Instelling nationale Task Force werkgroep

15 december 1999

Nr. TTW/IA-U-2018604

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Besluit:

Artikel 1

Er is een nationale Task Force werkgroep.

Artikel 2

De werkgroep heeft tot taak de werkzaamheden te verrichten die verband houden met de taken en activiteiten die voortvloeien uit de deelname van Nederland aan de Task Force for International Cooperation on Holocaust Education, Remembrance and Research.

Artikel 3

1. De werkgroep bestaat uit een ambtelijk voorzitter en zes niet-ambtelijke leden.

2. De minister benoemt en ontslaat de leden van de werkgroep.

3. De minister voegt twee medewerkers van het Project Tegoeden Tweede Wereldoorlog als secretaris aan de werkgroep toe.

Artikel 4

Tot lid van de werkgroep worden benoemd:

- de heer drs. T.J.L.M. van der Heijden te Doorwerth, directeur Stichting ICODO;

- de heer drs. D. Mulder te Wildervank, directeur Herinneringscentrum Westerbork;

- mevrouw drs. N. Nooter te Oldertrijne, directeur Nationaal Comité 4 en 5 mei;

- mevrouw dr. E. Touwen-Bouwsma te Zwolle, plv. directeur NIOD;

- mevrouw R. Weiss-Blok te Amsterdam, directeur Joods Historisch Museum;

- de heer drs. J.F. Westra te Amsterdam, directeur Anne Frank Stichting.

Artikel 5

De werkgroep regelt zelf zijn werkwijze.

Artikel 6

Aan de leden van de werkgroep wordt een vacatiegeld toegekend van f 275,- per bijgewoonde vergadering.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 7 juli 1999.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers

Toelichting

Eind 1998 werd in Washington als onderdeel van de Conference on Holocaust-Era Assets in het Holocaust Memorial Museum een speciale sessie georganiseerd over Holocaust Education, Remembrance and Research. Tijdens deze conferentie werden de doelstellingen van de, in mei 1998 op initiatief van de Zweedse regering gevormde, Task Force for International Cooperation on Holocaust Education, Remembrance and Research geformuleerd (Task Force). Met de vorming van deze Task Force is voor het eerst op regeringsniveau een aanzet gegeven om te komen tot een structurele internationale samenwerking op het terrein van de immateriële aspecten van de Tweede Wereldoorlog. Aan de Task Force nemen Zweden, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Israël, Polen, de Verenigde Staten en Frankrijk (status van waarnemer) deel.

Nederland is in 1999 toegetreden. Iedere vier tot zes maanden rouleert het voorzitterschap van de internationale Task Force. Nederland zal van 1 november 2000 tot 1 juni 2001 het voorzitterschap dragen.

De Task Force bestaat uit nationale delegaties van regeringsvertegenwoordigers en deskundige vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties, werkzaam op het terrein van jeugdvoorlichting en herdenking en onderzoek. De Task Force komt driemaandelijks bijeen in het land dat het voorzitterschap draagt.

In de ministerraad van 5 februari 1999 is besloten de activiteiten betreffende de internationale Task Force onder verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) te brengen, om op die wijze naast diplomatieke vertegenwoordiging ook inhoudelijke deskundigheid te kunnen inbrengen. Een vertegenwoordiger van het Ministerie van VWS participeert namens de Nederlandse regering in de Task Force.

Om de taken en activiteiten, voortvloeiende uit de deelname aan de Task Force, op een juiste en gedegen wijze te kunnen uitvoeren, is ter ondersteuning een nationale Task Force werkgroep in het leven geroepen. De nationale Task Force werkgroep zal zich in beginsel richten op het voorbereiden van het Nederlandse voorzitterschap van de Task Force en de ontvangst van bezoekende buitenlandse delegaties. Gelet op de zwaarte van de te verrichten werkzaamheden zullen de leden van de nationale Task Force werkgroep een vacatiegeld van f 275,- per bijgewoonde vergadering ontvangen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven