Regeling verdeling procentuele ziekenfondspremie 2000

«Ziekenfondswet»

30 december 1999

Nr. Z/F-2020400

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet;

Gezien de adviezen van het College voor zorgverzekeringen (voorheen de Ziekenfondsraad) van 22 april 1999 (SEA/99019734) en 28 oktober 1999 (SEA/99050173);

Besluit:

Artikel 1

Van de procentuele premie, bedoeld in artikel 15, eerste lid, eerste volzin, van de Ziekenfondswet, is 175/810 deel verschuldigd door de verzekerde en 635/810 deel door de werkgever.

Artikel 2

Van de procentuele premie voor verzekerden, bedoeld in artikel 15, eerste lid, tweede volzin, van de Ziekenfondswet, is 280/580 deel verschuldigd door de verzekerde en 300/580 deel door de werkgever.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verdeling procentuele ziekenfondspremie 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


Den Haag, 30 december 1999. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

Artikel 1 van de onderhavige regeling bepaalt welke de verdeling is tussen het werknemers- en het werkgeversdeel van de in artikel 15, eerste lid, eerste volzin, van de Ziekenfondswet (Zfw) bedoelde procentuele premie. Voor de vaststelling van het werknemers- en het werkgeversdeel is uitgangspunt geweest de oorspronkelijke evenredige verdeling van de totale lasten. Vervolgens is bij de verdeling rekening gehouden met het feit dat in het verleden verhogingen van de rijksbijdrage Zfw ad circa 4 miljard gulden hebben plaatsgevonden die tot doel hadden de premielast voor werknemers te beperken. Voorts is rekening gehouden met de omstandigheid dat werknemers een substantieel deel (circa 3,3 miljard gulden) van hun premielast in de vorm van nominale premies zullen betalen. Dit beperkt het deel dat werknemers via de procentuele premie moeten afdragen. Ten slotte zijn enkele andere effecten verdisconteerd, waaronder het feit dat enkele categorieën verzekerden (vooral ouderen), niet alleen het werknemersdeel van de ziekenfondspremie betalen, maar ook het werkgeversdeel.

Over de premie en de premieverdeling is door het College voor zorgverzekeringen (CVZ) advies uitgebracht op 22 april 1999 (SEA/99019734). Tussen het moment van advisering door het CVZ en de vaststelling van de Zorgnota 2000 en de daarmee samenhangende berekening van de premies van de sociale ziektekostenverzekeringen in de Macro Economische Verkenning 2000 heeft voorts een aantal mutaties plaatsgevonden overeenkomstig de nieuwste cijfermatige inzichten. Het werknemersdeel van de premie wordt conform het advies van het CVZ vastgesteld, terwijl het werkgeversdeel 0,5%-punt lager wordt vastgesteld.

In artikel 2 van de onderhavige regeling wordt bepaald welke de verdeling is voor verzekerden, bedoeld in artikel 15, eerste lid, tweede volzin, van de Zfw. Dit betreft de zeevarenden. Over de premieverdeling voor deze categorie verzekerden is advies uitgebracht door het CVZ op 28 oktober 1999 (SEA/99050173). De vaststelling in artikel 2, van de onderhavige regeling is conform het advies van het CVZ.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven