Regeling vergoedingen OPTA 1999 II

«Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit»

26 maart 1999

DGTP/99/866/HW

Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, vierde lid, 5, 6 en 7, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet alsmede op de artikelen 18 en 21 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit;

Besluit:

Artikel 1

De vergoedingen voor de kosten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot de navolgende categorieën zijn voor 1999:

stcrt-1999-62-p17-SC18257-1.gif

Artikel 2

De vergoeding voor het geven van een oordeel inzake een geschil als bedoeld in de artikelen 3.11, 5.3, 5.7, 6.3, 6.9, en 8.7 van de Telecommunicatiewet bestaat uit de werkelijke kosten die derden in opdracht van het college met betrekking tot het betreffende geschil hebben gemaakt.

Artikel 3

De vergoedingen voor registratie bedoeld in artikel 1 alsmede de vergoeding bedoeld in artikel 2 behoeven door degene die de vergoeding verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

Artikel 4

Het kostencalculatiemodel wordt door het college bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het college.

Artikel 5

Artikel 9, tweede lid, onderdeel c, van het Informatiestatuut Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit komt te luiden:

c. Kosten (personeel en materieel) en opbrengsten per (markt)categorie, waarbij de volgende (markt)categorieën worden onderscheiden:

1° openbare telecommunicatienetwerken,

2° huurlijnen,

3° omroepnetwerken,

4° openbare telecommunicatiediensten,

5° systemen voor voorwaardelijke toegang,

6° vergunningen als bedoeld in artikel 20.7, eerste lid, van de Telecommunicatiewet,

7° vergunningen als bedoeld in de artikelen 3.3, eerste lid, en 20.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet,

8° nummers,

9° concessie post en geregistreerde postkoeriers.

De kosten van bezwaar en beroep alsmede de kosten van advisering aan de minister op grond van deze regeling worden hierbij afzonderlijk in beeld gebracht;

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1999.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen OPTA 1999 II.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,J.M. de Vries.

Toelichting

Met de onderhavige regeling wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 3 tot en met 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet. Bij deze regeling wordt de hoogte van de vergoedingen vastgesteld die door het college (OPTA) in regeling zal worden gebracht voor de door hem jegens een marktpartij verrichtte of te verrichten werkzaamheden of diensten.

De in deze regeling vastgestelde vergoedingen hebben betrekking op werkzaamheden of diensten die voortvloeien uit de Telecommunicatiewet en waarvoor artikel 41 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (WTV) juncto artikel 19.4 van de Telecommunicatiewet geen basis bood om een vergoeding voor vast te stellen. Deze regeling vormt een aanvulling op de regeling vergoedingen OPTA I 1999. De regeling vergoedingen OPTA I 1999 bevat vergoedingen voor werkzaamheden of diensten die door OPTA reeds op basis van de WTV werden verricht en die onder de Telecommunicatiewet worden voortgezet.

De vergoedingen bestaan uit eenmalige vergoedingen en vergoedingen voor het toezicht die jaarlijks in rekening worden gebracht. De vergoedingen worden onderscheiden op basis van categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten zoals genoemd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, welke categorieën weer worden verdeeld in subcategorieën. De vergoedingen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde directe en indirecte kosten die worden toegerekend aan de betreffende categorieën en subcategorieën. De verdeling van de kosten binnen een (sub)categorie geschiedt op basis van het aantal geregistreerde partijen binnen zo’n (sub)categorie. De aanbieders met een aanmerkelijke macht zijn afzonderlijk gecategoriseerd. Aangezien binnen een dergelijke categorie veelal slechts sprake is van een enkele geregistreerde wordt in dat geval het totale bedrag van de kosten die aan een dergelijke categorie wordt toegedeeld bij die enkele geregistreerde aanbieder met aanmerkelijke macht in rekening gebracht.

De in deze regeling opgenomen bedragen met betrekking tot het toezicht bestaan uit 75% van het jaartarief. Dit vloeit rechtstreeks voort uit artikel 16 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet waarin wordt bepaald dat de vergoedingen die voor de eerste maal bij ministeriële regeling worden vastgesteld, slechts betrekking hebben op de periode vanaf 1 april 1999 tot en met 31 december 1999. De consequentie hiervan is dat de vergoedingen voor de in deze regeling genoemde categorieën en subcategorieën van werkzaamheden of diensten met betrekking tot het jaar 2000, behoudens eventuele wijzigingen in verband met een verhoging of verlaging van de kosten, met een factor 4/3 zullen worden vermenigvuldigd.

De vergoeding bedoeld in artikel 2 heeft betrekking op kosten die derden bij het college in rekening brengen ter zake van additionele werkzaamheden of diensten die door die derden in opdracht van het college zijn verricht met betrekking tot een bepaald aan het college voorgelegd geschil. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op de kosten van externe adviezen, daaronder begrepen het advies van de Landsadvocaat, kosten van consumpties en huur van accommodatie voor het houden van hoorzittingen en kosten van het uitwerken van verslagen van hoorzittingen. Deze kosten kunnen niet van te voren worden geraamd en kunnen van geschil tot geschil anders zijn.

In artikel 3 van de regeling wordt van de in artikel 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet opgenomen regel dat de vergoedingen bij vooruitbetaling dienen te worden voldaan afgeweken voor wat betreft de vergoedingen voor het registreren en de vergoeding bedoeld in artikel 2. Dit sluit aan bij de huidige praktijk. Verzoeken van marktpartijen tot registratie dienen in het belang van die partijen met een zo gering mogelijke vertraging te worden verwerkt. Een eis van vooruitbetalen zou het bereiken van die doelstelling kunnen frustreren. Ter zake van de kosten bedoeld in artikel 2 van de regeling geldt dat deze kosten niet vooraf zijn te begroten. Het is inherent aan het karakter van deze kosten dat de vergoeding ervoor achteraf in rekening wordt gebracht.

Bij deze regeling wordt ook het Informatiestatuut Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit gewijzigd. De aangebrachte wijzigingen houden rechtstreeks verband met artikel 16.1, derde lid, van de Telecommunicatiewet en met het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet. Met de wijziging van artikel 9, tweede lid, onderdeel c, worden de in dat onderdeel genoemde marktcategorieën in overeenstemming gebracht met de categorieën genoemd in artikel 4 , tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.M. de Vries.

Naar boven