Intrekking aanwijzingsbesluit categorieën Wet premie regime bij marginale arbeid sector Agrarisch bedrijf

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen;

Gelet op artikel 4, eerste lid van de Wet premieregime bij marginale arbeid,

Besluit:

Artikel 1

Het Aanwijzingsbesluit categorieën Wet premieregime bij marginale arbeid sector Agrarisch bedrijf van 13 mei 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 2

In afwijking van het bepaalde in artikel 1 blijft het besluit van toepassing op dienstbetrekkingen die voor 1 maart 1999 zijn aangegaan en een maximale periode van 6 weken bestrijken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 1999. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 maart 1999, treedt dit besluit in werking twee dagen na plaatsing ervan in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 maart 1999.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit intrekking aanwijzingsbesluit categorieën Wet premieregime bij marginale arbeid sector Agrarisch bedrijf.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


Amsterdam, 20 januari 1999.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.

Toelichting

Op grond van de Wet premieregime bij marginale arbeid kunnen uitkeringsgerechtigden in aanmerking komen voor premievrijstelling bij het verrichten van arbeid van zeer korte duur. In artikel 4, eerste lid van deze wet is de mogelijkheid geschapen om andere categorieën dan uitkeringsgerechtigden aan te wijzen. Het Lisv heeft op grond van dit artikel op 13 mei 1997 het Aanwijzingsbesluit categorieën Wet Premieregime bij marginale arbeid sector Agrarisch bedrijf getroffen (Stcrt. 14 mei 1997). Dit Besluit beoogd op een duurzame wijze tegemoet te komen aan de personeelsproblematiek in de agrarische sector. Met name in piekperioden ondervindt deze sector moeilijkheden bij het vinden van tijdelijke arbeidskrachten.

Aangezien het besluit niet voldoende aansluit bij de wensen van de Agrarische sector, heeft het Lisv besloten om tot intrekking van het besluit over te gaan.

Het Besluit wordt per 1 maart 1999 ingetrokken. Dienstverbanden die voor 1 maart 1999 tot stand zijn gekomen kunnen onder het oude regime worden voortgezet. Conform de bepalingen in de Wet premieregime bij marginale arbeid, kunnen deze reeds tot stand gekomen dienstverbanden voor maximaal 6 weken worden aangegaan.

Amsterdam, 20 januari 1999.

J.F. Buurmeijer, voorzitter.

Naar boven