Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte
18 november 1999
Nr. MJZ1999234788
Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op de artikelen 19, tweede en derde lid, 20, vijfde lid, en 26a, negende lid, van de Huurprijzenwet woonruimte;
Besluit:
Artikel 1
Een verzoek om een uitspraak als bedoeld in artikel 18, eerste lid, of 23 van de Huurprijzenwet woonruimte wordt ingediend op een formulier overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.
Artikel 2
Een verzoek om een uitspraak als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Huurprijzenwet woonruimte wordt ingediend op een formulier overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling.
Artikel 3
Een verzoek om een advies als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte of een uitspraak als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, of 17, eerste lid, van die wet wordt ingediend op een formulier overeenkomstig bijlage 3 bij deze regeling.
Artikel 4
Een verzoek om een advies als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Huurprijzenwet woonruimte, een uitspraak als bedoeld in artikel 10a, tweede lid, 18, achtste lid, of 20, eerste lid, van die wet, of een uitspraak over het al dan niet opgeheven zijn van gebreken of tekortkomingen, als bedoeld in artikel 17, vijfde lid, van die wet, wordt ingediend op een formulier overeenkomstig bijlage 4 bij deze regeling.
Artikel 5
Een verzoek om een uitspraak als bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte of een verklaring als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van die wet wordt ingediend, onderscheidenlijk afgelegd, op een formulier overeenkomstig bijlage 5 bij deze regeling.
Artikel 6
Voor het doen van een voorstel als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Huurprijzenwet woonruimte kan gebruik worden gemaakt van een formulier overeenkomstig bijlage 6 bij deze regeling.
Artikel 7
Voor het doen van een voorstel tot verhoging van de huurprijs, als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte, wordt gebruik gemaakt van een formulier overeenkomstig bijlage 6 bij deze regeling, vergezeld van een formulier overeenkomstig bijlage 8 bij deze regeling.
Artikel 8
Voor het doen van een voorstel tot verlaging van de huurprijs, als bedoeld in artikel 19, derde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte, wordt gebruik gemaakt van een formulier overeenkomstig bijlage 7 bij deze regeling, vergezeld van een formulier overeenkomstig bijlage 8 bij deze regeling.
Artikel 9
De Beschikking van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 31 juli 1979, nr. 0726937, houdende vaststelling van modellen en formulieren e.d. (Stcrt. 185) wordt ingetrokken.
Artikel 10
Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 november 1999.
Artikel 11
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling formulieren Huurprijzenwet woonruimte.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gevestigd in Rijnstraat 8 te ’s-Gravenhage, alsmede bij de in artikel 8 van de Wet op de huurcommissies bedoelde bureaus van de huurcommissies.
’s-Gravenhage, 18 november 1999. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.W. Remkes.
Toelichting
Paragraaf 1. Algemeen
De onderhavige regeling treedt in de plaats van de Beschikking van de toenmalige Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 31 juli 1979 (Stcrt. 185).
Deze regeling zal in werking treden op 30 november 1999. Op die datum zal tevens de wet van 17 mei 1999 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte (Hpw), de Wet op de huurcommissies en enkele andere wetten (Stb. 233), waarbij een aparte onderhoudsprocedure wordt geïntroduceerd, in werking treden. In de onderhavige regeling wordt mede uitwerking gegeven aan die wet. Daarnaast voorziet de regeling in een vereenvoudiging van de model-formulieren, alsmede van de regels met betrekking tot de vaststelling van die model-formulieren. Gezien de grote omvang van de bijlagen bij deze regeling, is ervoor gekozen de bijlagen niet in de Staatscourant te publiceren. In het slotformulier van de regeling is aangegeven dat de bijlagen ingezien kunnen worden bij de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuheer in Den Haag of bij de secretariaten van de huurcommissies. Op die wijze wordt de kenbaarheid voor alle belanghebbenden voldoende verzekerd.
Paragraaf 2. De artikelen
Artikel 1
Het in bijlage 1 opgenomen formulier heeft betrekking op een verzoek van de huurder waarin een uitspraak gevraagd wordt over de redelijke in rekening te brengen huurprijs op grond van het bestaan van een gebrek of tekortkoming aan de woonruimte (artikel 18, eerste lid, Hpw)), alsmede op een verzoek van de huurder om een uitspraak over de redelijkheid van het door hem gedane huurverlagingsvoorstel aan de verhuurder wegens overschrijding van de maximale huurprijsgrens (artikel 23 Hpw).
Artikel 2
Het in bijlage 2 opgenomen formulier is nodig voor verzoeken van de huurder of verhuurder om een uitspraak over de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de in artikel 12, eerste lid, van de Hpw bedoelde kosten (servicekosten).
Artikel 3
Verzoeken van de huurder of verhuurder om een advies over de vraag of een bij de totstandkoming van de huurovereenkomst gemaakt beding een niet redelijk voordeel oplevert (artikel 6, derde lid, Hpw), verzoeken van de huurder om een uitspraak of partijen slechts de hoogte van de prijs en niet die van de huurprijs zijn overeengekomen (artikel 11a, eerste lid, Hpw) en verzoeken van de huurder om een uitspraak over de redelijkheid van een door hem als eerste of nieuwe huurder met de verhuurder overeengekomen huurprijs (artikel 17, eerste lid, Hpw) dienen te worden gedaan overeenkomstig het in bijlage 3 opgenomen formulier.
Artikel 4
Het in bijlage 4 opgenomen formulier dient te worden gebruikt voor de volgende verzoeken:
- verzoeken van de huurder en de verhuurder om een advies over de vraag wat de betalingsverplichting is van de huurder met betrekking tot de huurprijs na het aanbrengen van ingrepen of na woningverbetering (artikel 10, tweede lid, Hpw);
- verzoeken van de verhuurder om een uitspraak over het bedrag van de verhoging na de totstandkoming van ingrepen of woningverbetering ter uitvoering van een aanschrijving op grond van de Woningwet indien partijen na die totstandkoming niet tot overeenstemming konden komen over een bedrag van de verhoging van de huurprijs (artikel 10a, tweede lid, Hpw);
- verzoeken van de verhuurder om een uitspraak over de in rekening te brengen overeengekomen aanvangshuurprijs, de redelijke huurprijs of de redelijke in rekening te brengen huurprijs na het opheffen van een of meer gebreken of tekortkomingen, de zogenoemde herstelmelding (artikel 17, vijfde lid, Hpw), ingeval partijen verschil van mening hebben over de vraag of een of meer eerder door de huurcommissie geconstateerde gebreken of tekortkomingen in voldoende mate zijn opgeheven dan wel omtrent het tijdstip van het opheffen van de gebreken of tekortkomingen;
- verzoeken van de verhuurder om een uitspraak over de in rekening te brengen overeengekomen huurprijs of over de redelijke in rekening te brengen huurprijs na het opheffen van een of meer eerder door de huurcommissie geconstateerde gebreken of tekortkomingen (artikel 18, achtste lid, Hpw) in de twee gevallen die in het voorgaande punt zijn beschreven;
- verzoeken van de verhuurder om een uitspraak over de redelijkheid van een voorstel tot (de jaarlijkse) huurverhoging in het geval de huurder binnen de gestelde termijn een bezwaarschrift bij de verhuurder heeft ingediend (artikel 20, eerste lid, Hpw).
Van het in bijlage 4 opgenomen formulier kan tevens gebruik worden gemaakt voor een verzoek van de verhuurder om de huurder nogmaals kennis te geven van zijn voorstel tot huurverhoging (artikel 20, tweede lid, Hpw).
Artikel 5
Met het formulier als opgenomen in bijlage 5 dient de huurder zijn bezwaren aan de verhuurder kenbaar te maken tegen zijn voorstel tot (de jaarlijkse) verhoging van de huurprijs (artikel 20, vijfde lid, Hpw). Het verzoek van de huurder om een uitspraak over de redelijkheid van het voorstel van de verhuurder tot (de jaarlijkse) huurverhoging nadat de huurder een zogenoemde rappelbrief van de huurcommissie heeft ontvangen omtrent dat voorstel omdat hij niet eerder een bezwaar heeft ingediend en de voorgestelde huurprijs niet heeft betaald, dient ook te worden gedaan op dat formulier.
Artikelen 6 tot en met 8
De bijlagen 6 tot en met 8 bevatten de formulieren die betrekking hebben op huurprijswijzigingen ten aanzien van zelfstandige woonruimten. Artikel 6 heeft betrekking op huurverhogingsvoorstellen van 5,5 procent of minder. Artikel 7 betreft huurverhogingsvoorstellen van meer dan 5,5 procent en artikel 8 betreft huurverlagingsvoorstellen. Bij voorstellen als bedoeld in de artikelen 7 en 8, behoort mede het formulier voor de puntenwaardering dat is opgenomen in bijlage 8. Voor zodanige voorstellen dient gebruikt te worden gemaakt van de formulieren. Voor voorstellen als bedoeld in artikel 6 is het gebruikmaken van een formulier overeenkomstig deze regeling facultatief.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.W. Remkes.