Bekendmaking percentage scholingsfondsen

22 december 1999

DB99/4243

De plaatsvervangend directeur-generaal der Belastingen heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

In artikel 11c van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, alsmede in artikel 15a, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, is bepaald dat bijdragen van werkgevers aan een fonds dat zich geheel of nagenoeg geheel bezig houdt met de financiering van scholing en aanverwante activiteiten, voorzover die bijdragen zijn verschuldigd ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst en door dat fonds worden benut voor scholing, fiscaal worden gefacilieerd. Op grond van artikel 3b, derde lid, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 alsmede artikel 12b, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling afdrachtvermindering wordt deze faciliteit toegepast op het gedeelte van de in een kalenderjaar aan een fonds verschuldigde bijdrage overeenkomstig het percentage dat de uitgaven van het fonds voor scholing in het voorafgaande kalenderjaar uitmaken van de totale uitgaven van het fonds.

Dit besluit strekt ertoe de voor de desbetreffende fondsen geldende percentages kenbaar te maken.

In de bijlage bij dit besluit is per fonds aangegeven welk percentage van de uitgaven van het fonds betrekking heeft op scholingskosten in de zin van de regeling.

Het gedeelte van de op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst aan een scholingsfonds afgedragen bijdrage dat in aanmerking kan worden genomen voor de scholingsaftrek, kan worden vastgesteld overeenkomstig het voor het desbetreffende fonds vastgestelde percentage.

De in de bijlage opgenomen fondsen betreffen de uitkomsten van een eerste onderzoek. Van de overige niet genoemde fondsen zijn nog geen definitieve gegevens bekend. Zodra nieuwe gegevens zijn ontvangen en bevestigd, zal de lijst worden aangevuld met andere fondsen met het bijbehorende percentage.

Bijlage 1

stcrt-1999-250-p51-SC21922-1.gif
Naar boven