het financieringsreglement ter zake genoemde vergoedingen.

  • 5. Verstrekking van de opleidingslocatievergoeding vindt plaats op basis van de praktijkovereenkomst die gesloten is ten behoeve van de opleiding, mits de opleidingslocatie in de praktijkovereenkomst genoemd staat en indien aan de overige voorwaarden is voldaan.

Artikel 5 Aanvraag en Toekenningen

  • 1. De „nieuwe opleidingslocatie" dient aan het begin van ieder schooljaar bij de Stichting aan te geven hoeveel leerlingen men voor de Metaal- en Elektrotechnische Industrie verwacht op te leiden.

  • 2. Uitbetaling van de opleidingslocatievergoeding vindt plaats na het overleggen van:

    • een kopie van de Praktijkovereenkomst;

    • een kopie van het diploma niveau WEB II;

    • een kopie van de arbeidsovereenkomst zoals gesloten met de werkgever uit de Metaal- en Elektrotechnische Industrie.

  • 3. Uitbetaling van de patroonsvergoeding vindt plaats indien naast bovengenoemde documenten er een leer-arbeidsovereenkomst zoals deze is afgesloten gedurende de opleiding wordt overgelegd.

  • 4. Uitbetaling van de diplomatoeslag vindt plaats aan de werkgever."

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 17 januari 2000

C. J. Meerhof.

Naar boven