Wijziging Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten

22 december 1999

Nr. TRCJZ/1999/13187

Directie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op de artikelen 10, eerste en tweede lid, onderdeel b, 11, eerste lid, 17, 18 en 30, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten1 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 12 wordt na het derde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van het tweede lid geldt voor de vervoerder van een vervoermiddel dat kennelijk is gebruikt voor het anders dan in doorvoer vervoeren van één of meer evenhoevigen in de Bondsrepubliek Duitsland en leeg vanuit de Bondsrepubliek Duitsland in Nederland wordt gebracht de verplichting van het eerste lid en het tweede lid gezamenlijk.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 22 december 1999. De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G.H. Faber.

1 Stcrt. 1998, 117, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 juli 1999, Stcrt. 1999, 136.

Toelichting

In de Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten is in artikel 12 een voorziening getroffen voor veewagens die leeg terug komen uit een lidstaat waar varkenspest of een andere ernstige besmettelijke dierziekte heerst. Deze veewagens dienen in Nederland te worden gereinigd en ontsmet op een overeenkomstig artikel 23 geregistreerde wasplaats, tenzij de vervoerder kan aantonen dat de veewagen is gereinigd en ontsmet in de lidstaat waar de veewagen vandaan komt. In artikel 13 is bepaald dat veewagens waarmee dieren worden ingevoerd, na het lossen van die dieren moeten worden gereinigd en ontsmet op een geregistreerde wasplaats.

Reeds geruime tijd wordt de Bondsrepubliek Duitsland geplaagd door uitbraken van varkenspest. Gelet op de ervaringen in 1997 dient met alle middelen te worden voorkomen dat deze ziekte opnieuw in Nederland zal toeslaan. Een bijzonder risico wordt gevormd door veewagens die vanuit de Bondsrepubliek Duitsland leeg terug in Nederland komen. Hoewel deze vervoermiddelen na het afleveren van hun lading in de Bondsrepubliek Duitsland naar behoren zullen zijn gereinigd en ontsmet, bestaat, gelet op de termijn dat het varkenspestvirus in de Bondsrepubliek Duitsland actief is, het niet onaanzienlijke risico dat deze vervoermiddelen gedurende de rit naar Nederland in contact komen met het virus. Verder zij in het bijzonder gewezen op het feit dat in het winterseizoen bij vorst reiniging en ontsmetting minder effectief kan plaatsvinden.

Teneinde genoemd risico te minimaliseren, is thans bepaald dat veewagens afkomstig uit de Bondsrepubliek Duitsland na aankomst in Nederland moeten worden gereinigd en ontsmet, ook in het geval deze veewagens reeds in de Bondsrepubliek Duitsland zijn gereinigd en ontsmet. Deze veewagens dienen op grond van artikel 12, eerste lid, na aankomst in Nederland te worden gereinigd en ontsmet op een geregistreerde wasplaats.

Voor veewagens waarmee dieren uit de Bondsrepubliek Duitsland worden geïmporteerd, hoeven geen aanvullende bepalingen te worden opgenomen, aangezien op grond van het huidige artikel 13 reeds de verplichting bestaat om deze wagens na het lossen van de dieren te reinigen en ontsmetten op een geregistreerde wasplaats.

Deze regeling wordt gebaseerd op artikel 10, eerste lid, van richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224). Op grond van deze bepaling zijn lidstaten bevoegd om tijdelijke maatregelen te nemen ter vrijwaring van besmetting met besmettelijke dierziekten. Daarmee is het tijdelijke karakter van onderhavige wijziging gegeven.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber.

Naar boven