Wijziging Gewenningssubsidieregeling eigenwoningbezit

19 november 1999

Nr. MJZ1999230430

Centrale Directie Juridische Zaken/Afdeling Wetgeving

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 33, eerste lid, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995;

Besluit:

Artikel I

De Gewenningssubsidieregeling eigenwoningbezit¹ wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. De onderdelen b tot en met e worden geletterd c tot en met f.

2. Na onderdeel a wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. hypothecaire lening: lening of krediet in rekening-courant ter financiering van de kosten van het voor de eerste maal in eigendom verkrijgen van een woning met als zekerheid hypotheek op die woning;.

B

Het eerste lid van artikel 6 komt te luiden:

1. In het kader van de verkoop van huurwoningen stelt de minister op aanvraag van de eigenaar-bewoner ten gunste van die bewoner eenmalig een koopgewenningssubsidie vast indien, tot zekerheid van de nakoming door de eigenaar-bewoner van de verplichtingen uit de hypothecaire lening, een garantie is afgegeven door de Stichting of een instelling die daarmee naar het oordeel van de minister vergelijkbaar is, en indien voldaan is aan paragraaf 2 van dit hoofdstuk.

C

Het opschrift van paragraaf 2 van hoofdstuk 2 komt te luiden: Nadere eisen voor het verkrijgen van koopgewenningssubsidie.

D

Paragraaf 3 van hoofdstuk 2 vervalt.

E

Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde tot en met het vijfde lid worden vernummerd tot vierde tot en met zesde lid.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het met toepassing van het eerste lid berekende bedrag meer is dan f 6.000 bedraagt het netto bedrag van de koopgewenningssubsidie in afwijking van het eerste lid f 6.000.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt ’vierde lid’ vervangen door: vijfde lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 november 1999. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.W. Remkes.

¹ Stcrt. 1997, 130; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 december 1997 (Stcrt. 245).

Toelichting

Uit de evaluatie van de Gewenningssubsidieregeling eigenwoningbezit (GEW) is gebleken dat veel subsidiegelden niet terecht komen bij de beoogde doelgroep, te weten de mensen met lagere inkomens. Een relatief groot deel van de toegekende subsidie wordt verleend aan aanvragers die in een korte tijd een flinke inkomensgroei hebben doorgemaakt (veelal studenten die zijn gaan werken). Op basis van het huidige, hoge inkomen kopen deze aanvragers een relatief duur huis met nationale hypotheekgarantie. Bij de subsidieberekening wordt het lage inkomen uit het peiljaar gebruikt. Door het grote verschil tussen de financiële hoofdsom en het rekeninkomen ontvangen de aanvragers hoge subsidiebedragen. Om in de toekomst onevenredig hoge subsidietoekenningen te voorkomen is besloten tot een maximering van de subsidieverlening van f 6.000,- netto totaal over vijf jaar. Dit betekent een subsidie van maximaal f 2000,- in het eerste jaar.

Tevens dienen GEW-aanvragers in het vervolg te beschikken over de nationale hypotheekgarantie (NHG), zoals afgegeven door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (Stichting WEW), dan wel over een andere door de minister geaccepteerde faciliteit (gemeentegarantie). Een dergelijke bepaling was aanvankelijk niet in de regeling opgenomen omdat een aantal grote gemeenten niet was aangesloten bij de Stichting WEW Deze gemeenten conformeerden zich derhalve niet aan de NHG. Thans zijn vrijwel alle gemeenten wel aangesloten bij de Stichting WEW of gaan zich daarbij aansluiten (Rotterdam en Arnhem) waardoor een verplichtstelling van een garantie wel in de GEW opgenomen kan worden. Hierdoor wordt de uitvoering van de subsidieregeling sterk vereenvoudigd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes.