Aanwijzing rechtspersoon aan wie bloed- of tussenprodukten mogen worden afgeleverd

22 december 1999

GMV/L 2025262

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelezen het verzoek tot aanwijzing van de vereniging ’het Nederlandse Rode Kruis’ van 4 november 1999;

Gelet op de artikelen 12, eerste lid, onder c, en 13, eerste lid, onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening,

Besluit:

Artikel 1

Als een ander rechtspersoon, bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, onder c, en 13, eerste lid onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening, wordt aangewezen de vereniging

’het Nederlandse Rode Kruis’, gevestigd te Den Haag.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers

Toelichting

De onderhavige ministeriële regeling strekt ter uitvoering van de artikelen 12, eerste lid, onder c, en 13, eerste lid, onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening. Ingevolge artikel 12, eerste lid, is het verboden bloedproducten, niet zijnde de bloedproducten die krachtens de Wet op de geneesmiddelenvoorziening moeten worden geregistreerd, af te leveren aan anderen dan de Bloedvoorzieningsorganisatie, ziekenhuizen, apothekers en apotheekhoudende huisartsen en aan door de Minister aangewezen andere personen, rechtspersonen daaronder begrepen.

Ingevolge artikel 13, eerste lid, is het verboden tussenproducten af te leveren aan anderen dan de Bloedvoorzieningsorganisatie, personen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, instellingen van wetenschappelijk onderzoek en aan door de Minister aangewezen andere personen, rechtspersonen daaronder begrepen.

De artikelen 12 en 13 van de Wet inzake bloedvoorziening beogen te bereiken dat de bloed- en tussenproducten slechts daar kunnen worden ingezet waar dat met het oog op een in geneeskundig opzicht doeltreffende en doelmatige voorziening is vereist. Onder voorwaarden dient het echter mogelijk te zijn dat naast ziekenhuizen ook aan anderen bloed- en tussenproducten kunnen worden afgeleverd.

De hulpverlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de statuten van de vereniging ’het Nederlandse Rode Kruis’ maakt het noodzakelijk dat deze vereniging over bloed- en tussenproducten kan beschikken. Met het oog hierop is de vereniging ’het Nederlandse Rode Kruis’ aangewezen als een ander rechtspersoon in de zin van de artikelen 12, eerste lid, onder c, en 13, eerste lid onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven