Subsidieregeling internationale samenwerking milieubeheer 1999

«Wet milieubeheer»

26 maart 1999

IMZ/99145304

Directoraat-Generaal Milieubeheer

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan aan een aanvrager subsidie verstrekken voor activiteiten welke betrekking hebben op:

a. samenwerking met landen waarmee de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten, met name gericht op de aanpak van ernstige milieuproblemen, het beschikbaar stellen van expertise op het gebied van milieumanagement en de samenwerking van milieu-overheidsdiensten en milieu-organisaties;

b. uitwerking en concretisering van de UNCED-documenten Agenda 21, de verklaring van Rio de Janeiro, het biodiversiteits- en klimaatverdrag en het uitdragen van UNCED-doelstellingen in de samenleving;

c. integratie van handel en milieu en de inzet van handelsinstrumenten in het kader van multilaterale milieuverdragen;

d. milieu-onderwerpen aan de orde zijnde bij de Europese Unie, de International Tropical Timber Organzation, de Arctic Environmental Protection Strategy of in het kader van internationale waterverdragen, of

e. milieu-onderwerpen die door of onder verantwoordelijkheid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de Verenigde Naties of de Wereldbank worden uitgevoerd.

Artikel 2

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend door een natuurlijk persoon, een rechtspersoon, een staat of een volkenrechtelijke organisatie.

Artikel 3

1. Als subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteit toe te rekenen en door de aanvrager gemaakte kosten.

2. Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag, worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.

3. Het maximale subsidiebedrag is voor een activiteit als bedoeld in artikel 1, onder a, b, c of d, f 200.000,-.

Artikel 4

Het subsidieplafond voor 1999 voor het verlenen van subsidies bedraagt:

a. f 1.340.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder a;

b. f 1.025.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder b;

c. f 100.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder c;

d. f 590.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder d;

e. f 1.910.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, onder e.

Artikel 5

Bij de subsidieverlening wordt beslist in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gekregen de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld voor die beslissing als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

Artikel 6

1. Aanvragen kunnen tot 1 november 1999 worden ingediend bij:

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Directoraat-Generaal Milieubeheer

Directie Internationale Milieuzaken (ipc 670)

Postbus 30945

2500 GX Den Haag.

2. Voor het indienen van een subsidie-aanvraag wordt gebruik gemaakt van een aanvraagformulier, dat verkrijgbaar is bij de in het eerste lid genoemde directie.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling internationale samenwerking milieubeheer 1999.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 26 maart 1999. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.

Toelichting

De onderhavige regeling voorziet in de vaststelling van het subsidieprogramma voor het jaar 1999 op het gebied van internationale samenwerking, in het kader waarvan subsidies kunnen worden verstrekt, alsmede in de vaststelling van de subsidieplafonds voor (de onderdelen van) dit programma voor dat jaar en in een regeling ten aanzien van de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

Per 1 januari 1999 is het Besluit milieusubsidies (Stb. 1998, 720) in werking getreden. Als gevolg daarvan is onder meer het Besluit diverse subsidies milieubeheer ingetrokken. Het Besluit milieusubsidies is procedureel van karakter. Omdat het Besluit diverse subsidies milieubeheer naast procedurele regels ook inhoudelijke regels bevatte, is een aantal van die inhoudelijke regels thans in de onderhavige regeling opgenomen (de artikelen 1 en 3).

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk.

Naar boven