Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 1999, 29 pagina 15 | Overig |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 1999, 29 pagina 15 | Overig |
Circulaire
Aan:
‐ de Korpschef Politieregio’s
‐ de Bevelhebber der Koninklijke marechausse
i.a.a.:
‐ de Procureurs-Generaal
Onderdeel: Directie Beleid
Datum: 3 februari 1999
Ons kenmerk: 731775/99/IND
Code: TBV 1999/5
Aard: Beleidswijziging
Juridische achtergrond: Vreemdelingenvoorschrift artikel 33; Vreemdelingenbesluit artikelen 54 en 66 Vreemdelingencirculaire 1994, hoofdstukken A4/9, A4/10.2.1.3, B1/5, B7/17.1, D81
Geldig van/tot: 1 januari 1999 tot 1 januari 2001
Onderwerp: Verblijfsrecht van in Nederland geboren kinderen uit niet-Nederlandse ouders
Vanuit verschillende vreemdelingendiensten, de rechterlijke macht en gemeenten is de vraag naar voren gekomen, wat de verblijfsstatus is van een in Nederland geboren kind uit niet-Nederlandse ouders, vooral als het een kind betreft, waarvan één van de ouders in bezit is van een vergunning tot vestiging of tot Nederland is toegelaten als vluchteling. Voorheen verkregen deze kinderen van rechtswege de artikel 10 lid 2-status krachtens de Vreemdelingenwet (bij geboorte als beide ouders legaal hier te lande verbleven of anders na één jaar legaal verblijf), mits het kind feitelijk behoorde tot het gezin van deze ouder(s). Na het vervallen van artikel 10 lid 2 van de Vreemdelingenwet op 7 januari 1994 is er voor deze categorie vreemdelingen niet langer in een bijzondere verblijfsregeling voorzien.
Bij de invoering van de nieuwe verblijfsdocumenten in 1994 is bepaald dat de vergunning tot vestiging van een ouder niet meer mede geldig kan worden gemaakt voor minderjarige kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar. De vermelding suggereerde namelijk ten onrechte dat deze kinderen recht zouden hebben op een vergunning tot vestiging. Om diezelfde reden wordt het verblijfsdocument van een tot Nederland toegelaten vluchteling niet geldig gemaakt voor de kinderen die in Nederland worden geboren uit een huwelijk of een relatie.
Dit probleem bestaat overigens slechts voor bovengenoemde categorieën. Houders van een (voorwaardelijke) vergunning tot verblijf kunnen via het indienen van een aanvraag conform D81 model g Vc hun verblijfsdocument mede geldig maken voor de inwonende minderjarige kinderen (zie A4/10.2.1.3 Vc). De kinderen van niet rechtmatig in Nederland verblijvende ouders, zullen bij geboorte zelf ook geen verblijfsstatus krijgen.
Bij de keuze voor een verblijfsstatus van de kinderen, die in Nederland worden geboren in het gezin van een ouder, die in het bezit is van een vergunning tot vestiging of die een tot Nederland toegelaten vluchteling is, dient rekening gehouden te worden met de vroegere situatie (10 lid 2 status). Ook mag er geen rechtsongelijkheid ontstaan tussen deze kinderen en kinderen die geboren worden in het gezin van een ouder die houder is van een (voorwaardelijke) vergunning tot verblijf. In hoofdstuk B7/17.1.1.a is voorts opgenomen dat de in Nederland geboren kinderen van toegelaten vluchtelingen niet worden beschouwd als vluchteling en niet in aanmerking komen voor een afgeleide vluchtelingenstatus, maar voor een verblijfsvergunning bij ouder(s) in aanmerking komen.
Gelet op al het vorenstaande is het gerechtvaardigd om kinderen, die in Nederland worden geboren in het gezin van een ouder, die in het bezit is van een vergunning tot verblijf, een vergunning tot vestiging of die een tot Nederland toegelaten vluchteling is, een verblijfstitel te verlenen op grond van artikel 9 Vw. De ouder dient, analoog aan het artikel 66 lid 3 Vb, binnen drie dagen na de geboorte van het kind een aanvraag conform D81 model h Vc ten behoeve van het kind in te dienen bij de korpschef der gemeente waar zij verblijven. Hierop is de legesregeling als genoemd in artikel 29a VV van toepassing. De verblijfstitel is afhankelijk van aard en zal de beperking hebben: ’verblijf bij * (naam ouder)’. Voorwaarde is dat het kind feitelijk behoort tot het gezin van deze ouder.
Overigens is er sinds de koppeling tussen de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS) een bestendige praktijk ontstaan. Kinderen die in Nederland geboren worden in het gezin van een ouder met een geldige verblijfsstatus en die worden aangegeven bij de Burgerlijke Stand in Nederland, krijgen door middel van de koppeling tussen VAS en GBA administratief een verblijfstitel toegekend op grond van artikel 9 of 9a van de Vreemdelingenwet, welke afhankelijk is van de verblijfsstatus van de ouder. Met deze beleidskeuze wordt deze bestendige praktijk bevestigd.
3.1 Kinderen, die in Nederland worden geboren, maar niet (binnen drie dagen) zijn aangemeld bij de korpschef
Wanneer alsnog voor deze kinderen een aanvraag conform D81 model g of h Vc wordt ingediend, dient te worden vastgesteld of zij vanaf hun geboorte tot de datum van de aanvraag (altijd) feitelijk hebben behoord tot het gezin van de ouder bij wie verblijf wordt beoogd. Zodra dit is vastgesteld, kan (nadat leges zijn betaald) ook aan deze kinderen een verblijfstitel worden verleend op grond van artikel 9 Vw onder de beperking: ’verblijf bij * (naam ouder)’.
3.2 Kinderen die in Nederland worden geboren tijdens de asielprocedure
Indien een kind in Nederland wordt geboren gedurende de procedure van de ouder om toelating tot Nederland als vluchteling, dient de ouder op de hiervoor beschreven wijze een aanvraag conform D81 model h Vc in te dienen. Het kind wordt analoog aan B7/17.1.1.a Vc niet beschouwd als vluchteling en komt niet in aanmerking voor een afgeleide vluchtelingenstatus indien de ouder(s) uiteindelijk worden toegelaten als vluchteling.
3.3 Kinderen die buiten Nederland worden geboren
Het verblijfsrecht van kinderen die in het buitenland worden geboren in het gezin van niet-Nederlandse ouders, waarbij ten minste één van de ouders in het bezit is van een geldige verblijfstitel, is in hoofdstuk B 1/5 Vc geregeld.
Ingeval kinderen in het buitenland worden geboren uit een huwelijk of een relatie tussen twee ouders met een geldige verblijfstitel in Nederland, of geboren in het buitenland uit een moeder met een geldige verblijfstitel en een onbekende vader, kan bij de aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf worden volstaan met een toetsing van de juridische en feitelijke gezinsband.
Op grond van artikel 54 Vb zijn vreemdelingen, die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt, vrijgesteld van de identificatieplicht. Om die reden worden zij - op de uitzonderingen genoemd in artikel 33 VV na - niet in bezit gesteld van een zelfstandig verblijfsdocument. Op grond van artikel 33 onder 4 VV kunnen deze kinderen desgevraagd in aanmerking voor een eigen verblijfsdocument. Om in bezit te worden gesteld van zulk een document, dient er naar het oordeel van de korpschef een redelijk belang aanwezig te zijn (bijvoorbeeld een vakantie in het buitenland). Aangezien bij de eerste aanmelding (na de geboorte van het kind) al aan de legesregeling is voldaan, kan dit document zonder legesheffing worden afgegeven.
Op grond van artikel 79 Vb dienen kinderen, die op grond van artikel 9, 9a of 10 in Nederland verblijven, zich tenminste vier weken voordat zij de leeftijd van twaalf jaar bereiken te melden bij de korpschef der gemeente waar zij verblijven om een vergunning tot verblijf aan te vragen.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1999-29-p15-SC17595.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.