Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal 2000

26 juni 2000

GZB/VVB 2067204

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 2, zevende lid, van de Destructiewet,

Besluit

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

mogelijk met dioxine verontreinigd dierlijk afval: dierlijk afval mogelijk verontreinigd met dioxine door omstandigheden die hebben geleid tot beschikking 1999/788/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van bepaalde voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde producten van varkens en van pluimvee (PbEG L 310).

Artikel 2

Als gespecificeerd hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Destructiewet worden aangewezen:

a. dierlijk afval dat mogelijk is verontreinigd met dioxine;

b. dierlijk afval als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Destructiewet indien het betreft residuen van dioxine;

c. gestorven slachtdieren, voor zover het betreft runderen ouder dan één jaar en schapen en geiten;

d. de schedel, met inbegrip van de hersenen en de ogen, de tonsillen en het ruggenmerg van geslachte runderen, schapen en geiten ouder dan één jaar;

e. de milt van geslachte schapen en geiten.

Artikel 3

1. De Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal1 wordt, met uitzondering van artikel 2, aanhef en onderdeel d, ingetrokken.

2. Artikel 2, aanhef en onderdeel d, van de Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal geeft uitvoering aan artikel 2, zevende lid, van de Destructiewet.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

1 Stcrt. 1999, nr. 113; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 31 januari 2000.

Toelichting

Op 3 maart 2000 is de wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Destructiewet in verband met de kosten van onschadelijkmaking van gespecificeerd hoog-risico-materiaal (Stb. 2000, 21) in werking getreden. Artikel 2, zevende lid, van de voormalige Destructiewet bepaalde dat onder gespecificeerd hoog-risico-materiaal werd verstaan datgene wat als gespecificeerd hoog-risico-materiaal wordt aangeduid in beschikking nr. 97/534/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juli 1997, houdende verbod, in verband met overdraagbare spongiforme encefalopathieën, op het gebruik van risicomateriaal. In deze beschikking is opgenomen dat van de geslachte schapen, geiten en runderen van meer dan twaalf maanden, de schedel met inbegrip van de hersenen, de ogen, de ton-sillen en het ruggenmerg, alsmede de milt van geslachte schapen en geiten gespecificeerd hoog-risico-materiaal zijn. Onzekere ontwikkelingen in Brussel rondom deze beschikking die reeds was geïmplementeerd, maar nog steeds niet in werking getreden, leidde ertoe dat het nationaal beleid met de wetswijziging van 3 maart 2000 is los gekoppeld van het lot van de beschikking. Dit noopte tot het herschrijven van de Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal. De organen, genoemd in beschikking nr. 97/534/EG, worden nu door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen in de onderhavige regeling.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven