Regeling houdende vaststelling retributie makelaars

6 mei 1999

WJZ/W 99030722

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 63cc van het Wetboek van Koophandel;

Besluit:

Artikel I

1. Voor de werkzaamheden, door de kamer van koophandel en fabrieken verricht ter uitvoering van het bepaalde bij en krachtens de artikelen 63b en 63c van het Wetboek van Koophandel, is degene, die verzoekt te worden beëdigd als makelaar, aan de kamer, binnen welker gebied hij voornemens is zich als makelaar te vestigen, dan wel binnen welker gebied de vestiging of nevenvestiging waarbij hij als zodanig in dienstbetrekking werkzaam zal zijn, f 175,- verschuldigd.

2. Door de kamer gemaakte kosten voor door derden verricht onderzoek naar de bekwaamheid van degene, die verzoekt te worden beëdigd als makelaar, om in het door hem vermelde vak werkzaam te zijn, worden aan de verzoeker in rekening gebracht, voor zover dit onderzoek niet plaatsvindt in het kader van de in het derde lid bedoelde praktijkproef.

3. Voor het afleggen van de praktijkproef, bedoeld in artikel 4 van het Besluit vakbekwaamheid makelaars in onroerende zaken is de verzoeker, naast de in het eerste lid vastgestelde vergoeding, aan de in dat lid omschreven kamer f 1505,- verschuldigd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 6 mei 1999. De Staatssecretaris van Economische Zaken,
G. Ybema.

Toelichting

Ingevolge artikel 63cc van het Wetboek van Koophandel is degene die als makelaar wenst te worden beëdigd een vergoeding verschuldigd aan de kamers van koophandel en fabrieken voor de door deze kamers verrichtte werkzaamheden. Deze werkzaamheden behelzen het op verzoek van een rechtbank uitbrengen van advies over de vraag of degene die als makelaar wenst te worden beëdigd, voldoet aan de bij en krachtens het Wetboek van Koophandel gestelde toelatingseisen en of de vrees bestaat dat de verzoeker als makelaar de eer van de stand der makelaars zal schaden. De kamer van koophandel en fabrieken binnen welker gebied degene die als makelaar in onroerende zaken wenst te worden beëdigd zich voornemens is te vestigen, neemt voorts op verzoek een praktijkproef af.

De voor deze werkzaamheden verschuldigde vergoedingen waren opgenomen in de Retributieregeling Kamers van Koophandel en Fabrieken 1963. Aangezien deze regeling bij de inwerkingtreding van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 is vervallen en de hoogte van de verschuldigde bedragen in overeenstemming dient te worden gebracht met de kosten die daadwerkelijk zijn gemoeid met de verleende diensten, zijn in de onderhavige regeling nieuwe tarieven vastgesteld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema.

Naar boven